heer Wigbold’, het nodig heeft gevonden nog eens terug te komen op de excessen die de Nederlandse soldaten in Indonesië ‘gepleegd zouden hebben’. Dat de felste reacties tegen de tv-uitzendingen waren gekomen van oud-strijders in Indonesië, werd door ‘hooggeleerde en geleerde heren’ in Achter het nieuws algemeen gezien als ‘verdrongen schuldgevoel’. De Telegraaf schrijft daarvan kortaf: ‘Over schuldgevoel te spreken is hooggeleerde onzin’. Alsof onzin op zich al niet erg genoeg was geweest.
Heeft De Telegraaf iets tegen hooggeleerdheid? Medewerker Ir. W. Stam vertelt, dat hij een avondje met Harry Mulisch en Jan Hein Donner heeft gesproken in Gruyters' politieke nachtclub. Hij hoort daar ook Van Mierlo met Han Lammers discussiëren en noteert dan: ‘Waarover het precies ging is mij ontgaan; het zal wel iets met de progressieve concentratie te maken gehad hebben, maar de twee succesvolle politici gebruiken zoveel dikke en dure woorden dat het voor een eenvoudige buitenman niet is te volgen’. Ook hier weer iets tegen ‘geleerdheid’? Met de eenvoud van buitenman Stam loopt het nogal los, als hij tenminste zijn Ir. niet wederrechtelijk voert. Met de andere kwaliteiten van Stam loopt het niet zo los: ‘De begeleidende gebaren gaven mij de hoop dat het tot een handgemeen zou komen, waarvan ik - als toeschouwer - een groot liefhebber ben, maar helaas zakten de hartstochten even snel als zij opgekomen waren’. Wel houden van knokken, niet van de vaktaal der politici, zich daar buitenmannelijk van distantiëren - het begint al kwalijk te ruiken.
Een kolommetje verder roemt Leo Riemens een tv-film, waarbij hem opviel ‘hoe voor een enkele scène een hele gracht in Leningrad in het oude St. Petersburg, compleet met rijtuigen, herschapen was; geen decor, maar het werkelijke stadsbeeld’. Een artistiek criterium, dat inderdaad eerder dat van de buitenman dan van de deskundigen is.
Potigheid wordt bewonderd in onze landsvrouwe: ‘Een sufferdje was de kleine prinses niet. Dat kan een heer getuigen, die, als hij nog leeft, thans de zestig gepasseerd moet zijn. Hij liep als jongetje een paar fikse klappen van haar op toen hij haar, bij een val op het ijs, rustig liet liggen’. Dit in een bespreking van een boek over koningin Juliana. Wijl de recensie de mogelijkheid open laat, dat de fiks getroffene vandaag nog leeft, is prinselijke doodslag wel uitgesloten. Men mag niet alles vergen van een prinsesje. Zoals de Vader des Vaderlands al zei: ‘Slagen hoeft niet, het is al mooi eens iets geprobeerd te hebben’.
Henk van der Meyden heeft bij John en Yoko Lennon in Hilton aan bed gezeten. Hij doet net of ze hem meer hebben gezegd dan de andere verslaggevers. Maar terwijl volgens alle bladen het bruidspaar in Amsterdam onder de dekens was gegaan vanwege het provotariaat, dat zij daarmee wilde huldigen, heeft De Telegraafs Van der Meyden daarvan geen idee.
Ik vraag me nu af: als een krant dagelijks
1. | een portie gif tegen intellectuele discussie in zijn voer doet; |
2. | een roemend gebruik maakt van de vulgaire smaak; |
3. | lofredes afsteekt op handgemeen en fikse klappen; |
4. | de feiten verdraait; |
is dat dan reden genoeg om een krant fascistisch te noemen? Je kijkt na lezing van één zo'n aflevering wel een tijdje perplex je coupéraam uit. Het terrein met loslopende varkens waren we al gepasseerd vóór het me mogelijk was ze hun portie Telegraaf toe te werpen. Mijn medereizigers zaten braaf hun deel tot zich te nemen. Niemand verplicht ze. Er zijn genoeg andere kranten. Het recept van De Telegraaf schijnt ze echter aan te staan. En ze zijn, neem ik aan, allemaal anti-fascistisch. Ze zouden he-