De bijbel van het protest
H. Marcuse, De een dimensionale mens. Uitgave: Paul Brand, Hilversum. 1968, 270 bl., f 17.50
Marcuse's ‘handboek van de revolutionaire bewegingen’ is nu ook in Nederlandse vertaling te consulteren. Die kost ongeveer het dubbele van de Duitse uitgave - ook een vertaling, maar Marcuse is en blijft een Duitser, vind ik - waarmee ik me al die tijd heb moeten behelpen bij het zoeken naar een antwoord op de vraag: wat willen die studenten toch? Voor mosterd na de maaltijd een tamelijk pittig prijsje, maar om in de eigen taal geprikkeld te worden tot ‘bezinning op de gevestigde waarden’, 280 bladzijden lang (12 cm. breed) moet je wat over hebben.
De titel belooft min of meer een nieuw mensbeeld. Dat is dan weliswaar niet rechtstreeks met die ‘eendimensionale’ mens gegeven, maar het moet daarachter oprijzen. In die zin past de titel toch in de reeks van mensbeelden die ons in een aantal kreten en boektitels van de afgelopen tientallen jaren zijn voorgesteld. Eerst gebeurde dat bij voorkeur in het Latijn: homo faber, homo sociologicus of homo ludens, maar het Latijn is te geleerd geworden en bij ‘homo’ denkt iedereen trouwens aan Grieks. Misschien is daarom de reeks in de volkstalen voortgezet: de mens zonder alternatief, de rudimentaire mens, de eendimensionale mens. Een stukje geleerdheid hoort toch nog bij de titel, want een voor de hand liggend wezen is de mens niet. In dit geval is hij dan ‘eendimensionaal’, zowel in het Engels als in het Duits alsook in het Nederlands. Wat de titel betreft hebben de vertalers het zich niet al te moeilijk gemaakt. Toch valt er over die a- te twisten en ik wil dat niet nalaten. Van Dale geeft als bijvoeglijk naamwoord bij ‘dimensie’ twee mogelijkheden nl. ‘dimensionaal’ en ‘dimensioneel’. Bij twee, drie of vier dimensies wordt alleen twee-, drie- en vierdimensionaal opgegeven. Het woord ‘eendimensionaal’ staat niet in het groot woordenboek der Nederlandse taal en kan dus nog als een vrije kwestie behandeld worden. En al is de druk van al die andere dimensies groot en niet te verwaarlozen, mij dunkt toch, dat ‘dimensioneel’ de voorkeur verdient, niet alleen omdat het anders helemaal niet aan bod komt, maar vooral omdat het past in een serie als: confessioneel, rationeel, functioneel, intentioneel etc., allemaal woorden van gelijke opbouw. De -a- lijkt mij een gevolg van een al te gretig aanvaarde Angelsaksische of Duitse invloed. Misschien is dat ook zo bij ‘nationaal’, overigens een wat Germaanse eigenschap. (Echt iets om ruzie over te maken,
die ene letter, maar waar vind je eigenlijk een antwoord op dit soort van vraagstukjes?) Wat de eendimensionale mens verder ook voor een wezen mag blijken te zijn, ik zou hem liever een eendimen-