| |
| |
| |
Eldridge Cleaver
Het blanke ras en zijn helden
De blanken zijn in het algemeen niet geschikt als modellen waarnaar je je leven kunt richten. De blanke heeft zelf heel hard behoefte aan nieuwe normen. Hij heeft die nodig om zich te kunnen bevrijden uit zijn verwarring en weer een vruchtbaar contact te herstellen met zijn eigen diepste wezen.
James Baldwin, The Fire Next Time
Om te beginnen wil ik één ding absoluut duidelijk stellen: ik ben geen blanke en ik ben er nooit een geweest. Evenmin, en dat zeg ik er onmiddellijk bij, ben ik thans een Black Muslim - ofschoon ik dat wel altijd geweest ben. Ik ben een Ofay Watcher, een Blanken-Bespieder - een lid van die ongeregistreerde vormloze liga, die leden telt op alle continenten en op de eilanden van de wereldzeeën. Naamloze Blanken-Bespieders zou je ons kunnen noemen. Want wij staan onzichtbaar in de schaduw, overal waar kleurlingen onderdrukt zijn of worden door blanken - blanke slavenjagers, kolonisators, imperialisten en neo-kolonialisten.
Zit het je dwars landgenoot, dat ik al die lelijke bijnamen nog achter elkaar zet? Lààt me. Het was niet per se mijn bedoeling zout in iemands wonden te strooien. Ik heb het hoofdzakelijk gedaan om me even vrij te maken van iets, dat op mijn hersens drukt. Kun je dat vatten? Zo niet, dan krijgen we moeilijkheden. Want wij Blanken-Bespieders hebben een uitgesproken neiging om in dat soort zwaarmoedige stemmingen te vervallen. Het mag voor jou hinderlijk zijn, voor mij is het een zwaar karwei. Want nog niet lang geleden zei ik in mijn predikaties nog heel andere dingen. Ik preekte met veel vuur, dat het blanke ras een ras van duivels is, door zijn schepper gemaakt om kwaad te doen en dit kwaad als goed te presenteren. Ik preekte, dat het blanke ras de natuurlijke en onveranderlijke vijand is van de zwarte, die de oorspronkelijke mens, de bezitter, de maker, het kruim van de planeet aarde is. Ik preekte, dat het blanke ras in korte tijd vernietigd zou worden door Allah. En dat de zwarte man dan de aarde zou erven, die hem eigenlijk altijd had toebehoord.
Ik heb, om zo te zeggen, mijn handen gewassen in het bloed van de martelaar Malcolm X. Toen hij terugtrad van de rand van de afgrond der bezetenheid kwam er plaats vrij voor anderen om hun draai te nemen en erin te stappen - ik ben nu zelf in die kleine ruimte beland en probeer nu op eigen kracht te manoeuvreren. Ik heb de leerstellingen van Elijah Muhammed afgezworen. Ik ben tot de overtuiging gekomen, dat een wedergeboorte niet vanzelf tot stand komt; ik geloof nu, dat er een blinde vlek is in de visie van de mens en dat die leegte zich zelf voortdurend probeert te vullen met beelden uit het verleden. Ik ben tot
Eldridge Cleaver is een jonge Afro-Amerikaanse auteur, medewerker van Ramparts Magazine. Hij is ‘minister of information’ van de Black Panther Party, en zit op het ogenblik in de gevangenis. Het essay ‘Het blanke ras en zijn helden’ is ontleend aan de bundel Soul on ice, waarvan in 1969 bij Bruna een Nederlandse vertaling zal verschijnen.
| |
| |
een voorlopige compromis gekomen door mijn woordkeus te matigen. Als ik tegenwoordig oog in oog kom met een Ofay zeg ik niet meer duivel of beest, maar imperialist of kolonialist en iedereen schijnt zich daarbij gelukkiger te voelen. Jarenlang hebben we de blanke stilzwijgend bespied. We probeerden hem te doorgronden, ervan uitgaande dat je meer kans hebt tegen iemand die je kent, dan tegen iemand die je niet kent. Sommigen onder ons wilden alleen maar uitzoeken - en enkele zijn daar nog mee doende - of het uiteindelijk wel mogelijk was in een gemeenschap samen te leven met mensen, die zulke onaangename medeburgers leken; weer anderen willen zover van de blanken weg als ze kunnen. Maar er is één punt, waarop we het eens zijn: we willen allemaal de macht van de blanke over ons breken.
In tijdperken van wezenlijke sociale verandering - zoals de era waarin wij leven - kun je licht in de war raken door de stormloop der gebeurtenissen; verlokt door je verlangen naar maatschappelijke stabiliteit kun je voorbijgaande verschijnselen gaan aanzien voor blijvende werkelijkheid. Een van die misleidende verschijnselen is de kracht en de duurzaamheid van de blanke reactie in Amerika. Hoezeer die achterhoedegevechten ook in hevigheid schijnen toe te nemen - het initiatief en de toekomst liggen in de handen van die blanken en zwarten, die zichzelf bevrijd hebben van het meester-slaafsyndroom. Dit soort blanken en zwarten vindt men hoofdzakelijk onder de jeugd.
In de laatste twaalf jaar is er een politiek generatieconflict aan het licht gekomen, dat zelfs nog dieper zit dan de strijd tussen de rassen. Het conflict kwam voor het eerst dramatisch tot uiting in de negerbevolking. Het gebeurde, toen studenten in het zuiden van Amerika - zat van Oom Toms halfzachte methode om de revolutie met de hoed in de hand te benaderen - het juk van de NAACP afwierpen en de eerste sit-ins organiseerden. De verzetsgeest van deze studenten raasde als een vuur over het land. En de techniek van de geweldloze directe actie, aldoor verfijnd en bijgewet, werd een volwaardig bruikbaar wapen. De andere Neger ‘leiders’, nu allemaal glasharde voorstanders van deze tactiek, bekeven toen de deelnemers aan de sit-ins; de studenten spuwden hun verachting over hun grijze hoofden. In de periode vóór de sit-ins hadden die conservatieve leiders het altijd klaargespeeld om opstandige elementen in de Negerbevolking tot zwijgen te brengen. Zij toonden een staaltje van hun macht tegenover W.E.B. Dubois en Paul Robeson. Deze getrouwen weigerden hun mond te houden nadat zij uit de gunst waren geraakt van de Amerikaanse regering door pogingen om verband te leggen tussen de Negerrevolutie en de nationale vrijheidsbewegingen rond de wereld; de twee grote zwarten werden door hun eigen mensen uitgerangeerd. De Negerleiders en de blanken, die deze ‘leiders’ nodig hadden om de zwarten onder de knie te houden, waren woedend over de onbeschaamdheid van de studenten. Toen zij een beroep deden op de studenten om de actie te staken, werden zij overstelpt door nieuwe sit-ins - zij trokken zich terug in hun ivoren torens om na te denken over het nieuwe fenomeen. Andere Negerleiders, die minder voorzichtig manoeuvreerden omdat zij korter werden gehouden door de blanken, zagen hun carrière abrupt afbreken; zij dachten, dat ze een gezamenlijke zwart-blanke tegenactie tegen de studenten konden organiseren, maar hun illusie
strandde in een soort Varkensbaai. Presidenten van Negerscholen, die probeerden de demonstraties te stuiten door studenten weg te sturen, moesten tenslotte zelf hun zetel ruimen; de triomferende studenten duldden eenvoudig
| |
| |
niet, dat zulke presidenten de scepter over de campus bleven zwaaien. De spontane protesten op de zuidelijke hogescholen tegen dwangmaatregelen van de leiding waren voorlopers van de opstand voor vrije meningsuiting, die jaren later de campus van Berkeley zou schokken. De rebellie van de zwarte studenten heeft op vele wijzen bijgedragen tot de uitbarsting van de revolte, die onder de blanken broeide.
Het blanke ras heeft plotseling zijn helden verloren. Erger nog, die helden zijn ontmaskerd als schurken en de super-helden als aartsschurken. De blanken van de nieuwe generatie keken met verbijstering naar de bloedige en verachtelijke sporen, die hun voorgangers in de laatste 500 jaren op het aangezicht van de aarde hebben gekerfd. Deze nieuwe generaties verwerpen de glorie van helden, wier heroïsme bestond in het oprichten van de roemloze bouwsels van kolonialisme en imperialisme; zij willen niets weten van helden, die hun carrière bouwden op een systeem van uitbuiting en die uitgingen van de mythe der blanke suprematie en de uitverkiezing van het blanke ras. Er ontstaat geleidelijk een nieuwe wereldorde, waarin de mens aan nieuwe vereisten moet voldoen om in leven te kunnen blijven. In het besef van deze ontwikkeling krijgen de jonge blanken een nieuwe kijk op het leven. Zij trekken zich beschaamd terug als zij cowboys en pioniers - hun heroische voorvaderen, de trots van vroegere generaties - spectaculair over het filmscherm zien galopperen, Indianen overhoop schietend alsof het colaflesjes waren. Zelfs Churchill - voor oudere blanken misschien wel de grootste held van de 20ste eeuw - zelfs Winston Churchill is in de ogen van de jonge blanke rebellen een aartsschurk omdat hij een produkt en een dienaar was van een verfoeilijk stelsel.
Na het einde van de tweede wereldoorlog kregen de nationale bevrijdingsbewegingen in de gekolonialiseerde wereld nieuwe impulsen en een ongekende vermetelheid. Zij eisten vervulling van de democratische beloften, die de gealieerden tijdens de oorlog gedaan hadden. In het Atlantische Handvest, dat president Roosevelt en premier Churchill in 1941 hebben ondertekend, werd plechtig verzekerd, dat elk volk het recht heeft zijn eigen regeringsvorm te kiezen. Daarmee was het beginsel duidelijk vastgelegd. Maar er moest na de oorlog nog jaren gevochten worden voordat het stuk atlantische rethoriek zelfs maar de schijn van werkelijkheid kreeg. De wereldrevolutie heeft een psychisch proces veroorzaakt onder kleurlingen en blanken. Ze bracht de onderdrukten ertoe de image, die zij van zichzelf hadden gevormd te herzien en aan te passen aan de nieuwe omstandigheden - zij wierpen de serviliteit af, waarmee zij in lange jaren van onderworpenheid waren vergroeid. De dynamische veranderingen zetten ook de blanken ertoe aan hun eigen image te wijzigen en zich los te maken van de trekken van het Meester-ras die zij in eeuwen van imperiale heerschappij hadden ontwikkeld. De meest opzienbarende veranderingen doen zich voor bij de blanke jeugd in de gehele wereld. De jonge blanken worden met een pijnlijke psychische schok gewaar, dat hun traditionele helden door nieuwe gebeurtenissen in schurken zijn veranderd. De communicatie en het begrip tussen oudere en jongere generaties van blanken zijn verstoord. De ouderen, gebonden aan de traditie van bevoorrechte klasse en ras, begrijpen de jeugd werkelijk niet. En deze ouderen, vastzittend in oude denkschema's en blind voor de toekomst, staan pas aan het begin van hun ergernis - want de jeugd is pas begonnen met haar rebellie. De revolutie in de psyche
| |
| |
van de blanke jeugd gaat zo diep, dat de traditionele tolerantie, die elke oudere generatie meent te moeten opbrengen, thans niet voldoende is. Het geduld raakt snel uitgeput; tussen de generaties blijft een afgrond gapen van vrees, vijandigheid, wederzijds wanbegrip en verachting.
De opstand van de onderdrukte volkeren en de Negerrevolutie in Amerika hebben tezamen geleid tot een herwaardering van de geschiedenis, tot een nieuw onderzoek van de rol, die het blanke ras heeft gespeeld sinds het begin van de Europese expansie. De geschiedenis vermeldt ook positieve prestaties van de blanken en de komende generaties zullen die daden toejuichen. Maar er kan nu nog geen applaus klinken, in deze periode waarin de meester de zweep nog in zijn hand heeft. Zelfs de eigen kinderen van de meester kunnen thans niet applaudisseren - de man kan niet eens voor zich zelf klappen. De weergalm van de negatieve daden overstemt nog alles. Slavenhalers, slavendrijvers, moordenaars, slachters, overweldigers, binnendringers, onderdrukkers - dat zijn de nieuwe namen die de blanke helden gekregen hebben. Grote blanke staatslieden, voor wie de kinderen op school eerbied wordt ingeprent, ontpoppen zich als de grondleggers van een systeem van uitbuiting en slavernij. Godsdienstige leiders worden ontmaskerd als vergoelijkers en verdedigers van al die wandaden. Onderwijzers en professoren worden beschouwd als een kliek van hersenspoelers en schoonpraters.
De blanke jongeren van vandaag beginnen intuitief te beseffen, dat er maar één manier is om zich te bevrijden van de historische last waarmee zij door hun voorgangers beladen zijn: zij moeten de daden van hun vaderen ronduit onder de ogen zien en ze beoordelen op hun morele gehalte. Het is een feit, dat diepvereerde figuren zoals George Washington en Thomas Jefferson honderden zwarte slaven bezaten; dat alle presidenten tot Lincoln toe bewindvoerders waren van een slaven-staat; dat alle presidenten na Lincoln zich door politiek opportunisme of cynisme hebben laten leiden bij de behandeling van zaken, die de menselijke rechten en het algemene welzijn van brede lagen van het Amerikaanse volk raakten. Feiten als deze drukken zwaar op het geweten der jonge blanken.
De ouderen rekenen het de jongeren niet als een verdienste aan, dat zij begrijpen wat er aan de gang is en wat er in het verleden is gebeurd. Als ze spreken over jeugdcriminaliteit of over de opstandigheid der jongeren gebruiken de ouderen gladde, retorische termen. Zij spreken van ‘vervreemding der jeugd’, van de zucht der jongeren naar onafhankelijkheid; van de problemen die de vader-image en de moeder-image kunnen oproepen bij opgroeiende kinderen, die geen gezonde, levende voorbeelden voor ogen hebben. Maar die welsprekende ouderen vinden het ongepast om de problemen van de jeugd in verband te brengen met de grote gebeurtenissen van dit tijdperk: de nationale bevrijdingsbewegingen overal ter wereld en de Negerrevolutie in de Verenigde Staten. De grondslagen van het gezag zijn in Amerika geëxplodeerd, omdat de hele maatschappij is aangeklaagd, berecht en veroordeeld wegens ongerechtigheid. In de ogen van de jeugd zijn de ouderen ‘Ugly Americans’; voor de ouderen is de jeugd gewoon gek geworden. In de rebellie van de blanke jeugd zijn vier etappes te onderscheiden. Het begon met een terugkrabbelen. De jongeren weigerden zich te schikken in een conformisme, dat Amerika van hen verwachtte en dat de jeugd vroeger ook altijd aanvaard had. De ontevreden jeugd weigerde mee te spelen in het systeem - ze had ontdekt,
| |
| |
dat Amerika, verre van hulp te bieden aan de underdog, tot zijn oren in de modder was geraakt bij zijn pogingen om de hond eronder te houden. Door de publiciteit van buitenaf en de reclame die de luidruchtigste rebellen voor hun eigen standje maakten is deze periode bekend geworden als het tijdperk van de beatniks, ofschoon niet alle jongeren, die erbij betrokken waren, zichzelf als beatniks beschouwden. Het gehuil van de beatniks en hun woeste uitvallen tegen het systeem - door Ginsberg bestempeld als Moloch, een bloeddorstige god, aan wie oude stammen hun eerstgeboren kinderen offerden - waren een serieuze en onherroepelijke oorlogsverklaring. Het is tekenend, dat de ouderen in de beatniks niets anders zagen dan ordinaire, walgelijke mislukkelingen, die te lui waren om een bad te nemen en te pinnig om hun haar te laten knippen. De ouderen hadden ogen maar zagen niet, zij hadden oren maar hoorden niet - zelfs niet, toen de boodschap zo duidelijk vertolkt werd als in deze merkwaardige passage van Jack Kerouac's On the road:
In de lila avond wandelde ik met pijn in al mijn spieren, onder de lampen van de 27ste Straat en Welton in de kleurlingenwijk van Denver, wensend, dat ik een Neger was, voelend dat het beste wat de blanke wereld gegeven had, mij niet genoeg extase bood, niet genoeg leven, vreugde, pit, duisternis, niet genoeg muziek, niet genoeg nacht. Ik wenste, dat ik een Mexicaan van Denver was of zelfs maar een overwerkte Jap, ik wilde alles zijn behalve wat ik in al mijn ellendigheid was - een blanke, beroofd van al zijn illusies. Mijn leven lang had ik blanke ambities gekoesterd....Ik liep langs de duistere portieken van de Mexicaanse en Negerhuizen; er waren daar zachte stemmen, nu en dan, schemerig, de knie van een geheimzinnige zinnestrelende vrouw; de donkere gezichten van mannen achter rozenstruiken. Kleine kinderen zaten als wijsgeren in oude schommelstoelen.
Het tweede stadium brak aan, toen de jonge blanken - die definitief hadden vastgesteld, dat de wereld en vooral de States in hun tegenwoordige vorm voor hen onaanvaardbaar waren - ijverig begonnen te zoeken naar methoden om de maatschappij om te vormen. Velen van deze jongelui lieten alles passief over zich heen gaan. Zij kropen in hun koele gecapitonneerde beatjacks bij elkaar, pot rokend en luisterend naar jazz in een aanhoudende roes van esoterische gelukzaligheid. Maar andere jongeren, minder afgestompt door het systeem, erkenden dat er positieve actie nodig was. Moloch kon niets beters wensen, dan dat zijn slachtoffers zich volkomen vervreemd terugtrokken op veilige, passieve, a-politieke en gedesinteresseerde eilandjes. Want Amerika had al moeilijkheden genoeg met het groeiende leger van werklozen, dat om banen schreeuwde. Hadden alle werklozen het voorbeeld van de beatniks gevolgd, dan zou Moloch met plezier het gebruik van zwijmel-drugs en marihuana hebben gelegaliseerd - hij zou gratis jazzplaten hebben verstrekt en slaapzakken aan alle jongeren, die bereid waren een verklaring te tekenen, dat ze ‘beat’ zouden blijven. De ontgoochelde blanke jeugd, die niet met beat verwant was, voelde zich magnetisch aangetrokken tot de Negerrevolutie, die een massale vorm en een opstandige allure begon te krijgen. Maar deze jongeren beseften niet direct wat ze gemeen hadden met de Negers en ze begrepen nog niet welke rol ‘blanken’ zouden kunnen spelen in een ‘Neger-revolutie’. Voorlopig bekeken zij de Neger-activisten van een afstand. De derde etappe, die nu snel haar einde nadert, werd ingeluid toen blanke jongeren in groten getale begonnen mee te doen aan Neger-betogingen. De aanwezig- | |
| |
heid van blanken onder de betogers maakte de Negerleiders stoutmoediger - zij gingen een tactiek gebruiken, die ze met alleen maar zwarten in hun gelederen niet konden wagen. In het racistisch afgestelde geweten van Amerika wordt
moord niet als moord geregistreerd zolang het slachtoffer geen blanke is. Pas toen de kranten en tijdschriften foto's en verhalen brachten over het mishandelen en verminken van blanke betogers door benden en door de politie, begon het grote publiek te protesteren. De negers zijn zo gewend geraakt met dat meten naar twee maten, dat ook zij verschillend reageren op het doden van een blanke of een zwarte. Toen blanke vrijheidkampers zij aan zij met zwarten mishandeld werden, ging er een zucht van verlichting op onder de negermassa, omdat de zwarten wisten, dat blank bloed de enige munt is waarmee vrijheid te koop is in een land, waar vierhonderd jaren lang ongemerkt en ongestraft zwart bloed heeft gevloeid. Amerika is nooit werkelijk buiten zichzelf geraakt door de moord op een zwarte, of het een man, een vrouw of een kind was. Als er opwinding onder de Negers is over een bepaalde moord, kunnen blanke politici wel met hun lippen zeggen wat zij volgens hun verstand in hun hart zouden moeten voelen - maar ze voelen het niet echt. De gevoelens van de Negers kwamen aan het licht, toen in 1964 twee blanke en een zwarte strijder voor burgerrechten werden vermoord in Mississippi - de Negers waren verheugd op grond van een solidariteitsgevoel, dat dieper en verder ging, dan hun verdriet over de slachtoffers en hun medeleven met de nabestaanden. Deze verwelkoming van geweld en dood klinkt soms ook door in de onvermijdelijke en vaak herhaalde verklaring van Negers, dat gewelddadig gedode blanken en zwarten niet vergeefs sterven. Zo was het met Mrs Viola Liuzzo. En de negerwoede, die zich tijdens de slag van Selma op het hoofd van Martin Luther King ontlaadde, kwam voor een goed deel voort uit het feit, dat King een historische, nooit terugkerende, kans had verzuimd door rechtsomkeert te maken op de Edmund Pettus Bridge. Door zijn terugtocht onthield King alle blanken die achter hem aan marcheerden, de belevenis waarvoor zij van duizenden mijlen ver gekomen waren. Had de politie
(net zoals ze dat een week tevoren met de Negers gedaan had) de volgelingen van King met geweld teruggedreven - al die nonnen, priesters, rabbijnen, predikanten en voorname dames en heren, dan zouden de bruutheid en de gewelddadigheid van het systeem meedogenloos aan de kaak zijn gesteld. De politietroepen, beseffend dat King vastbesloten was zijn volgelingen naar Montgomery te voeren, hadden zich ook terug kunnen trekken om een botsing te voorkomen, die Washington niet wenste; maar dat zou neergekomen zijn op een kapitulatie van het militante blanke zuiden. Door de schamele afloop die de protesttocht nu kreeg, werd de Mars op Montgomery een manifestatie met een wat povere glans, een spectakelstuk in scène gezet door de establishment. Want toen de mars werd gehouden namen de jonge blanken al actief deel aan de Negerrevolutie. Eigenlijk waren zij al begonnen deze revolutie om te vormen in een actie van grotere allure, die zich kon richten op een radicale hervorming van de hele Amerikaanse maatschappij.
In de vierde fase, die nu net is begonnen, neemt de blanke jeugd het initiatief. Zij gebruikt de methoden, die zij in de Neger-actie heeft aangeleerd, om problemen aan te pakken, die de gehele maatschappij raken. Het klassieke voorbeeld van de nieuwe energieke aanpak was de strijd van de studenten op de universiteitscampus van Berkeley, de grote actie voor vrije meningsuiting. De revolte werd geleid door veteranen uit de strijd voor burgerrechten, sommigen van hen hadden
| |
| |
op de vuurlijn gestaan in de woestenijen van Mississippi en Alabama. Dezelfde nieuwe energie van de blanke jeugd leidde tot studentendemonstraties tegen Amerikaanse inmenging in Vietnam, Cuba, de Dominicaanse republiek en Kongo, en tegen de steun van Washington aan de apartheid in Zuid-Afrika. De studenten wisten zelfs de intellectuele wereld warm te maken voor standpunten en acties die enkele jaren geleden nog ondenkbaar waren - kijk maar naar de teach-ins. Maar de protestacties bleven niet beperkt tot bepaalde, tastbare onderwerpen. Al die dingen, die de ouderen zo tegenstaan in de blanke jeugd - lang haar, nieuwe dansen, voorkeur voor Negermuziek, marihuanagebruik, een mystische houding tegenover sex - al die merktekenen behoren tot de uitrusting en het materiaal van de revolutiemakers. Zij hanteren dit gereedschap tegen de totalitaire Amerikaanse maatschappij - ze willen dat bouwsel tot in zijn grondvesten veranderen. Van het begin af aan is Amerika een schizofrene natie geweest. De twee tegenstrijdige beelden, die Amerika in zich droeg, zijn nooit in elkaar gevloeid - om de eenvoudige reden dat dat nooit te voren vereist is geweest voor het behoud van de liefste mythen, die de natie koestert. Een keer, tijdens de verbitterde worsteling tussen noord en zuid - met de burgeroorlog als climax - zijn de twee beelden met elkaar in conflict gekomen, ofschoon het blanke noorden en het blanke zuiden dat nauwelijks beseften. Maar het afschuwelijkste beeld, dat de meest vervreemde Amerikaanse burgers van hun land hadden, werd nooit op de voorgrond geschoven door noord zomin als door zuid. Dit beeld is het best gepresenteerd door Frederick Douglass. Deze Neger werd in 1817 in slavernij geboren. Hij ontkwam naar het noorden en werd de grootste zwarte leidsman en woordvoerder van zijn tijdperk. Op 4 juli 1852 (onafhankelijkheidsdag) brandmerkte Frederick Douglass zijn land in termen die nu nóg een gehoor van zwarte Amerikanen in beroering kunnen
brengen:
Wat betekent jullie vierde juli voor de Amerikaanse slaaf? Mijn antwoord is: een dag waarop hem meer dan op alle andere dagen van het jaar wordt ingehamerd, dat hij onder grove onrechtvaardigheid en wreedheid gebukt gaat. Voor de slaven is jullie feest een komedie; jullie hoog geroemde vrijheid is niet meer dan een vrijbrief voor bandeloosheid; jullie nationale grootheid is opgeblazen ijdelheid, jullie vreugdekreten zijn leeg en harteloos; jullie veroordeling van tyrannen is opgepoetste schaamteloosheid; jullie gejuich over vrijheid en gelijkheid is vals en belachelijk; jullie gebeden en kerkgezangen, jullie preken en dankdiensten met al die religieuze parades en plechtstatigheden zijn voor de slaaf niets meer dan bombast, bedrog, misleiding, goddeloosheid en schijnheiligheid - een dunne sluier om wandaden te verbergen - die zelfs een natie van wilden zou ontsieren...
Jullie pochen op je vrijheidsliefde, op je superieure beschaving, op je reine christelijkheid, maar onderwijl blijft de Amerikaanse natie (belichaamd in de twee grote politieke partijen) bij haar plechtig besluit om de slavernij van die miljoenen landgenoten te dulden en in stand te houden. Jullie slingeren banvloeken naar de gekroonde tyrannen van Rusland en Oostenrijk en beroemt je op je eigen democratische instellingen, maar onderwijl laten jullie je willig gebruiken als handlangers en lijfwachten door de tyrannen van Virginia en Carolina. Jullie nodigen mensen, die in overzeese landen de onderdrukking ontvluchten, naar onze kusten; je eert die mensen met banketten, begroet ze met ovaties, je montert ze op, klinkt ze toe, beschermt ze en stort geld als water over ze uit - maar de vluchteling uit je eigen land melden jullie als een gezochte misdadiger op een
| |
| |
aanplakbord. Je maakt jacht op hem, je arresteert hem, schiet hem neer en doodt hem. Jullie gaan groot op je beschaving, je universele ontwikkeling, maar je handhaaft het meest basbaarse en verschrikkelijkste stelsel, dat ooit de naam van een volk besmeurd heeft - een stelsel, dat is voortgekomen uit hebzucht, dat in stand is gehouden met hovaardij en dat met wreedheid vereeuwigd wordt. Jullie storten tranen over de val van Hongarije; jullie dichters, staatslieden en redenaars schilderen het trieste verhaal van het onrecht, dat aan dat land is geschied; jullie dappere zonen willen zelfs te wapen snellen om Hongarije tegen de onderdrukkers te verdedigen - Maar het tienduizendvoudige onrecht van de Amerikaanse slaaf willen jullie smoren met een spreekverbod. Wie dit onrecht in openbare discussie durft te brengen, brandmerken jullie als vijand van de natie.
Deze volkomen vervreemde opinie over Amerika werd gehuldigd door de abolitionisten en door Harriet Beecher Stowe in haar Negerhut van Oom Tom. Maar die zienswijze op Amerika was te weerzinwekkend om wijde aandacht te kunnen trekken. Zo bleef het debat over het verschil tussen Amerika's image en de harde werkelijkheid in dit land beperkt tot de zelfkant van de maatschappij. Zelfs toen de bewijzen van onrecht en verdrukking zich opstapelden, lieten de meeste Amerikanen zich niet van hun stuk brengen. Zij bedwongen hun geschokte zenuwen en lieten zich behaaglijk terugvallen op de leerstukken van hun trotse nationale geloofsbelijdenis: Amerika gelooft onwrikbaar dat alle mensen gelijk zijn geschapen en dat ze door hun Schepper zijn begiftigd met bepaalde onvervreembare rechten - het recht op leven en vrijheid en het recht om geluk na te streven. Met de constitutie als roer en de onafhankelijkheidsverklaring als leidster koerst het Schip van Staat aldoor naar nóg glanzender verten vol vrijheid en gerechtigheid voor allen. Omdat deze twee tegenstrijdige beelden van Amerika niets met elkaar gemeen hadden, moesten ze gescheiden gehouden worden. Maar toen de zwarten werden toegelaten in de blanke wereld, toen ze uit de geluidloze en gezichtloze kooien van hun ghetto's kwamen en zingend, lopend, pratend, dansend, schrijvend en orerend hun beeld van Amerika en de Amerikanen schilderden - toen was er plotseling de uitdaging aan de blanken om de praktijk van het leven aan de passen aan de theorieën, die zij preekten. Dit is de reden, waarom blanken die blanke image van Amerika opgeven en de zwarten aanvaarden, zulk een harde vijandelijkheid ontmoeten bij hun rasgenoten. De blanken hebben van generatie op generatie geleerd te geloven in de mythe die gepreekt werd; ondertussen moesten de Negers het zien te klaren met de bittere werkelijkheid van de Amerikaanse praktijk. Zonder de leugens en de verdraaiingen, die hun werden opgediend, hadden de
blanke Amerikanen ook nooit kunnen doen wat ze in feite hebben klaargespeeld. Als blanken, onder dwang der omstandigheden hun daden eerlijk en objectief gaan onderzoeken, verliest het cement der leugenachtigheid, dat de blanke maatschappij bijeen houdt, snel zijn bindkracht. Aan de andere kant blijft de visie van de zwarte wereld onveranderd - zij begint door te dringen en zich te verbreiden in een psychische sfeer, waar de onhoudbare blanke leuzen geen toegang hebben: in de geesten van jonge blanken. Het is merkwaardig, dat het systeem zoveel jaren goed heeft kunnen werken: dat de grote meerderheid der blanken zo lang blijkbaar niet bewust heeft bemerkt, dat er een tegenstelling bestond tussen hun visie op de wereld en de wereld zelf. Het denkmechanisme waardoor dat mogelijk werd, moeten we nader onderzoeken. We moeten in het oog houden dat de blanke man - om eerst de
| |
| |
slavernij en later de rassenscheiding te kunnen rechtvaardigen - een ingewikkelde en alles doordringende mythe heeft opgebouwd, waarin de zwarte man gekwalificeerd stond als een onder-menselijk lastdier. De mythe werd geleidelijk gewijzigd: de zwarten klommen op de ladder der evolutie omhoog. Hun status steeg totdat zij naast de blanken stonden, zij het van hen gescheiden. Dat plateau was bij het einde van de negentiende eeuw bereikt. Tijdens de slavernij werd de zwarte beschouwd als een hersenloos supermannelijk brok dienstbaarheid. Hij werd gedwongen het moordende werk te doen, dat hem de rug brak en hij werd gekwalificeerd en aangeduid met de naam, die zijn geschiktheid voor zulk soort werk uitdrukte, bijvoorbeeld ‘veld-nikker’. De blanke man voerde het beheer over de plantage, hij deed al het denkwerk en had absolute macht over de slaven. Het kostte hem weinig moeite om zich volkomen van de zwarten gescheiden te houden. En hij kon zich geen omkering van de posities van blank en zwart indenken; hij kon zich zelfs niet voorstellen, dat er ooit wederkerigheid in de betrekkingen tussen beide rassen zou komen. Zwarten en blanken werden beschouwd als typen, die elkaar wederzijds uitsloten. Daarom kan men eigenschappen, die aan de zwarte werden toegeschreven, niet tegelijkertijd aan de blanke toekennen, tenminste niet in gelijke mate, want anders zou de scheidingslijn tussen de rassen, worden uitgewist. Deze images van blank en zwart berustten op de functie, die de beide rassen hadden in de maatschappij en op de taak, die zij daarin verrichtten. De ideale blanke was een man, die zijn kop gebruikte, die wist hoe hij zaken moest leiden en regelen en die zijn opdrachten uitgevoerd kon krijgen. De blanken die uit hoofde van hun positie niet in staat waren die leidersrol te vervullen, streefden ernaar om nog ooit zo ver te komen. De ideale zwarte was iemand, die precies deed wat hem gezegd was en die dat vlug en opgewekt deed. Frederick Douglass
heeft eens gezegd: ‘Van de slaven verwacht men in het algemeen dat ze net zo goed zingen als werken’. Naarmate de positie en de functies van de zwarten veranderden, raakten de verstarde images van zwart en blank steeds verder achter bij de werkelijkheid. Het leerstuk van gelijkheid-maar-gescheidenheid werd in 1896 afgekondigd door het Hooggerechtshof. De gelijkstelling had in het binnenland een soortgelijke functie als de Open-Deurpolitiek tegenover China in de internationale sfeer: het dogma moest de stabilisatie tot stand brengen; het moest niet-blanke volken ondergeschikt houden zodat racistische uitbuiters met die volken konden manipuleren in overeenstemming met hun eigen zelfzuchtige belangen. De beide doctrines werden de wereld voorgespiegeld als kernstukken van verlichte gerechtigheid, als de hoogse uiting van moraliteit. De leer apart-maar-gelijk werd geheiligd door de religie, gerechtvaardigd door de filisofie en gelegaliseerd door het Opperste Hof: de doctrine werd aan het volk opgedrongen, overdag door de wetsdienaren en in het nachtelijk duister door Ku Klux Klan en Co. Booker T. Washington, de Martin Luther King van zijn tijd, aanvaardde het apart-maar-gelijk uit naam van alle Negers. W.E.B. Dubois veroordeelde de doctrine. De leer gescheiden-maar-gelijk kenmerkte de laatste fase van de vlucht der blanken in cultuur-neurose en het begin van een koortsachtig streven van de zwarte om zijn komplete mens-zijn te demonstreren en te laten zien, dat hij helemaal de gelijke was van de blanke. Er verschenen zwarten op alle terreinen, waar ze werden toegelaten, om een poging te wagen. Ze wilden op ieder veld gelijke of betere prestaties leveren als de blanke. Onder de zwarten gold het lang als een axioma, dat een Neger op elk terrein twee maal zo goed moest zijn als een blanke om door de blanke, met tegenzin, erkend te worden. Hierdoor
| |
| |
ontstond bij de zwarte een pathologische drang om de blanke te evenaren of te overtreffen en bij de blanken een pathologische behoefte om afstand van de zwarte te bewaren. Ziedaar het rad, waarop zwart en blank Amerika hun heerlijke marteling krijgen toegediend! Eerst was er de kleur-barrière, die de zwarte botweg toegang tot bepaalde kringen en ondernemingen versperde. Toen de barrière onhoudbaar werd en de zwarten binnendrongen in steeds meer sectoren van het openbare leven en de bedrijfswereld, vonden de blanken nieuwe methoden om de afstand te handhaven. De illusie dat de neger een inferieur wezen was, moest blijven bestaan. Een der vondsten van de blanken was om alles wat de zwarten deden met een ‘Neger’-label te merken. We hadden Neger-literatuur, Neger-atleten, Neger-muziek, Neger-dokters, Neger-polotici en Neger-arbeiders. Dat was een boosaardige truc. Dat speciale merkteken registreerde volkomen juist een objectief biologisch of althans sociologisch feit; maar het verhulde een hoogst belangrijk psychologisch gegeven; het feit, dat alles wat het predikaat Neger krijgt in de ogen der blanken automatisch afzakt naar een lagere rang. Dat de blanken de zwarten niet geven wat hun toekomt, is duidelijk gebleken in de muziek. Er zijn blanke musici beroemd geworden door naar Harlem en andere culturele Negercentra te gaan om daar grofweg de muziek van de zwarte man te stelen; die brachten die muziek over de kleurgrens naar de Superieure Blanke Wereld en precenteerden daar hun verwaterde buit als hun eigen oorspronkelijke creaties. De zwarten werden ondertussen belachelijk gemaakt als negermuzikanten, die inferieure coon-muziek speelden. De negerrevolutie in Amerika en de nationale vrijheidsbewegingen overal hebben de fantasie-wereld waarin de blanken leefden, zonder complimenten in puin geslagen. Het is
pijnlijk, dat velen van hen nog altijd niet inzien, dat die droomwereld in de tweede helft van de 20ste eeuw onbewoonbaar is geworden. Maar de blanke jeugd van vandaag keert zich van die wereld af. Held James Bond, de papieren rijger, die de blanken een triomfantelijk beeld van hen zelf biedt, spreekt precies datgene uit, dat de blanken zo verschrikkelijk graag willen horen en steeds opnieuw horen:
‘Ik ben nog altijd de Blanke Man, de heer van alle land, doden staat mij vrij, de wereld ligt als een keizerrijk aan mijn voeten.’ James Bond bestaat bij de gratie van dat verborgen tikkeltje angst en van dat psychische verzet, dat in de meeste blanken leeft. Het is voor die blanken ergerlijk om al die bruine mannetjes en gele kereltjes uit het mysterieuze oosten en die ondoorgrondelijke zwarten uit Afrika (om maar te zwijgen van die onbeschaamde Amerikaanse Negers) druk in de weer te zien. Ze komen naar de UNO en houden daar mooie praatjes en ze fladderen maar in hun gekke kleren heen en weer over onze wereldbol - net nieuwe onaangename wezens, die pas aankomen van een andere planeet. Vele blanken koesteren diep in hun hart het vertrouwen, dat de mariniers binnenkort wel bevel zullen krijgen om al die schooiers op te pakken en ze weer veilig in hun kooien op te bergen. Maar de blanke jeugd van vandaag keert zich af van deze blanke droom. In de wereldrevolutie, die nu op gang is gekomen, hebben de gekleurde volkeren het initiatief. Het feit, dat steeds meer jonge blanken de erfenis van hun eigen ras afwijzen en mannen van andere huidskleur tot hun helden en voorbeelden kiezen, pleit niet alleen voor het inzicht van die jongeren, maar ook voor de veerkracht van de menselijke geest in het algemeen. Want de helden van het initiatief in deze dagen zijn mannen, die doorgaans niet als blanken beschouwd worden: Fidel Castro, Che Guavara, Kwame Nkroemah, Mao Tse Toeng, Gamal Abdel Nasser, Robert F. Williams, Malcolm X, Ben Bella, John Lewis,
| |
| |
Martin Luther King, Robert Parris Moses, Ho Tsji Minh, Stokeley Carmichael, W.E.B. DuBois, James Forman, Tsjoe En Lai.
De jonge blanken zijn gaan reageren op het feit, dat de ‘American Way of Life’ een versteend stuk historie is geworden. Wat kan het hun schelen, dat de kaalhoofdige of kortgeknipte ouderen schelden op hun holbewonerspruiken. Het interesseert hun geen steek, dat de verstijfde huismussen niets moeten hebben van hun nieuwe dansen: Frug, Monkey, Jerk, Swim, Watusi. Ze weten alleen, dat het een lekker gevoel geeft om te swingen op ongebonden ritmen - heel wat anders dan star-ogend met elkaar over de dansvloer te zeulen op de doodse maat van geest-verstikkende Mickey Mouse-muziek. Het is geen wonder, dat de jeugd al haar respect heeft verloren voor de ouderen en hun verstarde wetten en normen. Van die oudere generatie heeft de jeugd niets anders in herinnering dan eeuwig gemekker over de plaats van de Neger in de Amerikaanse maatschappij en over het recht van volkeren overal ter wereld om zonder inmenging hun eigen zaken te regelen. De jongeren hebben gezien hoe de wetten, nationale en internationale, bespuwd zijn door mensen, die meenden, dat die wetten niet genoeg op hun lijf geschreven waren. Is het dan te verwonderen, dat de jongeren het recht menen te hebben om met sit-ins en buitensporige demonstraties wetten te breken, die door wettelozen gemaakt zijn? Oude politieke veemrechters met komische manieren en scheeft getrokken mondhoeken weten niets beters dan de instelling van commissies van onderzoek die de ordeverstoringen bestuderen om de oorzaak van de onrust onder de jeugd aan het licht te brengen. Kijk in de spiegel! De oorzaak, dat zijn jullie, mijnheer en mevrouw Gisteren - ja jullie twee met je gespleten tongen. De jonge blanke van vandaag moet wel weerzin voelen voor de gemene daden van zijn soort. Waar hij ook kijkt, overal, op alle continenten, ziet hij arrogante rassenwaan, barbaarse brutaliteit tegenover overwonnen en onderworpen volkeren, genocide de jonge blanke ziet de menselijke vracht, die de slavenhandelaars vervoeren hij ziet de
systematische uitroeiing van Amerikaanse Indianen; hij ziet de geciviliseerde naties van Europa in imperialistische verdorvenheid met elkaar vechten om landen van andere volkeren - en om het eigendomsrecht over die volken zelf. Er schijnt geen eind te komen aan de afgrijselijke wandaden waaraan het ras van de jonge blanke schuldig is. Schuldig. Het afslachten van de Joden door de Duitsers, het werpen van atoombommen op het Japanse volk - deze daden wegen zwaar op de gebroken geest en de verwarde gewetens van de blanke jongeren. De blanke helden met hun van bloed druipende handen zijn dood. De jeugdige blanken weten dat de volkeren van gekleurd ras, de Afro-Amerikanen inbegrepen, geen wraak zoeken voor hun marteling. Deze volkeren streven naar dezelfde dingen als de blanke rebellen: beëndiging van oorlog en uitbuiting. De jonge rebellen, zwarten en blanken, zijn vrije mensen - ze zijn vrij op een manier waarop nooit tevoren in de geschiedenis Amerikanen vrij geweest zijn. Vrij en ten diepste verontwaardigd. Er is thans in Amerika een generatie van jonge blanken die waarlijk het respect van de zwarte man verdient - en dat is een zeldzaam feit in de besmeurde annalen der Amerikaanse geschiedenis. Sinds de eerste contacten tussen zwarten en blanken tot stand kwamen, heeft de zwarte man heel weinig aanleiding gehad om een blanke te respecteren - met uitzondering van een John Brown en enkele andere, minder bekenden. Maar respect dwingt zichzelf af. Je kunt het niet geven en niet onthouden als het aanwezig is. Als een man als Malcolm X kon veranderen en
| |
| |
het racisme kon verwerpen, als ikzelf en andere voormalige Moslims kunnen veranderen, als jonge blanken kunnen veranderen, - dan is er hoop voor Amerika. Voor een man als ik, gevoed met de leer dat alle blanken duivels van nature zijn, was het een vreemde gewaarwording, toen mijn hart mij ingaf die jonge blanken toe te juichen en te respecteren - ondanks het feit, dat zij nakomelingen zijn van de meesters en ik de afstammeling ben van de slaven. De zonden der vaderen komen neer op de hoofden der kinderen, maar alleen als de kinderen in de wandaden der vaderen volharden.
Vertaling Jan de Vries
|
|