Opmerkelijk ook is het verschil tussen de vloeiende doorlopende metrische beweging in de met elkaar korresponderende regels 2 en 3, en de stotende beweging met ‘open plaatsen’ en opeenvolging van beklemtoonde 2-de en 3-de lettergreep in de regels 7 en 8, door welk verschil de tegenstelling tussen regel 1 en regel 6 bevestigd en verklaard wordt.
Het gradueel verschil tussen pakken en grijpen naar en tussen slaan naar en bijten, welke dynamische werkwoorden dit gedicht een sterk dramatische kracht geven, bevordert de ervaring der tegenstellingen, zowel die binnen de versregels als die tussen de korresponderende regels: het enkelvoudig subjekt in regel 7 en 8, een gat, het beeld, staat in tegenstelling tot twee in regel 2 en 3; het disjunktieve tussen subjekt en objekt in regel 2, vliegende: vallende, korrespondeert met de uitdrukkelijk gestelde disjunktie in regel 7: een gat: een ander gat, en in regel 8: het beeld: een beeld. Op grond van de gedeeltelijke identiteit van objekt en subjekt in regel 2, 7 en 8, zou men ook in regel 3 een objekt als evenbeeld van twee addertongen verwachten, welke verwachting gerechtvaardigd blijkt door spiegel en beeld in regel 8 en 9, waardoor de grijnzende gong niet alleen verlokkend uitdaagt om aangeslagen te worden, maar tevens de lichtvangende spiegel is, waarnaar de aan de aarde gebonden adders hun tong uitslaan om hun evenbeeld te raken.
Ten slotte dient voor de spiegel is bleek en bont de verklaring gezocht te worden in de regels 1 en 6, die strukturele korrespondentie vertonen met deze slotregel, zodat het adversatieve van bleek en bont moet korresponderen met niets en spits.
De struktuur van het gedicht blijkt hier de sleutel tot de betekenis ervan, die gedragen wordt door de kombinatie van de kernregels 1 en 6, respektievelijk uitgewerkt in de regels 2 en 3 en de regels 7 en 8, waarbij het adversatieve tussen regel 1 t/m 3 en regel 6 t/m 8 wordt gesteld in regel 4 en 5, terwijl regel 9 de syntese brengt.
Om te ontkomen aan het gevaar bij de interpretatie van de tekst te veel speelruimte te geven aan een subjektieve gedachtengang,