Raam. Jaargang 1966(1966)– [tijdschrift] Raam– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 12] [p. 12] G.J. Heederik Gedichten Tijdelijk De tijd dat het ruggemerg in de rug zat is voorbij. Daar zit nu hernia. Het ruggemerg klimt hoger nog dan in zijn eerste tijd. Het heeft de tijd mee. Het zijn de gediscrimineerde lichaamsdelen die eindelijk de top bereiken. Wat onder was is boven. De ondergeschikten krijgen een hoed op het hoofd. Handschoenen voorkomen onnodig kwetsen. Man ga opzij ik ben de laagste geweest nu ga ik hoog. Eén ding is een geluk. De spin die omhoog klimt neemt zijn draad mee. Voor het vallen. Voor het geval. Voor het geval de hersenklonten niet opzij gaan. [pagina 13] [p. 13] Forsythia De juffrouw leert de kinderen de planten. De kinderen zeggen haar na: Al bloemen en geen blaadjes. In het latijn Forsythia. De jongens proberen de meisjes aan het lachen te maken. Ze gooien met geel door de klas. De juffrouw wordt er groen van. De meisjes stellen vragen. Ze schrijven de juffrouw na. De jongens worden uitgelaten. Ze praten de juffrouw na. Wanneer de meisjes giechelen hoe schrijf je Forsythia fluisteren de jongens geef je schrift maar: Geen bloemen en al blaadjes. Ze tekenen de juffrouw na. [pagina 14] [p. 14] Transistor Alleen met het hoofd op de voeten kan ik nog de stad uit. Hart en nieren draag ik in een geplastificeerde huid. Alleen met ontwikkelingsogen mag ik naar zee. De lift naar noem maar op een etage voert het geheugen mee. De slager is nog het beste af. Hij is het minst veranderd. Die slaat nog net als alle vaders het hoofd van de romp af. [pagina 15] [p. 15] Nationaal programma We worden overgebracht van de ene in de andere dag. Net doden. We krijgen de gezichten van luisteren naar de berichten. We worden op hoeken en gaten gelegd. Ten prooi aan het minste beetje gebed. Net doden. We worden tot de laatste toe donker gezet. Vorige Volgende