Nieuwe Boeken
Jerzy Kowalewski, Revanchisme en raketten, Pegasus, Amsterdam 1965.
De Poolse journalist Jerzy Kowalewski, die enkele jaren als korrespondent in de Duitse Bondsrepubliek heeft doorgebracht, presenteert in dit boek een verzameling gegevens over de Westduitse herbewapening in de jaren 1956-1964. De kracht van deze publikatie bestaat erin dat zij is opgetrokken op kontroleerbare waarnemingen. De schrijver rekonstrueert stap voor stap, voornamelijk aan de hand van uitspraken van de Westduitse politieke leiders, de ontwikkeling van de Bondsrepubliek naar een nucleaire mogendheid.
Hij komt tot de konklusie dat in 8 jaar tijd de Bondsrepubliek, naast een bijzonder sterke konventionele strijdmacht, een aanzienlijk arsenaal van geleide projektielen heeft opgebouwd; dat zij over geoefend personeel voor de bediening van atoomwapens beschikt, technologisch de produktie van atoomwapens en raketten onder de knie heeft, en een aandeel heeft veroverd in de planning van de N.A.V.O.-strategie. Terwijl bovendien de Westduitse medezeggingschap over een eventueel gebruik van de westelijke atoommacht onderwerp van besprekingen is, zij het dat deze in een impasse zijn geraakt.
(Wat de schrijver nog niet kon weten is, dat sinds enkele jaren aan de herrezen Wehrmacht taktische atoomwapens zijn toevertrouwd, onder een Amerikaans toezicht van - tot voor kort, naar men ons geruststelt - dubieuze waterdichtheid.)
Over de raketten bestaat dus duidelijkheid. Hoe staat het met het revanchisme? De auteur weigert aan te nemen dat de Bondsrepubliek gedreven wordt door zorg voor haar veiligheid. Hij wijst erop dat de Westduitse regering de bewapeningswedloop heeft aangemoedigd; hij verzuimt uiteraard niet om te wijzen op het streven van de Bondsrepubliek naar likwidatie van de D.D.R. en herziening van de in Potsdam vastgestelde grenzen.
Toch komt het mij voor dat deze feiten de term revanchisme niet rechtvaardigen. Dat de Bondsrepubliek militaire kracht als een welkom politiek machtsmiddel beschouwt, is vanzelfsprekend. Voor welke doeleinden haar bewindslieden dit middel bruikbaar achten, valt moeilijker te precizeren. Hebben Adenauer en Strauss herziening van de Oder-Neisse-grens en uitschakeling van de D.D.R. als haalbare kaarten beschouwd? Van Erhard en Schröder valt dit in ieder geval niet te verwachten. En de vrees voor een Westduits militair avonturisme heeft, zolang er in de Bondsrepubliek Realpolitiker aan het bewind zijn, de idiotie van zo'n onderneming tegen zich.