Raam. Jaargang 1963-1964(1963-1964)– [tijdschrift] Raam– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 11] [p. 11] Clemens Raming Hert, kind en jager altijd nog en langs iedere weg zit en schrijft die oude tollenaar! dus prijs ik de trilling die aan zijn weeg- schaal ontglipt: het naderen van het hert, het kind en de jager het hert een plotselinge bres tussen zon en aarde zie, ongevonden heerst mijn sprong langs iedere oever snelt lenig als in den beginne naar het oog het raakbaar gebeuren het kind vroeger en later zijn eenzelfde water de deur ging halfluid open er was een gang waarin je stem een vleermuis werd de jager vrijpostig fluit ik op mijn vingers ik schop naar de hond die het woud bevuilt maar 's avonds waak ik tot de nuchtere hand der stilte op tafel het onomwonden antwoord legt [pagina 12] [p. 12] Oude vrouw in het oude huis bukt de oude vrouw en beknort de vergeten man ze kijkt uit het raam en groet de dominee uit de rug van de dominee klimt winter (kinderen schaatsen onder sneeuwgrauwe wolken kreten hollen de schuur van de schemering in) aan de nachtgrens wacht het gastenhuis van een pelgrimsoord: ook de verste reizigers komen nu binnen Vorige Volgende