Journaal
VERHOEVEN: Een probaat middel tegen het klakkeloos aanvaarden van allerlei ‘progressieve’ ideeën is een nauwkeurige studie van de taal, waarin ze gelanceerd worden. Heel wat progressiefs valt door de mand, omdat het op een verdachte manier onder woorden gebracht wordt. Want wat niet behoorlijk gezegd wordt, wordt niet helder gedacht en wat niet helder gedacht wordt is als idee, progressief of conservatief, waardeloos. En de helderheid van de gedachte wordt dikwijls alleen al belemmerd door het hanteren van mooie, modieuze woorden, die men gedachteloos van elkaar overneemt. En zijn een aantal woordpatronen in omloop, die maar telkens herhaald worden zonder dat voldoende rekening gehouden wordt met de aard van de zaak, waarover het gaat. Men begint maar met één van die gonzende zinnen en hoopt, dat alles dan vanzelf verder loopt. ‘Wij leven in een tijd van stormachtige ontwikkeling; veel van wat vroeger vast leek te staan, gaat nu op de helling’. Wie zo'n begin kiest, neemt het op zich alles waarover hij gaat praten, in verband te brengen met deze onze grootse tijd en tevens het hoe dan ook op de helling te zetten. Een van de cliché's van deze tijd is het te vragen naar de zin van alles en nog wat in juist deze tijd. Heeft de poëzie nog zin in deze tijd? De demokratie? Het celibaat van de priesters? Het dagblad, de kermis, het houden van katten? En zo gaat het maar door; men vraagt niet meer naar de zin van de dingen zonder deze tijd erin te betrekken. Dat is natuurlijk in zijn inspiratie uitermate zinvol, omdat de tijd de dingen en de zin van de dingen verandert. Wat enige eeuwen geleden zinvol was, is het misschien nu niet meer bv. de trekschuit en het kolonialisme. Het kan ook zijn, dat men eeuwenlang geloofd heeft in de zin van iets, waarvan nu, afgezien van alle tijdsbesef, de zinloosheid duidelijk blijkt. De geschiedenis laat vergissingen royaal toe. Dan bestaat nog de
mogelijkheid dat iets in een vroegere tijd een andere zin had dan in deze tijd bv. de demokratie. Het is dus goed de tijd te betrekken bij de vraag naar de zin van de dingen. Het is zelfs de vraag of men naar de zin van een verschijnsel kan vragen zonder verband met de tijd. Maar het is natuurlijk wel zaak, die dingen dan ook duidelijk met elkaar in verband te brengen. Als men bv. de vraag stelt naar de zin van het celibaat in deze tijd, moet men zich niet alleen afvragen, welke zin dit verschijnsel in het verleden heeft gehad, maar ook in hoeverre juist deze tijd daaraan afbreuk doet, om de kwestie althans enigszins zindelijk te kunnen