Raam. Jaargang 1963-1964(1963-1964)– [tijdschrift] Raam– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 30] [p. 30] Ben Wolken Beraden roes één zelfzucht: in één zelftucht taal temmen streng instrument streling ontwend te krijgen te geven ook u onteder: wat u betreft treffe u ook midscheeps tredend in trommelvlies hoorcellen hersencellen ben ik nog buiten maar uw hart handen en ingewanden bid ik u beven nu niet zat van woorden maar van verstaan. [pagina 31] [p. 31] Antonius' varken Knorrend oud worden met een spinneweb voor de klok en gedachten op rente gezet wijn bepeinzen uit lichter jaren weinig licht van buiten en de ongedane daden als brieven in de bus doof laten liggen ook het varken verdient een stralenkrans. [pagina 32] [p. 32] Geschiedenisstudie Heeft men in lange nachten aan een kleine bron van lamplicht de grens van zijn leven bereikt en rijkelijk overschreden heeft men zich hoge namen en grote gebaren toegedicht en vele vreemde gestalten in een eindeloos ik begrepen de strijd van eeuwen volstreden dan voelt men - maar niet bevreesd - een donkere nabijheid en als men het bed zoekt stappen achter zich aan en als men ligt staat hij hoog opgericht op het oude zwaard geleund en wat is hij dan geworden een beul zonder rekenschap of een schildwacht - daar denkt men nog over en soms stelt het dan gerust dat men weet dat hij staat aan het bed want ook een bitter einde is een einde. [pagina 33] [p. 33] Paarsgewijs Tussen de moeders en de dochters word je steeds meer godin allengs versteent je marmer - kun je nog lonken Venus? Ik offer verjaarde brieven mistroostige treinen en leugens neem ze voor duivenbloed neem ze voor wierook Venus En op dit blank altaar wil ik zelf offer zijn. is de dood niet te ontgaan, dan toch te vergeten, Venus. [pagina 34] [p. 34] Was het verlangen zo sterk dat het wist wat het wilde en de geest zo sterk dat hij verlangen besliep tot het herinnering aanzijn gaf als blaren aan wortels gegroeid? ik voelde vervlogen jaren als ploegen door mijn gezicht ik wist van de tuin en het huis en het bad en het bed en het kind en hoe wij iedere vezel kwamen te kennen en te verteren. dagen en eeuwen deinden achter je haren in de wind je hebt mijn gezicht getekend met goed gelogen jaren. [pagina 35] [p. 35] Als de tijd komt - en hij komt - van niet meer kijken in dit geheim niet meer mezelf in de glimmende koffieketel vertekend te zien en in geen ogen mezelf meer te vinden hoe ook vertekend - en die tijd komt want er zijn nu al ogen waar ik geenszins meer in besta en overal langs paden liggen onze kussen als gistend fruit onder de bomen. [pagina 36] [p. 36] O mijne mijne mijne verlaten kleine godin met je neus in de wind en je haren als geesten rondom je hoofd je bent uit de branding gestoten witte kleine verlaten kindervis toch konden ze leren de vissen van enige zilte kussen onder de luifels van hun golven kijken ze uit de kleine burgers ze kijken wel uit hoe kan zich diep in zee de sage nog voltrekken dat monden als koralen samengroeien zitten wij hier om het geschubde vee op het basalt te lokken in de verlatenheid om het geluidloos geluk te leren dat vissen niet leren in hun scholen zij paren met het water maar zelf kunnen ze nooit vervloeien als wij. Vorige Volgende