Licht in de duisternis. Over de invloed van een vroeg-twaalfde-eeuwse tekst in de late middeleeuwen
P. Bange
Naar aanleiding van: N. Klunder, Lucidarius, De Middelnederlandse Lucidarius-teksten en hun relatie tot de Europese traditie. Amsterdam: Prometheus, 2005. 559 pp. ISBN 90 446 0739 1. Prijs: €35,-.
Deze studie betreft de handelseditie van een dissertatie, die in november 2005 in Leiden werd verdedigd. Zij bestaat uit twee delen: een studie en tekstedities, namelijk een diplomatische editie van de Vers-Lucidarius en van de Artes-Lucidarius. De edities zijn voor neerlandici en historici van groot belang. In het eerste deel, de studie, wordt de Latijnse ‘oertekst’, het Elucidarium of ‘Lichtbrenger’ van Honorius Augustodunensis, dat begin twaalfde eeuw werd geschreven, aan een korte bespreking onderworpen, en wordt vooral ingegaan op de verspreiding van deze catechetische tekst in dialoogvorm over West-Europa. Vervolgens komen de andere Lucidarii aan de orde: de zogenaamde Vers-Lucidarius, de Proza-Lucidarius en de Artes-Lucidarius. De laatste vertoont niet veel overeenkomsten met de eerste twee: de tekst bevat vooral veel aardrijkskundige en natuurwetenschappelijke kwesties.
De grondtekst, het genoemde Elucidarium, is een interessant traktaat, dat in de vorm van een gesprek tussen een meester en een leerling de belangrijkste zaken bevat die een christen dient te weten. De auteur, Honorius Augustodunensis, moet ergens tussen 1080 en 1090 zijn geboren. Zijn geboorteplaats is onbekend. Er is de hypothese dat hij van Ierse afkomst is, maar hij zou ook familie kunnen zijn geweest van Anselmus van Canterbury, die behoorde tot de lage adel in het dal van Aosta. De naam Augustodunensis is afkomstig van Augustodunum, de benaming van de Ierse communauteit St.-Jacobus bij Regensburg, waar Honorius waarschijnlijk het grootste deel van zijn werkzame leven (1103-1140) heeft doorgebracht. In één van zijn werken geeft hij zelf aan wat hij zoal heeft geschreven. Naast het Elucidarium zijn dat onder andere een prekenverzameling, een tekst over onreine priesters en over heilige ambten, een Imago mundi over de gesteldheid van de aarde, een traktaat over de vrije wil en verklaringen van een aantal bijbelboeken. In zijn inleiding op het Elucidarium zegt Honorius dat hij zijn dialoog heeft geschreven op verzoek van zijn medebroeders in Canterbury waar hij dan nog verblijft. Hij behandelt achtereenvolgens goddelijke zaken, kerkelijke zaken en het toekomstige leven, essentiële onderwerpen die zowel aankomende priesters alsook gewone gelovigen moesten weten. Dat deze tekst vervolgens in honderden handschriften werd verspreid en in vele talen werd vertaald, geeft aan hoe belangrijk de inhoud ervan werd gevonden. Al in het eerste kwart van de twaalfde eeuw verschijnt er een Oudengelse vertaling, en voor het einde van die eeuw zijn er al Scandinavische en Duitse versies.
In deze dissertatie gaat het, als gezegd, om de drie genoemde Middelnederlandse vertalingen/bewerkingen. Bij de eerste twee gebeurt dat aan de hand van de volgende paragrafen: overlevering, bewerkingstechniek, andere bronnen, het (beoogde) publiek. Uit een en ander blijkt, dat de vertalers niet slaafs hun voorbeeld hebben nagevolgd, maar door hen minder relevant geachte gedeelten hebben weggelaten en passages hebben toegevoegd wanneer zij dat voor hun lezers duidelijker vonden. In dit laatste geval maakten zij soms gebruik van andere bronnen, zoals bijvoorbeeld de bijbel, de kerkvaders of Maerlants Rijmbijbel. In de Vers-Lucidarius vervangt een korte berijmde proloog de veel langere inleiding van het Latijnse origineel. Het grondplan komt verder overeen met het Elucidarium. Deze tekst, die het meest populair was, is omstreeks 1300 tot stand gekomen. De Proza-Lucidarius, die in de tweede helft van de vijftiende eeuw moet zijn geschreven, is maar in één handschrift overgeleverd. Deze tekst volgt grotendeels getrouw de volgorde van de Latijnse vragen, in een nauwkeurige vertaling. Deze twee teksten gaan dus beide rechtstreeks terug op het Latijnse Elucidarium.
De Artes-Lucidarius is een ander verhaal. Deze tekst is niet gebaseerd op het Latijnse voorbeeld, maar op een Duitse tekst, die Lucidarius heet. Deze Lucidarius is een prozatekst in drie boeken, waarin in dialoogvorm theologische, liturgische, eschatologische, maar ook profaan-wetenschappelijke onderwerpen behandeld worden. Juist wat dit laatste betreft is er dus een duidelijk onderscheid met de boven-