Princesse Liet-boec
(2007)–Willem Reyers de Lange, Anoniem Princesse Liet-boec– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 3]
| |
[Penelope en Odysseus] [editie]Penelope schrijft aan Odysseus,
op de melodie van Laestmael ontrent den avont by avonture O Venus, godin van de liefde, u bent zo wreed,
dat kan ik niet langer verdragen.
Mijn liefste komt maar niet terug
en dat kan ik niet langer aan!
Machtig Troje, edele stad,
als u nog bestond, zou ik niet zo'n zwaar
en treurig leven hebben.
Want hij is me vergeten
en vooral 's nachts mis ik hem het meest.
Al tien jaar lang lig ik alleen in bed,
dus ik beklaag me bij u, Venus.
Jij, lieve prins,
je bent zó lief, ik verlang er heel erg naar
om weer bij je te zijn.
Andere Griekse koningen zijn als overwinnaars
naar hun vaderland teruggekeerd,
maar van jou, Odysseus, heb ik nooit meer iets gehoord.
Waar ben je dan toch, dappere ridder?
Bij andere vrouwen?
Ik haal me nog meer van die dingen in mijn hoofd,
maar liefste, ik ga ze je niet vertellen.
Als het zo is, lieveling, dat je
deze brief van mij in handen krijgt,
dan hoef je er niet op te antwoorden,
kom liever zelf en troost me!
Ik heb het zwaar te verduren
met die onbeschofte zeven vrijers
die naar mijn hand dingen.
Prins
Ik wacht alleen op jou,
lieve en mooie prins.
O, wat zou ik blij zijn
als ik je in levende lijve zou zien
en als je kon vertellen, en als je kon vertellen
over jouw schitterende heldendaden
in de Trojaanse oorlog.
| |
[pagina 4]
| |
Odysseus beantwoordt Penelope,
op de melodie van Hoe ben ick in liefde aldus verblindt Wat een droevige toestand,
altijd maar treuren,
ik ben er heel ellendig aan toe!
In jouw brief, allermooiste, staat
dat ik je geen antwoord moet schrijven
maar je zelf moet komen verlossen uit je verdriet
om zo het goede nieuws te brengen.
Dat zou ik wel heel graag willen,
maar Aeolus' krachten en Boreas' verschrikkingen
die zitten ons dwars!
Het is niet Troje wat me nog tegenhoudt,
die stad is geen oorzaak meer van je verdriet.
Heb alsjeblieft nog een beetje geduld.
Ach, was ik maar net als Pleisthenes,
die zijn liefste eenvoudigweg
weer kon omarmen,
al was de zee onstuimig. Hij was vast van plan
zijn geliefde weer te zien, dat was zijn troost.
Terwijl de zee nog voortbulderde, gaven zij zich
samen vol plezier over aan de liefde.
Ik heb medelijden met je, mooiste van me,
omdat je daar zo
in de narigheid zit,
maar mijn verdriet en ellende
zullen bijna afgelopen zijn.
O mooie bloem,
als jij zou horen, liefste,
hoe ik rondgedwaald heb vol verdriet,
dan zou je, lieveling,
mij niet langer de schuld geven
en nog een beetje geduld met me hebben.
Prins
Prinses, hou nog even vol,
dan zullen we samen gelukkig zijn,
zonder haat en nijd.
Ik denk, allerliefste, voortdurend
aan je prachtige verschijning.
| |
[pagina 5]
| |
Liefste lief, klaag toch niet meer,
want dat valt mij te zwaar.
Angst heeft plaatsgemaakt voor hoop,
dus verwacht me gauw thuis.
Ik maak me dag en nacht
zorgen om jou.
|
|