Pret in elfen- en kabouterland
(ca. 1943)–Anoniem Pret in elfen- en kabouterland– Auteursrecht onbekend
[pagina 13]
| |
[pagina 14]
| |
Re-pel-steel-tje, die prach-tig kon schoon-rij-den, kwam aan-ge-zwierd, zon-der om te kij-ken, reed hij ach-ter-uit een fraai-e acht, al-thans bij-na, want mid-den in de acht bots-te hij te-gen de slee op, zoo-dat hij met een smak op het ijs kwam en het ijs er van kraak-te. Het elf-je zei heel te-recht: ‘Je moet kij-ken, waar je rijdt. Wij gaan recht-uit.’ Een paar spreeu-wen op de schaats en een veld-muis hiel-pen hem weer gauw op de been. Ook een sneeuw-pop kwam aan-ge-sneld, maar toen was Re-pel-steel-tje al-lang weer uit het ge-zicht ver-dwe-nen. |
|