tuimelschakelaar. Typisch voor het Nederlandse taalgebied zijn ook de talrijke Noord/Zuid-varianten. In de verzekeringsbranche spreekt men in Nederland bijvoorbeeld van een all risk-polls en in Vlaanderen van een omniumverzekering. Om spraakverwarring te vermijden en om de vaktaalcommunicatie zo efficiënt mogelijk te doen verlopen, wordt een beroep gedaan op specialisten van het terminologiewerk en de normalisatie.
Terminologiewerk houdt in: het analyseren van (vak)begrippen, het bepalen van begripsinhouden, het onderzoeken van verbanden tussen begripsinhouden, het ontwerpen van begrippenstelsels, het beschrijven van begrippen in definities, het benoemen van begrippen met een term of een symbool, het selecteren van geschikte woorden of woordelementen om termen te vormen, het creëren van correcte nieuwe termen, enzovoort. Er zijn twee soorten terminologiewerk: descriptief en prescriptief. De eerste onderzoekt de bestaande relaties tussen termen en begrippen in de verschillende vakgebieden. De tweede schrijft voor welomschreven begrippen vaste termen voor. Hierbij sluit de normalisatie nauw aan. Normalisatie is het opstellen en toepassen van regels om eenheid te scheppen op gebieden waar verscheidenheid overbodig en ongewenst is. Het doel van het normaliseren van vakterminologie is dus het tegengaan van overbodige termenverscheidenheid.
In het Nederlandse taalgebied wordt het normalisatiewerk uitgevoerd door de terminologiecommissies van het Nederlands Normalisatie-instituut (www.nen.nl) en het Belgisch Instituut voor Normalisatie (www.bin.be). De normen die ze opstellen, worden gepubliceerd in het tijdschrift Normalisatie-Nieuws en in de BIN-Revue. Ook de Commissie Terminologie van de Nederlandse Taalunie (http://taalunieversum.org/taalunie/) speelt een belangrijke rol. Haar belangrijkste projecten en acties zijn:
- | VIP-Term, een internetvoorziening voor informatie en documentatie over terminologie; |
- | Terminologiecentrale, een instantie waar bedrijven en instellingen hun terminologiecollecties kunnen deponeren. Dit maakt het mogelijk de collecties gezamenlijk te beheren; |
- | Databank Overheidsterminologie, waarin in een eerste fase de terminologie van het sociaal recht verzameld en beschreven wordt. |
Een goed voorbeeld van een terminologische norm is NEN 5050 (NEN =
Nederlandse norm). Hoofddoel van de norm is een lijst te geven van woorden en termen die veel in bedrijfsteksten gebruikt worden en die door hun on-Nederlandse vorming, onjuist gebruik, foutieve spelling of uitheemse oorsprong voor verbetering vatbaar zijn. In de toelichting op de inhoud wordt erop gewezen dat er voor het antwoord op de vraag of een woord of constructie goed Nederlands gis, geen absolute, vaste criteria bestaan. Als eisen waaraan een ideale term moet voldoen, worden vaak genoemd: hij moet taalkundig correct en kort zijn, gemakkelijk te spellen en uit te spreken en geen problemen opleveren voor het vormen van afleidingen. De normcommissie voor van NEN 5050 heeft gestreefd