L.J.M. Feber over de Nieuwe dramatiek
DE schrijver van ‘David’ en ‘Holofernes’ heeft, op verzoek van het Vlaamse Volkstoneel, te Leuven en Brugge gesproken over de Dramatiek van onze tijd. Het was een op vele plaatsen hooggestemde rede, die getuigde van een diep inzicht in het wezen der moderne dramakunst onder katholieke inspiratie, en waarvan wij hieronder de hoofdlijnen willen aangeven:
1o Er zijn tijden geweest waarin de mens bezat levenseenheid, levenstijl, kultuur.
2o Kultuur is die gemoedsgesteldheid waarin het leven wordt aanvaard als een realiteit. Wij katholieken zien in het leven geen welbehagelik spel, maar een werkelikheid: hét drama in zijn grote algemeenheid van 's mensen ontvangenis tot aan zijn ingang tot doem of zaligheid.
3o In de grote kultuurperioden - als de Middeleeuwen - waren de mensen door het gemeenschappelik bezit van een centrale, het leven richtende gedachte, gebonden. Die gedachte was het die, om te spreken met de Scholastieken, stralend werd geöpenbaard in de poëzie, de architektuur, het drama.
4o De dramatiek in die tijd openbaarde stralend wat aan de tijdgenoten het innigst gemeen was. Zij heerste over de geesten omdat zij zich neerboog in dienstbaarheid vóór God en de gemeenschap. Zij inspireerde omdat zij haar kracht putte uit de oer-bronader van alle zieleleven. In het Oosten - op Java - geldt het toneel nog als iets heiligs: een boek des levens voor de Javanen die in hun toneel vinden de belichaming, in de edelste stijl, van hun hoogste levensidealen.
5o Dát ideaal van het toneel heeft in het Westen de Renaissance verwoest. De Renaissance heeft de autonomie van het toneel bewerkt; zij heeft het toneel geplaatst buiten alle perken van moraal en tucht, Het toneel is neergestort tot amusementskunst van het laagste allooi. Het leven wordt niet langer gezien als de verwezenliking van het wereldplan. De renaissance-kunstenaar kijkt tegen het leven aan, hij beschouwt het niet meer van binnen uit.
6o De moderne dramaturg, opgegroeid in de gedachten der Renaissance, springt op het leven toe om er zijn lust tot analyse op bot te vieren. Het naturalistiese drama schiet te kort in de ordening, het slotwoord is steeds waarom?