bewaard voor den ramp, van oude jonge-heertjes te worden in de Nederlandsche Letteren.
Hij gaf een gloed aan ons litterair bestaan, en geen gering deel nam hij in van onze letterkundige jeugd-gepeinzen.
Zijn taal was onze spreektaal geworden; we scholden mekâer uit, onder de vrienden voor ‘lollige krakeling’,‘knollige alikruik’, ‘fiksche kaerel’, en weet ik al wat meer, en als we mekâer tegenkwamen op straat, dan gaven we elkander 'n klap op den schouder, en zeiden we, gnuivend van genoegen ‘Wel Koos, kerel, blij da 'k je zie; ga je mee 'n borrel pakken, en hoe staat 't met de schrijverij?’
Zoo maakte Van Deyssel een deel uit van onze ‘litteraire lol’, en konden we avenden lang over hem boomen, verlangden we, hem 'ns te zien, en zeiden we tegen elkaar: ‘Verbeeldt je, dat ie nou 'ns binnen kwam; fijn zou dat wezen!’ We voelden ons ras echte tachtigers, toen de tijd der tachtigers al lang voorbij was, en we konden ons Van Deyssel niet anders voorstellen dan als 'n felle, jonge kerel.
Maar nu is er iets gekomen, dat heeft doen scheuren de sluier van romantische fantasie en vereering, waarmede we de persoon van den Heer Van Deyssel omgeven hadden; 'n gewoon krantenbericht: Van Deyssel zestig jaar.
Nu weten we 't met klare zekerheid: Van Deyssel 'n oude man; hij heeft z'n plaats gekregen in de geschiedenis van onze Nederlandsche letterkunde, en is daar als een mummie, ingepakt en wel, in z'n eigen genummerd vakje gelegd; men heeft al de plaats bepaald, die hij inneemt onder de nederlandsche litteratoren, en alleen 't tweede jaartal achter z'n naam ontbreekt nog, om de collectie volledig te maken.
Van Deyssel is er gewèest, zooals de heele Nieuwe Gidsbeweging er gewèest is, en ten slotte is uitgeloopen op 'n decadentie.
Op zijn verjaardag heeft hij ons als geschenk gegeven, de geschiedenis van zijn eigen leven; en dan herdenken we nu dit leven van dien grooten schrijver, en vinden nog ééne ópen plek in de krans van piëteit en vereering, die onze herinnering hem gevlochten heeft: als katholieken missen we in Van Deyssel den echten Thym, den Roomschen Thym.