(Don Juan), die zoo ingewikkeld zijn, dat het moeite kost ze te lezen. En dit zijn dan nog de beste werken, om van de overige klassieke dramaturgie maar te zwijgen, wier woordverwarringen door geen enkele andere geëvenaard wordt. En aan die starheid van denken en vorm, aan die verwarde uitdrukking, paart zich dan nog het gebrek aan zielkunde en vindingrijkheid, waaraan het ten slotte te danken is, dat het klassieke drama van Spanje dat toppunt van onzinnige intrigues en argumenten bereikt heeft.
Eeuwenlang is men voortgegaan dit materiaal van traditioneele eer, trouw aan den koning, zelfmoord, duel enz. in eindelooze variaties te verwerken, en men moet zich die verstarring en dufheid wel goed bewust zijn, om de beteekenis van den man te begrijpen, die Spanje van dit rariteiten-theater bevrijdde.
Die man was Benito Pérez Galdós, en het drama waarmede hij de revolutie tot stand bracht, Realidad (Werkelijkheid), bracht heel wat opschudding teweeg. Het werd in 1890 voor het eerst opgevoerd, en hoewel het publiek niet met de nieuwe richting was ingenomen, ging Galdós op den eenmaal ingeslagen weg voort, zoodat het hem tenslotte gelukte voor goed een einde te maken aan de klassieke traditie.
Het gegeven van Realidad zou ook een dertig jaar geleden weinig tegenstand ondervonden hebben van de zijde van het West-Europeesche publiek. - Een vrouw, wier minnaar zelfmoord heeft gepleegd, onderdrukt haar verlangen alles aan haar man te bekennen, en zwijgt. Doch haar overtuiging, dat de echtgenoot niet op de hoogte is van haar misstap, is onjuist, hij weet alles, doch laat de bestraffing aan haar geweten over. - Uit het bovenstaande zal wellicht duidelijk zijn, dat deze oplossing zoo'n groote aanslag was op de Spaansche traditie, dat het publiek zich niet gewonnen kon geven.
Galdós was bij de verschijning van dit eerste drama reeds een zeer bekend novellist. Dit werk, en in min of meerdere mate ook zijn latere, vertonen dan ook de fouten van een novellist, die tot de dramatiek overgaat: breedsprakige dialoog, te groote karakteruitbeelding ten koste van de behandeling. Doch zijn scherpe wedergave van de samenleving, de eenvoudigheid en ernst van zijn streven, en bovenal de revolutie, die hij tot stand bracht, maken dat hij de baanbreker van het moderne Spaansche theater is geworden.
Het drama van Galdós heeft vele navolgers, en ook vele tegenstanders gevonden. Zoowel door den aard van dit artikel, als om de mindere beteekenis van hun theater, bepalen wij ons tot dat van Benavente, hetwelk zoo groote beroemdheid heeft verworven, over de Pyreneeën is gekomen, en tenslotte zijn schepper den Nobelprijs bezorgde (1922).
Ongetwijfeld behoort Jacinto Benavente tot de beste der moderne tooneelschrijvers, ook al is hij in zijn pogen een algemeen menschelijk drama voort te brengen, gefaald. Doch het is absurd hem, zooals men dat in de Ver. Staten deed, een Spaanschen Shakespeare te noemen. In Benavente zien wij een man, begaafd met bijna geniale dramatische kwaliteiten, die te midden der verdorvenheid objectief tracht te blijven, en tenslotte toch niet aan den invloed van zijn omgeving ontkomt. Dezelfde kringen, die hij heeft gehekeld hebben hem besmet. Madrid heeft hij willen schilderen, doch Madrileen is hij geworden, geestig, brillant, maar met een negatief idealisme, satyriek. Telkens en telkens