Pogen. Jaargang 2
(1924)– [tijdschrift] Pogen– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina t.o. 105]
| |
COMPOSITIE van VICTOR SERVRANCKX
| |
[pagina 105]
| |
Moderne Vlaamse schilders: Victor Servranckx.Ga naar voetnoot*
| |
[pagina 106]
| |
die boven die der zinnen is uitgerezen) weer de kunst hebben: dat is de door mensen gebouwde schoonheid!
* * *
Bloeiend en vol inkarneert Victor Servranckx het ideaal van de moderne generatie in de kunst. Van deze generatie die het dilettantisme verfoeit, de weke gevoelerigheid schuwt en uit de schemeringen van het vaag symbolisme in het helle licht van het grote, sterke leven treedt. Van deze generatie die de kunstenaar weer zijn plaats aanwijst in de gemeenschap: niet als kopist en niet als vervormer, naar zijn allerindividueelste gesteltenis, van het reële leven, maar als schepper van kunstwerken die leven uit zich zelf, en zijn als de bloemen natuurlik. Het is deze jonge, moderne artiest vooral te doen om de waarheid van zijn kunst, en niet minder om de algemeen-menselike waarden ervan. Deze jonge, moderne kunstenaar wordt weer de bezetene door zijn kunst, de bewogene door een sterke, onafwendbare liefde. Wanneer deze jonge kunstenaar een schilder is, dan beijvert hij zich niet om zo natuurgetrouw en zo haarfijn mogelik een model ‘uit te schilderen’; maar dan is zijn enige, opperste bekommernis: te schilderen. Of hij een figuur schildert, of een stilleven, of een eenvoudige vlakkompositie, steeds is het er hem om te doen: kleuren, en vlakken te harmonizeren naar de wetten der schoonheid. Hij wordt dan, in zijn beste, zuiverste ogenblikken, de bezielde vakman, die op de dode stof de schittering werpt van zijn ordinerende geest; die de dode materie doorgloeit met de magiese vlam van zijn artiestschap, d.i. van deze geestelike eigenschap die aan de dromen en daden van een mens een luister bijzet waardoor zij komen te staan in de aureool van de schoonheid, die zelf als de hemel van het leven is.
Victor Servranckx behoort in Vlaanderen tot de zogenaamde ‘abstrakte’ schilders. Een ‘abstrakt’ schilderij noemen wij op onze dagen: een schilderij dat niet aan een of ander onderwerp gebonden is. De schilder heeft tot zijn dispositie: kleur en vorm. Daarmede wil hij werken. En daarmede alleen. Kan hij ons estheties ontroeren, dan is zijn arbeid niet verloren. Zoals de moderne dichter door nieuwe ritmen, nieuwe beelden het publiek weer boeien wil, het publiek wakker wil maken voor de klank en de bediedenis van zijn lyriek, zo tracht deze schilder nieuwe vormen te ontdekken, nieuwe receptakels voor de kleuren op zijn palet; vormen die spreken tot iedereen, absolute schoonheidswaarden, vormen en kleuren die door hun klaarheid, hun luister, ja zelfs | |
[pagina 107]
| |
door hun fataliteit de menselike geest bereid maken tot het ontvangen van de zuiverste schoonheidsvreugde. Waar wij geneigd zijn te zeggen: hier regeert alleen nog de hoogmoed van een louter-estheties ideaal, mogen wij bedenken dat een modern plastieker als Servranckx, wiens grote bekommernis is: het kunstwerk, ontdaan van al het individuele bijkomstige, door zich-zelf, van uit zijn gaafheid en zijn schittering als kunstwerk, te doen spreken tot de mensen, niets zozeer beöogt dan juist: de mens van onze tijd een vreugde te brengen in het werk van schoonheid, die zijn wil loutert, zijn energie loswikkelt uit het doffe knechtschap van dagelikse sleur, zijn ganse leven wijdt tot een zonniger blijheid. Het is bijna een heroïese daad vanwege deze kunstenaar dat hij de mens van onze tijd, in de schoonheid, en door haar, poogt te verzoenen met de ganse, vaak brutale en meestal stoere plastiek van het moderne bedrijfsleven dat ons allen in zijn vele tanden en raderen houdt gevat; dat hij in al zijn schilderwerken tracht, zoals Pierre Bourgeois schrijft in de kleine katalogus die hier vóór mij ligt: ‘de capter le secret des formes et des couleurs dont la vie industrielle extrait son exaltation’. Een nieuwe verrukking die over ons komt uit de semaphoren en de kleursignalen, uit een lokomotief, een motor, een modern bouwkompleks, een aëro, ja zelfs uit de slanke, sobere elegantie van een engelse pijp, waar een Le Corbusier-Saugnier ons opmerkzaam op maakt! De liefde van de kunstenaar, van de ware, bezielde dienaar der schoonheid, doordringt de stof, doorstraalt en doorschittert de vorm. Het is tenslotte alleen deze liefde die wij hebben te onthouden. Het is aan de intensiteit, alsmede aan de oprechtheid, de eerlikheid van deze liefde dat de kracht van het kunstwerk kan worden gemeten. Om in de geheimenis van deze liefde te worden ingewijd wordt van de toeschouwer, die straks de genieter wordt alleen gevraagd: overgave aan het kunstwerk.
Het was allerminst mijn bedoeling een pleidooi te houden voor de ‘wijze’ van een Servranckx in de hedendaagse jonge schilderkunst. Wat hij ‘wil’ heb ik getracht hier neer te schrijven, Dat hij zelf zijn oeuvre niet beschouwt als een ‘rezultaat’, maar altijd nog als een zoeken een zoeken dan, doorvlamd van een schone, heilige, liefdevolle ernst, mag er ons toe nopen met groot vertrouwen en verwachtende aandacht uit te zien naar de volle, gedegen rijpheid van deze kunst, d.i. haar voldragen menselikheid naar haar blinkende wijdingsuur. |
|