Pogen. Jaargang 2(1924)– [tijdschrift] Pogen– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 97] [p. 97] [Nummer 3] Gebed voor Lenin. O Meester, hij was mensch en ook voor hem zijt Gij gestorven, uw Hart heeft lang zijn ziel verbeid! - Ik weet niet hoe hij moegezworen zijn hoofd heeft neergeleid, en of zijn oogen als stralende pharen steeds met ons hart over de aard zullen waren wijl Gij ze draagt voor de eeuwigheid... Ik weet het niet - hij werd vervloekt door velen uit zijn land en door ontelbaar velen die verdoemden met hun krant! (Maar weinig waren zij die weenden van verdriet: al had zijn ziel geen schuld, - toch aan zijn vingren is er bloed!) Gij, weet het, Heer - en weegt het op uw Hand Gij kent het kwaad - maar zaagt ook 't goed'! Doch weet ook dit: miljoenen hebben hem gebenedijd! en werken, vandaag met vrees in hun hart die vrij nu - beven voor komenden strijd! En licht zal een knaapje met lipjes van krijt U zeegnen om zijn smart! O Borodine 'k heb op het ritme van uw muziek zoo menigmaal door de steppen gedwaald; telkens was er iets dat me béter miek, als Tolstoj mijn arm in strijd had gestaald. Stil draag ik Ruslands rouw ik voel: mijn hart blijft trouw! Vader, hij was een zoon van 't langverdrukte volk door 't zwaard moest rijzen nieuwe wereldbouw. Hij heeft gedwaald - maar voor zijn volk! wiens heil hij toch herwinnen wou. En daarom, Vader, leer hem nu Uw liefde - wij bidden voor zijn ziel - spijts al het bloed dat zoo ons zielen griefde, of gaaft Ge ‘Licht’ éer eindnacht vóór hem viel? ANDRÉ DEMEDTS. Vorige Volgende