Poëziekrant. Jaargang 20(1996)– [tijdschrift] Poëziekrant– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 50] [p. 50] Gastdichter Remco Ekkers Tempel en mes Tempel en mes (Djarasj) Een mes in een groef onder de pilaar en je ziet het mes bewegen meedeinen met het ritme van de steen, zelfs met je hand kun je de kolom voelen wegen zodat een beving van de aarde opgevangen wordt, hoeveel al sinds de tempel werd opgericht? De jachtgodin verloor het van de tijd. Langzaam verbrokkelde haar tempel tot ruïne en hingen de pilaren uit het lood, maar ze vielen niet. Natura Artis Magistra (Petra) Ze doen de bergen in flesjes na, evenals het beeldhouwwerk de pilaren, timpanen, de architraaf maar diep in de berg komen ze niet. Je ziet de leeuw, de stier, de man aan het kruis, schildpad, draak in het gebergte, uitgeslepen door water en wind en veel meer wat geen namen krijgt, kleur en vorm heeft, diepte en hardheid. Wie het flesje leeg laat lopen verliest zijn naam in vormloos zand. [pagina 51] [p. 51] De man op de berg (Nebo) Hij die de maat van alle dingen leerde keunen in de woestijn stond op de kale berg uit te kijken over de rivier en het groene land. En wij stonden daar, millennia later, en zagen in de nevel de stad het land waar we niet konden komen en wisten zijn graf niet gevonden door de gravende Franciscanen. Maar de woorden klonken na uit de mond van een Duitse man die de bijbel als gids mocht lezen. Hij keek weg van het papier in de onbereikbare diepte. Noordwest-Groningen Terug van de bergen, de woestijn in de ogen nog het zand van El Azrak was ik mij in het landschap van Pieterburen tot Zoutkamp. Dit land wil evenmin gezellig zijn maar groener, welkom voor water en het laat de wolken langsglijden of zich omhelzen in eenzaam grijs. Wat is het hier, koud en wijd en met de wind komen de geuren van zout en wier, boten, vis. Ook de klei wil het water weer. Vorige Volgende