Gelauwerd | bekroond
De Nobelprijs voor literatuur 1995 is toegekend aan de Ierse dichter Seamus Heaney. Hij is meteen een kleine 30 miljoen fr. rijker. Heaney behoorde de laatste jaren tot het kransje kandidaten, maar was dit jaar eerder een outsider. Zowel Joseph Brodsky en Derek Walcott verklaarden bij hun aanvaarding van de Nobelprijs respectievelijk in 1986 en 1992 dat Heaney de prijs diende te krijgen.
Enkele jaren geleden kwam Seamus Heaney nog uit een Britse enquête als de populairste schrijver in de Engelse taal. Hij wordt algemeen beschouwd als de erfgenaam van de andere Ierse Nobelprijswinnaar
Seamus Heaney
[foto: Pieter Vandermeer]
naar: W.B. Yeats. Een nieuwe bundel van Heaney is, alleen al in Engeland, goed voor 20.000 exemplaren in enkele weken tijd.
Heaney werd geboren in 1939 in County Derry in Noord-Ierland. Zijn eerste gedichten, Eleven Poems, werden als pamfletten gepubliceerd in 1965. Death of a Naturalist (1966) was zijn eerste echte bundel. Heaney behoort tot de zogenaamde new regionalists, die willen schrijven over plaatselijke onderwerpen zonder door die onderwerpen beperkt te worden. Heaney is een groot vakman, die de ingewikkeldste rijmschema's eenvoudig kan laten lijken en een feilloos gevoel voor ritme heeft. Hij bespeelt makkelijk uiteenlopende taalregisters, zowel de taal van de straat als een verhevener idioom. Maar Heaney heeft daarbij nooit ‘de mens’ uit het oog verloren, die hij in al zijn facetten portretteerde in zijn gedichten. De Nobel-jury heeft het in haar motivatie dan ook over ‘de grote lyrische schoonheid en diepgang van Heaney's oeuvre, waarin op subtiele wijze het wonder van het dagelijkse leven wordt geëvoceerd en tegelijk een levendige herinnering aan het verleden wordt vastgehouden’.
Het gaat goed met Luuk Gruwez. Zijn bundel Vuile manieren werd uiteindelijk verkozen boven Tijdgenoten van Benno Barnard en Sneeuwboekhouding van Peter Ghyssaert en werd gelauwerd met de Hugues C. Pernath-prijs (70.000 fr.), en zijn prozadebuut Het bal van opa Bing werd bekroond met de Geertjan Lubberhuizenprijs (200.000 fr.).
De Jan Campertstichting heeft haar jaarlijkse literaire prijzen toegekend. De prestigieuze Constantijn Huygensprijs, waarmee een volledig oeuvre bekroond wordt, gaat naar F. Springer. De Jan Campertprijs voor poëzie is dit jaar voor Eva Gelach, voor haar bundel Wat zoekraakt. Nicolaas Matsier kreeg de F. Bordewijkprijs voor proza voor de roman Gesloten huis. Het jeugdboek Veren van Veronica Hazelhoff werd bekroond met de Nienke van Hichtumprijs.
De Zuidafrikaanse schrijver en schilder Breyten Breytenbach nam op 16 september de Jacobus Van Looy-prijs in ontvangst. Deze prijs wordt om de vijf jaar toegekend aan een schrijver-schilder. Vorige laureaten waren Armando en Lucebert.
Hanny Michaelis ontving voor haar dichtwerk de Sjoerd Leikerprijs, bestaande uit een bedrag van bijna 90.000 fr. en een bronzen legpenning. Diezelfde Hanny Michaelis zal op 9 december uit handen van Leona Detiège de Anna Bijns Prijs ontvangen, goed voor een sculptuur van Maja van Hall en 180.000 fr. Deze prijs voor de vrouwelijke stem in de Nederlandse letteren werd dit jaar uitgereikt in de categorie poëzie. De jury oordeelde dat ‘het kleine, sterke oeuvre van Michaelis hernieuwde belangstelling verdient.’
Het Nederlands literair tijdschrift De Gids bekroonde Marie de Meister voor haar verhaal ‘De dag dat grootmoeder gek werd’. Er werden meer dan 700 verhalen ingezonden voor de wedstrijd die werd uitgeschreven naar aanleiding van het honderdjarig bestaan van Meulenhoff. Behalve de hoofdprijs werden nog vijf extra prijzen uitgereikt. Alle bekroonde verhalen worden gepubliceerd in het oktober-nummervan De Gids.