[poweetjes]
Watou
Gwij Mandelinck, organisator de poëziezoezomer , Wawu blikt tevreden terug: voor mezelf is het rij pingsproces, de voorbereiding van de zomer het belangrijkst. Ik werk immers telkeus een paar maanden op een intense manier samen met grote persoonlijkheden dat is verijkend en verruimend. Ik heb de voorbije jaren trouwens notities genomen, enkele vluchtige schetsjes
van impressies en ervaringen op papier gezet. De bedoeling is om die notities ooit te publiceren als een kroniek, maar daar wacht ik mee tot de tijd voor de nodige afstand tot de gebeurtenissen gezorgd heeft.
Ik denk dat ik over de editie van dit jaar best tevreden mag zijn. Voor het eerst werden vier disciplines geïntegreerd: poëzie, beeldende kunst, architectuur én theater. De poëzie stond misschien minder expliciet centraal dan andere jaren, maar tegelijk had de poëziezomer dit jaar wellicht meer diepgang. Ik was in elk geval ten zeerste verheugd met de openheid voor de poëzie die ik bij jan Fabre ervaren heb. Ook de publieke belangstelling viel me mee: er waren ongeveer evenveel mensen als de vorige jaren, maar het waren opvallend jongere mensen dan anders. Ook de Coda-dag was een succes: zonder al te veel promotie te maken, kregen we het bezoek van 400 belangstellenden. De ongewone formule is bij de meeste mensen aangeslagen.’