Poëziekrant. Jaargang 19
(1995)– [tijdschrift] Poëziekrant– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 18]
| |
BuitenlandJorgeluis Borges
| |
[pagina 19]
| |
Je bent de anderen niet
Behouden zal jou niet wat werd geschreven
door hen tot wie je smeekt in je beklemming;
je bent de anderen niet maar de bestemming
van 't labyrint, doorlopend vormgegeven.
Noch Christus’ lijdensweg en kruisiging,
noch Socrates al stervende, noch gouden
Siddhartha die de dood bij schemering
aanvaardde, zullen jou kunnen behouden.
Stof is ook 't woord door jouw mond uitgesproken,
Stof is de schrift door jouw hand voortgebracht.
Het lot kent geen genade en de nacht
van God is eindeloos, ononderbroken.
Want jouw materie is de tijd. Je bent
elk vluchtig en afzonderlijk moment
Erik Coenen (in De onzichtbare roos) | |
Het hoogtepunt
Jou zal niet kunnen redden wat geschreven
Is door de anderen die je vrees blijft bidden;
Jij bent niet hen en ziet je thans het midden
Van 't labyrint waaraan je stappen weven.
Al evenmin redt jou de stervensnood
Van Socrates en Jezus of de kracht
Van de gouden Siddharta, die de dood
Koos in een tuin, bij 't vallen van de nacht.
Stof is zowel het woord dat neergeschreven
Wordt door je hand als 't woord dat uitgesproken
Wordt door je mond. 't Lot toont geen medeleven,
Terwijl de nacht van god geen einde kent.
Jij bent gemaakt van tijd, ononderbroken
Tijd. Jij bent elk afzonderlijk moment.
Paul Claes (in Yang 29)
| |
De top
Het geschrevene dat diegenen nalieten
Op wie jouw angst zich beroept kan je niet redden;
Je bent de anderen niet en je weet je thans
Centrumvan het labyrint dat jouw stappen
Vlochten. Niet de doodsstrijd van Jezus
Noch die van Socrates, noch de sterke gouden
Siddharta die bij het doven van de dag
De dood in een tuin aanvaardde zal je redden.
Stof is ook het woord geschreven door
Jouw hand of uitgesproken door jouw mond.
De Hades kent geen mededogen
En de nacht van God is eindeloos.
Je bent gemaakt van tijd, de onophoudelijke
Tijd. Je bent ieder afzonderlijk moment.
Robert Lemm (in Het geheimschrift, De Bezige Bij, 1984) Borges publiceerde hetzelfde gedicht in twee bundels en betitelde het tweemaal anders. In La moneda de hierro (1976) heet het ‘No eres los otros’, wat Coenen vertaalt als ‘Je bent de anderen niet’. In La cifra (1981) heet het ‘El ápicé wat Lemm als ‘De top’ en Claes als ‘Het hoogtepunt’ vertaalt.
Jorge Luis Borges [foto: Belga]
| |
van Borges’ poëzie te respecteren, de inhoudelijke weergave beïnvloed.’ Een lezer hoeft natuurlijk niet te kiezen voor een van beide opties. Maar men kan wel nagaan of de vertaler zijn keuze waarmaakt. Vooral als de originele tekst naast de vertaling staat afgedrukt, zoals in De onzichtbare roos, is vergelijken een drang waaraan men maar moeilijk kan weerstaan. Toch zijn de vertalingen uiteraard bedoeld ooi als Nederlandse poëzie te worden gelezen. Dat verdienen ze ook. Uit de vertaling van Coenen blijkt een grote kennis en een grondig inzicht in het geheel van Borges' poëzie: als hij elementen toevoegt of vervangt, gebeurt dat op basis van zijn ‘Borges-archief’. De vertaler springt omzichtiger om niet zijn materiaal dan van een ‘herdichter’ verwacht kon worden. Vertalen is kiezen. Bij de lectuur van de oorspronkelijke versie naast de vertaling is de verleiding groot een winst- en verliesrekening op te snaken. Dat is een eerder steriele bezigheid. Wie De orizichtbare roos ter hand neemt, leest Borges én Erik Coenen. De eerste behoeft intussen nauwelijks nog een introductie, met de tweede moet men zeker kennismaken. |
|