Kinderpoezie
De Wereld om mij heen
Jan van CoillieGa naar eindnoot+
‘De wereld om mij heen’ dat was het thema van de poëziewedstrijd 1993, uitgeschreven door de internationale organisatie World Poetry Childhood Day. Elk jaar roept die kinderen van zes tot twaalf jaar op om in poëzie iets te vertellen aan kinderen uit andere landen.
UIT DE ONGEVEER twintig duizend Nederlandse inzendingen selecteerden een volwassen en een kinderjury elk 75 gedichten. Samen geven ze een indringende staalkaart van wat kinderen bezighoudt in de wereld om hen heen. De grote wereld van oorlog en verontreiniging die via de media zo opdringerig hun leven binnenkomt, Nederland, hun stad of dorp, huis en school, ouders en vrienden, knuffels en dieren. De versjes zijn soms ontroerend eenvoudig, soms beangstigend verward of verrassend scherp, maar vaak ook grappig. Opvallend is de verschillende selectie van de twee jury's. De volwassenen kozen duidelijk voor originaliteit, taalschoonheid en een (wellicht vaak onbedoeld) verrassende invalshoek.
De kinderen selecteerden vooral herkenbare of speelse versjes. Dat verschil blijkt duidelijk uit de twee ‘hoofdprijs-gedichten’.
Ik liep laatst met mijn ouders | en
mijn twee oudere zussen | en één kleinere, tot mijn schouders | zij liep er tussen || op een paadje langs de wei | mijn zusje was aan 't zingen | ze was vrolijk en blij | toen zagen we twee vreemdelingen || We hadden ze nog nooit eerder gezien | hun accent was niet uit Nederland | vluchtelingen uit Bosnië misschien | dat was wel interessant || vlakbij, een huis voor die vluchtelingen | het zou dus heel goed waar kunnen zijn | mijn zusje was nog steeds aan het zingen | zij was nog maar klein ||
Als iemand valt, | die doet zich geen pijn | maar 't ziet er grappig uit, | dan moet ik lachen. || Als anderen lol hebben, | heb ik dat ook. Als iemand pijn heeft | of verdriet | dan huil ik mee.
Het boek is erg verzorgd uitgegeven met een harde kaft, een ruime bladspiegel en veel kindertekeningen.