Poëziekrant. Jaargang 17
(1993)– [tijdschrift] Poëziekrant– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 39]
| |
KinderpoezieAndre Sollie
| |
Soms
Soms, dan heb ik flink de pest in.
Zit het me opeens tot hier.
Loop ik heel de dag te balen,
vind ik iedereen een klier.
Op mijn kamer: uren mokken,
de volumeknop op luid.
Dat er niemand vraagt: wat scheelt er,
maakt geen ene donder uit
Want dan ga ik gillen, hoor je?
Gillen.
Als er iemand vraagt: waarom?
Blijf maar uit mijn buurt, want anders
moet ik janken, denk ik. Stom.
Van dat vers bleef enkel de eerste regel uit de oorspronkelijke versie overeind. De wijzigingen zijn illustratief voor de hele bundel. Vooral stoplappen en weinigzeggende modewoorden werden vervangen. De punctuatie werd verbeterd, waarbij heel wat accent- en uitroeptekens sneuvelden. Zo klonk de tweede regel vroeger: ‘Ach, je weet wel: hoepel op!’ Regels 7 en 8 luidden: ‘Ik zing mee. Ja, wat heet zingen?... | O, ik háát m'n eigen stem!’ Die grondig gewijzigde versie is wel een unicum. Aan de meeste andere gedichten werd niets of werden enkel een paar woorden veranderd. Vooral de stoplappen en opvullers als heus, ja, o, weet je of o nee werden aangepakt. Ze waren als vanzelf in de eerste uitgave geslopen om het steeds terugkerende ritme op te vullen. Aan dat ritme werd niet gesleuteld, alleen werden de plooien gladgestreken. Toch blijf ik het met die vorm af en toe moeilijk hebben. Op een paar uitzonderingen na hebben alle gedichten drie strofen van vier regels met elk vier trocheeën. Het risico is op de duur wel erg groot dat je de verzen gaat afdreunen en zo over de diepere inhoud heen leest. Overigens bleven er onvermijdelijk enkele stopwoordjes als ja, nee, heus of dus overeind. Eén gedicht viel in deze uitgave helemaal weg, en terecht. Het is ‘Joost’, dat niet meer was dan het zwakkere broertje van Wilminks Frekie.
Soms, dan heb ik flink de pest in is een aantrekkelijke bundel met gevoelige, herkenbare en melodieuze gedichten. Je kunt ze best wel niet allemaal na elkaar lezen. Door er af en toe een uit te kiezen, komen ze het best tot hun recht. |
|