Recensie
Piet Bekaert
Ik leef als een farao
Eddy VaernewyckGa naar eindnoot+
Hij leeft op het scherp van de snee, is een van de weinige Belgen die het in Amerika waarmaken, fervent kettingroker, maar vóór alles schilderdichter. De schilderijen van Piet Bekaert stralen warmte en geluk uit. Telkens weer zijn zijn composities een ode aan de zon en de natuur. Recent werk toont echter ook een experimenterende kunstenaar op zoek naar de bronnen van onze aarde. Naast zijn drukke bezigheden als beeldend kunstenaar maakt Bekaert ook tijd vrij voor literatuur.
Hij is auteur van boeken over tuinarchitectuur, romans en poëzie. De luxueus uitgegeven dichtbundel Een kathedraal als troostprjs brengt de lezer terug bij Bekaerts liefde voor de natuur en de dingen.
DE LEEFWERELD van Bekaert beperkt zich niet tot de aardkorst, maar is een lofzang op de wonderbaarlijke gebeurtenissen die zich in en boven het landschap afspelen. Hij bewondert en verwondert zich over de alledaagse dingen uit zijn omgeving, met een merkwaardig nauwkeurige alertheid en een sterke verbeeldingskracht. Rust de farao voor eeuwig in zijn piramide, dan gebruikt Bekaert dat stenen monument als uitkijktoren en verzamelnest voor zijn verbeelding.
van een opwaaiende schoonheid
en verzamel mijn gedachten
in de rust van een piramide
Steeds opnieuw schildert de dichter verzen op papier, vol kleurenpracht en welriekende woorden. De blauwe lucht, begonia's en een zomergroene boekomslag: alles ademt zon en warmte uit. Het gebruik van kleuren, geuren en smaken geeft niet zelden aanleiding tot een geraffineerd spel met de taal: ‘Ach, morgen is het | weer zaterdag | en lees ik een tientje | van een rozenhoedje en | De Standaard der Letteren | met zwarte koffie | en twee witte suikertjes | van Tienen’ (p. 27). Of nog: ‘Wanneer ik 's nachts | omwille van een omweg | op de vernieuwde melkweg | door de rode lichten | van mijn verbeelding rij | dan zie ik onverwacht | miljoenen zwaantjes | zwaaiend achter mij’ (p. 59).
In deze wereld vol paradijselijk geluk en voorspoed neemt het motief van de vlinder een belangrijke plaats in. Eens is hij de pauwoogpijlstaartvlinder, een andere keer de avondvlinder of de bloesem van een appelaar, maar telkens opnieuw is hij de stille getuige van de zomer.
Tijdens de 77 gedichten bezoekt Piet Bekaert uiteenlopende horizonten: het Brugse begijnhof, Deauville en verder van huis Egypte en de Himalaya. Vaak echter vertoeft de dichter in zijn moederland Deurle, waar hij het groene platteland met volle teugen opneemt in zijn fantasie. Wie ooit de dichter thuis bezocht, weet welk schitterend panorama zijn tuin met de buitenwereld verbindt. De Leiemeersen, waar ooit de Vlaamse Poëziedagen zijn ontstaan, worden bevolkt door koeien, konijnen en zomerse vlinders. Zeker vanuit Deurle gedacht is:
die als abstracte schilderijen
Een kathedraal als troostprijs is een bundel om te koesteren tijdens kille winteravonden, dromend van een groene zomer. Hoewel Bekaert een eigen klank in zijn gedichten weet te leggen, leunt hij soms iets te dicht aan bij Herman de Coninck en lijkt af en toe een bombastisch poëtische Timmermans aan het werk. Nooit valt enig onheil of verdriet te bespeuren.
Piet Bekaert gaat met deze bundel tegen de stroom in van de hedendaagse trend in de poëzie. Zijn verzen getuigen zeker niet van intellectuele of erudiete geladenheid, wel van een (h)eerlijke bewondering voor de natuur en de mens. Dat maakt zijn gedichten zo verrassend en uniek: een taalspel geschetst met een kleurrijk palet, zoals poëzie wel eens meer mag zijn.