Met rode oortjes II
Jan van Coillie
UITGERVERIJ I.C. GAAT door met haar cassetteboeken. De nieuwe zending voegt vier mooie delen aan de reeks toe, twee parels uit de buitenlandse en twee uit de Nederlandse literatuur voor kinderen.
Roald Dahl krijgt een verdiende tweede cassette, Joris en de geheimzinnige toverdrank, opnieuw gebracht door rasverteller Jan Meng. Met hoorbaar plezier weet Meng de nu eens vrolijke, dan weer geniepige of brutale verteltoon over te brengen. Het verhaal waarin Joris met zijn toverdrank zijn gemene grootmoeder een lesje leert, bezit Dahls unieke mengsel van humor, griezel en fantasie dat kinderen èn volwassenen telkens weer weet te boeien. Toch vind ik ‘De Reuzenkrokodil’ sterker. Het bezit meer vaart en een sterkere dosering van de verhaalelementen.
Karlsson van het dak is een creatie van de beroemde schrijfster van Pippi Langkous, Astrid Lindgren. Karlsson is een dik, eigenwijs mannetje dat een propeller op zijn rug heeft waarmee hij overal heen kan vliegen. Zo belandt hij door het open raam bij Erik, met wie hij dolle avonturen beleeft en gekke streken uithaalt. De karakterisering van Karlsson is ijzersterk. Met bruisend enthousiasme zonder complexen en met de grootste vanzelfsprekendheid floept hij er de ene overdrijving na de andere uit, waarbij hij zichzelf steeds de beste noemt, alhoewel telkens het tegendeel blijkt. Zijn ‘optimisme’ is echter onverwoestbaar.
Verteller Frank Groothof heeft zich uitstekend in dit sympathieke, kinderlijknaïeve, opschepperige kereltje weten in te leven, en wel zo dat de luisteraar van 50 minuten luistergenot verzekerd is.
De derde cassette bevat een selectie verhalen en versjes uit Mies Bouhuys' Pim-en Pomomnibus en uit Tijd voor Katte-kwaad. Met het speelse, ondeugende en fantasierijke poezenpaar Pim en Pom verwierf Mies Bouhuys grote bekendheid. Kleine anekdoten rond een zak aardappelen, een bontjas, televisie of Chinees eten weet ze telkens te verlevendigen door vinnige dialogen en grappige misverstanden door de eigen ‘katse’ beleving. De versjes bevatten dezelfde kenmerken, zijn aardig berijmd en lopen bovendien ritmisch heel lekker. De auteur slaagt er in haar voordracht prima in om de eigenheid van de gedichtjes naar voor te brengen. Dat ze zich op een unieke manier in ‘haar’ poezen weet in te leven, spreekt eigenlijk vanzelf.
Ko de boswachter van Burny Bos neemt in de hele reeks een aparte plaats in. De korte stukjes over de wesp, de pad en andere dieren in het bosbessenbos zijn veel meer informatief dan verhalend en zullen dan ook vooral kinderen ouder dan acht aanspreken. De figuur van Ko de boswachter is in dit geheel vooral een bindmiddel. Toch zijn de tekstjes verre van saai of dor. De informatie wordt bijzonder levendig en met oog voor grappige of merkwaardige details en parallellen gebracht. Het is goed merkbaar dat deze tekstjes oorspronkelijk als voorleesstukjes geschreven zijn. Vanaf 1975 maakte Burny Bos er naam mee op de radio in de Ko de boswachtershow.
Net als bij de vorige delen proberen deze cassettes het boek zo dicht mogelijk te volgen. Zo worden de titels van de hoofdstukken of versjes voorgelezen en ontbreken extra geluiden en muziek.
De grote opbergdoosjes met het formaat van kleine boeken zijn wel moeilijker op te bergen en gaan (doordat ze maar half vol zijn) gemakkelijk stuk.
Ongetwijfeld behoren deze cassettes tot het beste wat er bestaat op de auditieve markt voor kinderen. Ze openen bovendien op een unieke manier een weg naar de boeken zelf.
Burny Bos, Ko de boswachter, I.C., Amsterdam, 1990, fl. 14,90; 295 fr. |
|
Mies Bouhuys, Pim- en Pomomnibus, I.C., Amsterdam, 1990, fl. 14,90; 295 fr. |
|
Roald Dahl, Joris en de geheimzinnige toverdrank, I.C. Amsterdam, 1990, fl. 14,90; 295 fr. |
|
Astrid Lindgren, Karlsson van het dak, I.C., Amsterdam, 1990, fl. 14,90; 295 fr. |