Haarspit
CAMPO SANCTO
Op Paaszaterdag wandelde ik weg van mezelf en mijn gewone bezigheden op de Krekelberg in de richting van wat ze hier ‘de berg’ noemen: het Campo Sancto van Sint-Amandsberg. Mijn laatste bezoek dateerde van 1978 toen Roger Serras, dichter-schilder, die zelfmoord had gepleegd onder invloed van drugs, er begraven werd in het bijzijn van onder anderen Louis Paul Boon. De ontstellende armoede van het ritueel voor een vrijzinnige begrafenis was me zo sterk bijgebleven, dat ik wist eens te moeten terugkomen om de zerk te zien boven de kuil van het graf. Als een soort mentale hygiëne. Beneden aan de voet van de berg waar de gewone stervelingen begraven worden, waren enkele mensen druk in de weer om het graf van hun beminden met verse bloemen te versieren in het licht van Pasen.
Naarmate ik deze berg besteeg, trof me de vergankelijkheid van het historische: Franse opschriften van toen nog zelfzekere franskiljons waren aan het verwelken en verteren, de graven aan het vervallen. Er lag zelfs een grafkelder open, ik bukte me, maar er was niets te zien dan een stenen engel. Heel dicht bij de kapel op de top vanwaar je een mooi overzicht hebt over het kerkhof, viel me het gebrek aan verzorging ook op, maar afdalend naar sectie C trof me de witte grafsteen van Serras (1942-1978).
Naast zijn graf lag Jan Emiel Daele die, in hetzelfde jaar geboren en gestorven, zelfmoord had gepleegd na zijn vrouw te hebben doodgeschoten. Kort voordien had ik hem nog thuis geïnterviewd voor De Gentenaar. Nu lag hij hier begraven vlak naast het graf van Rosalie Loveling (1834-1875).
Bij het bezoek zag ik ook het graf van Jozef de Geest (1910-1983) met de vermelding dat hij de dichter was van Campo-Sanctoblommen.
Op het graf van Hans Melen, ps. van Frank van Doorne (1914-1988), stond een Grieks opschrift: polloo to fronein eudaimonias prooton huparchei.
Hier sta je, je hebt zes jaar Grieks gestudeerd, moet straks thuis een woordenboek en spraakkunst openslaan om te vermoeden wat een dode zo dringend in een steen wou slijpen. Ik moest aan de middeleeuwse situatie denken: toen was men nog blij opnieuw teksten van de Griekse oudheid te ontdekken en te vertalen.
Een datief van maat in het Grieks en voor een dichter is niet ongewoon: dieper dan denken over het geluk: dien het | de hoogste.
Toen ik het Campo Sancto verliet kwamen er opnieuw mensen toe om bloemen te planten bij hun doden in het licht van Pasen.