| |
| |
| |
Gastdichter
Hubert de Vogelaere
Leeuwebekjes
Op de plaatsen die zich daarvoor lenen
kan leeuwebek, varen, bosrank terecht
gekomen zijn in voegen op de kant
van bruggen en muren. Tegenwoordig
wordt voor haast alle metselwerk portland
gebruikt die harder is en minder snel
verweert dan de kalkspecie van vroeger.
Een herstelling die op de duur niet meer
tegengehouden wordt, een schoonmaakbeurt
doorstreept die mogelijkheden voorgoed -
dat de uitgebloeide steel zich zover
buigt dat de zaden in spleten vallen,
overgevlogen worden, door mieren
meegenomen of is het de regen
| |
Plaatselijke ringers
Ze waren daar met twee kijkers bezig
voor mij in het loofhutje, gelegen
dicht bij een uit gebruik genomen lijn,
wei omschut door vogelkers en meidoorn.
Er liggen schillen en snoepwikkeltjes
te vergaan tussen de met creosoot
behandelde bielsen. Het behoorde
tot de afspraak dat je alleen aan
de bedekte kant naderde met
meegedeelde data van plaatselijke
ringers, van jaargasten en passanten.
Beschrijf mij nog zo een ongelooflijk
toneeltje: van voren af aan beginnen,
wisselende openingen kiezen.
sluitertijd regelen. Vergeet geen rood
op de wangen, opgetogen als ze
zijn met de gedane waarnemingen.
| |
Duiventoren
Met kruimels en korsten in haar zak van
brood om de eenden te geven, liep zij
aan het hoofd van een processie, een jonge
en oude hongerige stoet van snakken
en sissen en wegmaken als de dood.
Zij ruilde zaden, granen voor gave
pluimen, wou hij er ook een nemen? Was
hij zo groot, was zij toen al geboren?
Zij mocht toch mee naar het neerhof onder
de duiventoren. Zij hadden pronte
nonnetjes en zeven zwarte zwanen.
| |
Ganzen, kranen
Ganzen, kraanvogels, zwanen en meeuwen
in de weide bij de rivier komen
aanvliegen uit alle richtingen
om zich pronkend met hun vlerken en luid
schreeuwend rij voor rij neer te zetten.
De hele omtrek is van hun leven
vervuld. De gekromde schepen liggen
op het droge getrokken vast aan repen.
Merk de kunstig nagedane lokkers,
op muziekcassette opgenomen
geluiden uit ingepakte boxen.
Vertel eens, hoe loopt de historie af.
| |
| |
| |
Leerpad
In de openluchtklas staan
dode bomen. Daar zit in een tak
de bonte specht die stukken weg hakt,
met zijn tong uit het vergane hout
wormen en larven van kevers pakt.
Hup weg, hij vertrouwt je voor geen spaan.
In de openluchtklas staan
de reigers als spieders in het wak.
Je ziet nog een spoor naar de trein gaan.
In de volgelopen put waakt een pad
en ware maaiers van hun vak
de schapen laten geen loot of tak
in de openluchtklas staan.
| |
Winter
Ook in halfbakken, eigenlijk
zij de kerst niet willen missen.
bollen die erbij gekomen zijn
en een die breekt een glazen bel.
Een open huis met op de lijst
een ekster nadert, maar niet echt.
De man speldt groen en linten vast,
hij wacht op de speciale broden.
De vrouw wijst met een paplepel
naar een klein kind op de schoot.
| |
Blijvers
Voor de dag
met hun kunsten in en onder de heg,
van liguster en of die zich groen houdt,
mussen, vinken, eenlettergrepigen,
allemaal dik en bol zullen zij
blijven bij het adres van de kruimels.
kwam verder nog het autowrak weer bloot.
De schets van een kat is beweging.
Die woont daar in het veld over het huis,
met de vloer vol speelgoed, beelden, brieven,
het was een doos die nooit vol kon
| |
Daar
Het is daar beneden. Hij loopt
naar het dal. De vangst op zijn rug,
het gezelschap van zijn hond.
Hij vertraagt op het pad dat hij volgt.
Eksters, raven maken nog geen
aanstalten om op te vliegen,
zelfs de glanzende spreeuwen niet.
Verder kan een vrouw neerzitten
bij een ven in een kraag van riet
en zijn jonge mannen zich aan
het oefenen in een balspel
telt de uren af, gaat zich laven,
een grasspriet zoeken voor de mond.
|
|