Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
DBNL Logo
DBNL Logo

Hoofdmenu

  • Literatuur & Taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taal
    • Limburgse literatuur
    • Friese literatuur
    • Surinaamse literatuur
    • Zuid-Afrikaanse literatuur
  • Selecties
    • Onze kinderboeken
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • E-books
    • Publiek Domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Gebruiksvoorwaarden
    • Hergebruik
    • Disclaimer
    • Informatie voor rechthebbenden
  • Over DBNL
    • Over DBNL
    • Contact
    • Veelgestelde vragen
    • Privacy
    • Toegankelijkheid
Poëziekrant. Jaargang 14

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre
poëzie

Subgenre
tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

 

Poëziekrant. Jaargang 14

(1990)– [tijdschrift] Poëziekrant

Vorige Volgende
[p. 36]

Kinderpoezie

Kinderpoezie
Op school

NAAR AANLEIDING VAN haar vijfjarig bestaan, publiceerde De Boomgaard, de Stedelijke Freinetschool te Gent, een map rond een centrale pijler van hun pedagogische praktijk: de vrije tekst. Een onderdeel van de map bestaat uit ‘teksten van onze kinderen onder de titel “Het kind als dichter”’.

 

Zelf leiden ze dit hoofdstuk als volgt in: ‘Bij alle op poëzie gerichte activiteiten moet het plezier voorop staan. Plezier om op speelse wijze met de taal om te gaan. Geen stillistische uitpluizelarij of inhoudelijke muggezifterij. Wat niet wil zeggen dat we niet met kinderen over poëzie zouden mogen praten. Integendeel, maar dan altijd vanuit de ervaring van de kinderen.

Een gedicht hoeft niet te rijmen.

Soms is het maar een regel die nog nooit iemand gezegd heeft.

Je probeert op je eigen manier, met je eigen bijzondere woorden iets op te schrijven wat je ziet; of denkt, of voelt. Dat is dichten, gewoon woorden op jouw speciale manier bij elkaar zetten.

Als kinderen gedichten gaan schrijven veronderstelt dit dat ze losgekomen zijn van de geijkte taalpatronen, dat taal iets van henzelf is geworden.’


Vorige Volgende