Redaktioneel
U houdt het eerste nummer van de vierde jaargang in de handen. Graag kondigden we u daarbij aan voortaan maandelijks te verschijnen maar onze financiën laten dit niet toe. Nog niet. In 1980 halen we het wel.
Telkens weer hoort en leest u het: we zijn goed.
Toch streven we ernaar de kwaliteit van een en ander nog scherper te stellen. Zo zullen we ook pogen Poëziekrant visueel aantrekkelijker te maken. Geen gemakkelijke opgave want voor onze lay-outman is het telkens woekeren met de plaatsruimte geblazen.
Vooral door de inbreng van karikaturisten hopen we het uitzicht van Poëziekrant even fris te maken als de teksten. Allen die vermoeden ook aardig een verijnig tekenpennetje te kunnen hanteren, worden verzocht ons met hun tekeningen te verblijden, te ergeren, groen te doen lachen...
Opdat we nog sneller onze waar zouden kunnen opdringen, zullen we proberen ook te recenseren pro manuscripto. (Hebben de auteurs en uitgeverijen dit goed gehoord? En genoteerd? De abonnees danken u.)
Een tip voor zowel de interpretatie van onze keuze van dichtbundels als voor de wijze van bespreking: nog meer zullen onze recenties déze figuren behandelen die onder- of overgewaardeerd worden door nouja, de kritiek. Om het met schoolmeesterstermen te stellen: een korrigerende funktie ligt ons wel.
Al horen we wel heel wat geruchten in diverse wandelgangen en verzamelplaatsen van dichterlijk gebroed, toch ontvangen we zelden woedende, blije, verkrampte, kinderachtige... brieven. Verontrustend, zeer verontrustend. Al staan daar tegenover gelukkig heel wat brieven die naar omkoperij neigen.
In 1979 doen we nog beter ons best. En u? Vlot het lezen van Poeziekrant zonder wijsvinger al beter?
De verontrust(end)e redaktie