Losgezongen
De favoriete songtekst van... Kees Engelhart
Altijd wordt je keel zachtjes dichtgeknepen wanneer je naar ‘The weight’ van The Band luistert. Altijd hoor je het als volkomen nieuw, fris, oorspronkelijk, en ben je onmiddellijk thuis. Nooit heb je Amerika beter gekend, meen je. Een Amerikaanse tragedie, letterlijk, ook al ben je nooit in Amerika geweest. Wat je echter wel degelijk kent, is een mythisch voorbij Amerika.
‘The weight’ is opgenomen in 1968. Het is tevens Levon Helm's enige lead vocal op Music from big pink, het album dat een hele generatie van een nieuwe, oude en vrijwel vergeten, stem voorzag. Het Amerika namelijk dat eens zonder computer en tv bestond. Slechts telefoon en radio. Het Amerika dat nog net aansluiting vond bij de tradities van het oude westen. Het preïndustriële tijdvak. De tijd van de laatste onschuld, waarin zelfdestructie als finale uitweg nog bestaanrecht bezat. The Band heeft zich, gelijk het verleden meestal doet, beetje bij beetje omgebracht. Een en ander heeft geleid tot doden en miljonairs, maar ook de muziek die je, voor zover je je herinneren kan, altijd tot weemoed brengt.
Eigenlijk weet je heus wel dat het allereerste wat je trof niet de tekst was, maar het geluid. De helderheid en transparantheid, de stemmen, de instrumenten. Alsof ieder voor zich speelde en zong, en dat tegelijkertijd al die stemmen en instrumenten in wat ze deden tot volledige harmonie samenvloeiden, het geheel op die manier groter makend dan de onderdelen. Dat, vind je, is het prachtige wonder van The Band, iets dergelijks heb je in feite nooit meer op een dergelijke wijze ondervonden. Vier Canadezen en een countryboy uit Arkansas.
Gitaarintro, die stem, een loner onderweg, ergens aangekomen. Een panoramisch Amerika. Je hoort rebellie, onrecht, drank, bordelen, gokkers, Mainstreet, een afrekening, de weg naar een volgende stad.
De verteller neemt je mee op zijn tocht door Amerika, en je wordt deelgenoot van zijn aankomst in Nazareth, Pennsylvania, op zoek naar een slaapplaats voor de nacht. De Bijbelse connotatie spreekt voor zich. Die volgens een cynisch lachende man in dit plaatsje niet voor handen is. Een en ander kernachtig omschreven met een simpel ‘nee’. Onder het zingen wiegt, en bonkt The Band zich moeiteloos verder, en het is onbegrijpelijk, zo lekker is het. Je kent die gasten meen je, ze zijn net als jij, mijmer je. En ze zijn in staat het je aan te bieden, als lied, op een manier waarvan je alleen maar dromen kunt. Muzikanten, zangers, podia, drank, stad na stad na stad, een immense variatie aan drugs, dames, geld, conflicten... Daar moet je allemaal maar mee overweg kunnen. Helden zijn het, vind je, ze hebben het meegemaakt en doorleefd. De muziek echter is gemaakt, en het is volbracht.
Je beeft, en luistert naar ‘The weight’. Het lied, vijf strofen en een chorus, bevat genoeg personages voor een kort verhaal van bijvoorbeeld William Faulkner. Carmen and the Devil, Luke, young Anna Lee, Crazy Chester, Miss Moses en de protagonist Fanny, alsmede een hond genaamd Jack. En dat speelt zich af binnen enkele minuten.
‘The weight’ draai je altijd ‘zomaar’, niet wanneer je droef gestemd of vrolijk bent. En al met al, dat besef je dan, gaat het niet om ‘The weight’ alleen, het is Music from big pink. Geen mijlpaal, maar een unicum in de geschiedenis van de popmuziek. Hartverscheurend, eeuwig en onvergetelijk. Contemporaine weemoed, verkrijgbaar in iedere gemiddelde platenzaak, overal ter wereld. En nog altijd, soms gedurende lange perioden vrijwel dagelijks, dank je God voor die ogenschijnlijk belangeloze en liefdevolle medewerking.
Kees Engelhart (1957) publiceerde in o.a. Dietsche warande & belfort, De brakke hond, deus ex machina, Prado en Tortuca.
The weight
I pulled into Nazareth, was feelin' 'bout half past dead;
I just need some place where I can lay my head.
‘Hey, mister, can you tell me where a man might find a bed?’
He just grinned and shook my hand, ‘No’, was all he said.
Take a load off Fanny, take a load for free;
Take a load off Fanny, and (and) (and) you put the load right on me.
I picked up my bag, I went lookin' for a place to hide;
When I saw Carmen and the Devil walkin' side by side
I said, ‘Hey, Carmen, come on, let's go downtown.’
She said, ‘I gotta go, but m' friend can stick around.’
Go down Miss Moses, there's nothing you can say
It's just ol' Luke, and Luke's waitin' on the Judgement Day.
‘Well, Luke, my friend, what about young Anna Lee?’
He said, ‘do me a favor, son, woncha stay an' keep Anna Lee company.’
Crazy Chester followed me, and he caught me in the fog.
He said, ‘I will fix your rack, if you'll take Jack my dog.’
I said, ‘Wait a minute, Chester, you know I'm a peaceful man.’
He said, ‘That's okay, boy, won't you feed him when you can.’
Catch a cannonball now, t' take me down the line
My bag is sinkin' low and I do believe it's time.
To get back to miss Fanny, you know she's the only one.
Who sent me here with her regards for everyone.
Take a load off Fanny, take load for free;
Take a load off van Fanny, and (and) (and) you put the load right on me.
J.R. Robertson,
Music from big pink
The Band
1968 Capitol