De werkelijkheid is absurder dan fictie
Jeroen de Leijer (1969) is de tekenaar van Eefje Wentelteefje, het stoere en lieve meisje in stripvorm. Momenteel wordt er in samenwerking met NeON Film/TV te Rotterdam gewerkt aan De Eefje Wentelteefje TV Show, een televisieserie voor de VPRO, te zien in oktober 2005 bij Villa Achterwerk. Eefje is medewerker aan de unieke en eenmalige eigen productie van GDMW Festival gebaseerd op het werk van de Russische absurdist Daniil Charms, samen met John Buijsman en Wilfried de Jong.
De Leijer: ‘Ik was een jaar of 16/17 toen de teksten van Daniil Charms werden uitgegeven in stripvorm - dat was mijn eerste kennismaking met zijn absurdisme. In één boek waren Charms en Kafka verstript door Bodoni. Ik was meteen onder de indruk en wilde meer, het fascineerde mij. Eigenlijk had het werk van beide schrijvers vernietigd moeten worden, dat was destijds de bedoeling. Met name Charms is altijd door blijven gaan, tijdens zijn leven is vrijwel niets gepubliceerd van wat hij geschreven heeft. Alleen een paar kindersprookjes. En toch bleef hij bezig. Dit is iets wat je alleen bij echte kunstenaars tegenkomt: de noodzaak om kunst te maken is groter dan de noodzaak waardering te krijgen.
Daarnaast opende zich een universum dat zo vervreemdend was dat het vertrouwd werd. Charms, en ook Kafka, kantelen alles. Ze maken de werkelijkheid zo absurd dat het niet meer duidelijk is wat de werkelijkheid is en wat fictie. Als je erover nadenkt, is dit natuurlijk ook eigenlijk niet te doen: de werkelijkheid is sowieso absurder dan fictie. In mijn strips gaat Eefje Wentelteefje naar de bakker, op de televisie ontploffen bommen in Londen - wat is er werkelijker? Je hoeft de werkelijkheid maar te tekenen en het is al absurd. Het bijzondere van de werkelijkheid van Charms is dat je meegaat in die vreemde wereld. Alles wordt zo beschreven dat het normaal is, terwijl het compleet idioot is. Dingen die je elke dag ziet, zijn normaal. Eén dingetje daar uitgelicht is absurd.
Toen ik zelf begon, ben ik hier zeker door beïnvloed. Nog steeds, alleen denk ik nu dat het toch iets leuker is als er iets herkenbaars in zit. Je moet je publiek wel íets van houvast bieden. Als je bijvoorbeeld Sartre leest, is het vreselijk. Die man heeft zoveel ontzettend zware boeken geschreven en nooit één grap over zichzelf gemaakt. Céline heeft ook alleen maar zwartgalligheid opgeschreven, maar hij neemt zichzelf wel regelmatig op de hak. Dat maakt het toch een stuk gezelliger om te lezen. Ik heb die knipoog nodig, die relativering. Ik zou het niet volhouden steeds maar bloedserieus te zijn. Van de andere kant moet je dat ook niet te ver doorvoeren, want dan heeft niets meer zin. Eigenlijk verkeer je continu op een hellend vlak: voor je het weet eindig je in zwartgalligheid en nihilisme. Toen ik een zwarte periode had, lag ik alleen maar op bed apathisch en lethargisch te zijn. Door te trachten een duikbootritme aan te houden ben ik eruit gekomen. Mijn kamer had ik helemaal dichtgespijkerd en zo probeerde ik dagen van 36 uur te maken. Mijn dagen begonnen toen middenin de nacht met cryptische spelletjesshows op televisie.
Geen illusies
Ik hou van veel kunstvormen. Literatuur is erg belangrijk, want je blijft een verhaal vertellen. De vorm van hoe je het vertelt is alles-bepalend denk ik, maar het verhaal zelf kun je niet missen. Ik geloof niet in inspiratie - je kunt gewoon de werkelijkheid beschrijven of tekenen. De basis van wat ik doe is altijd het stripverhaal. De Eefje Wentelteefje-poppenkast is ook ontstaan uit de strip. Eerst was er Eefje Wentelteefje op papier en daarna stond ze in de poppenkast. De poppenkast is wel heel anders. Het is veel directer, je publiek zit op je neus en je kunt er veel meer in kwijt: gekke stemmetjes en liedjes bijvoorbeeld. Destijds zijn we, Frans van der Meer en ik, begonnen op communiefeestjes en braderieën. We vermaakten de kinderen, terwijl de volwassenen zich vol lieten lopen aan de bar. Toen moest die knipoog er ook per se in, aangezien we af en toe een grap moesten maken voor volwassenen om ze minder luidruchtig te laten zijn. Eigenlijk doe ik nu dus nog steeds hetzelfde als twintig jaar geleden. Met als verschil dat ik nu wel kan leven van mijn kunst. Dat is een vorm van waardering. De strip wordt niet als een vorm van hoge kunst gezien, maar ik vind het wel lekker om de neger van de kunst te zijn. Dan hoef je ook niet aan zoveel eisen te voldoen. Het mooie van een strip is juist dat hij in de krant staat en dan weggegooid wordt. Het hoeft allemaal niet zo zwaar, zo dik, zo met een harde kaft of met olieverf.
Ik hoef niet per se herinnerd te worden. Want, wat maakt het eigenlijk uit? Charms ligt lekker in zijn graf, weet hij veel dat wij iets maken rondom zijn 100ste geboortedag. Nee, wat dat betreft heb ik geen illusies. Als je in het bejaardentehuis ligt en je kont wordt gewassen denk je volgens mij ook niet: maar ik heb wel lekker drie meter boeken geschreven.’
(IvE)
> Eefje Wentelteefje strip