Feit & fictie
Wat Marokko en Zuid-Afrika in ieder geval gemeen zullen hebben, is de noodzaak het verleden opnieuw in te vullen. Het historische beeld zal hersteld moeten worden en het is de vraag of de romanschrijvers of de historici hierin de belangrijkste rol hebben. In Zuid-Afrika zijn verschillende auteurs aan de slag gegaan met een herschrijving van de geschiedenis en de verslagen van de Waarheids- en Verzoeningscommissie zijn zelfs al in romans verwerkt. Welke rol kunnen Marokkaanse schrijvers straks spelen in de omgang met het verleden? Een gang naar de commissie zal geen van de hier genoemde schrijvers maken. ‘De boeken die ik heb geschreven over het bewind van Hassan II en over de gevolgen ervan voor mijn vader en mijzelf zijn catharsis genoeg,’ legt Laroui uit, wiens vader in de jaren zestig is opgepakt om nooit meer terug te keren. Maar een duidelijke rol voor intellectuelen en schrijvers ziet hij wel degelijk weggelegd. Het is belangrijk om ‘op papier te zetten wat er allemaal gebeurd is. Fictie kan soms sterker zijn dan getuigenissen. Het verleden kan op deze manier verleden worden.’
Naima el Bezaz meent ook dat schrijvers inspiratie kunnen opdoen uit deze verhalen, maar dat gaat niet voor haar op: ‘Daarvoor ben ik te veel gericht op Europa.’
Dat fictie per definitie losstaat van de geschiedenis is voor Benali het belangrijkst. Volgens hem is het sowieso onmogelijk om het verleden goed op te schrijven. ‘Niemand kan het Marokkaanse verleden goed weergeven. Dat verleden schuilt in de natuur en de natuur is onaanraakbaar, de mens is daar jaloers op en heeft goden gemaakt. De historicus vult de ruimte in van de geschiedenis, de schrijver laat zien waar het historische argument ophoudt en waar de verbeelding (ziek en walgelijk als die is) begint, de rafelranden toont hij, de onhoudbaarheid van stellingen.’
‘Ik raak Marokko op veel verschillende manieren aan, maar wat ik onderzoek is niet Marokko (niet die waarheid), maar de vingerafdrukken die ik heb achtergelaten, zo wil ik uitvinden of ik op de plaats van delict ben geweest. De schrijver is een veelvraat, de historicus een anorexiepatiënt; de schrijver is een luisteraar, de historicus een verteller; de schrijver is anarchist, de historicus een loonslaaf; de schrijver is uitzinnig, de historicus een diplomaat; de schrijver is de waarheid, de historicus de commissie. Het is beter voor Marokkaanse schrijvers om het verleden even te vergeten en na te denken over de toekomst. Wie zich met het Marokkaanse verleden bezighoudt, zonder zwembandjes om te doen, verdrinkt. Ik zal binnenkort een sciencefictionroman schrijven waarin Marokko lid is van de EU en Marrakech op een eiland zweeft en er biologische hasjbouw is. De schrijver wijst met zijn kromme vinger welke weg het land moet gaan.’
Toef Jaeger (1971) is freelancer en schrijft o.a. voor NRC Handelsblad en Onze Wereld.