Waar is onze verslaggever?
Writing on the edge, 4 en 5 februari, De Balie, Amsterdam
Hoe gevaarlijk is literatuur? Over deze prikkelende vraag gingen op 4 en 5 februari verschillende internationale schrijvers in de Amsterdamse Balie in debat, om erachter te komen dat er meerdere gevaren tegelijk een rol speten, zowel positieve als negatieve.
Op de eerste avond vergeleek Moses Isegawa de lezer met een gewillige masochistische slaaf, die helemaal geen gevaar loopt - het geweld dat hij over zich heen laat komen, bestaat immers louter tussen de kaften van het boek. Toch is ook Isegawa erop uit de samenleving te verbeteren, een ambitie die Alfred Schaffer deelt, blijkens zijn gedreven pleidooi voor geëngageerde schrijfkunst. Kunst, aldus Schaffer, ontleent zijn relevantie aan een gevoel van urgentie. Het doel heiligt daarbij de middelen, en dat doel is gehoord worden, stof doen opwaaien en verandering teweegbrengen. Context is daarbij allesbepalend: in ieder voorbeeld van controverse dat genoemd werd, betrof het progressieve kunstenaars die vochten tegen een onderdrukkend regime of politiek klimaat. In dat geval wordt slechts de status quo bedreigd. Maar als context alles is, verdwijnt de vraag of literatuur als zodanig gevaarlijk kan zijn, of zou moeten zijn, een suggestie waarmee het festival van start ging. Dat is het dan ook meestal niet. Sterker, de aanwezige schrijvers bleken vooral ouderwetse idealen te koesteren, zoals het delen van hoop en menselijkheid, en het streven naar verandering.
Tijdens de tweede avond beweerde Ramsey Nasr dat er voor de lezer wel degelijk gevaar schuilt in literatuur, meer nog dan voor de schrijver: de inhoud van een boek kan zich als een oncontroleerbaar virus verspreiden, onderweg de levens van talloze mensen veranderend. De Hongaarse auteur Péter Zilahy ontkrachtte echter de suggestie dat de lezer geen eigen verantwoordelijkheid zou dragen. Als voorbeeld noemde hij Shakespeare, bij wie de waarheid nooit eenduidig is: ieder personage heeft een andere versie van de gebeurtenissen, en het is aan de lezer daar een eigen interpretatie aan te geven. Zo ook bij het werk van zulke omstreden auteurs als Marquis de Sade en, meer hedendaags, Michel Houellebecq - enkele inspiratiebronnen van Manon Uphoff. Ook Ellis hoort wat haar betreft in dit rijtje thuis. In zijn American Psycho wordt een volkomen leeg personage gecreëerd, zonder gevoel of waardepatroon. De gruwelijke moorden, die wellicht alleen maar plaatsvinden in het hoofd van het personage, staan volgens Uphoff symbool voor het doelbewust geweld aandoen van die gevoelloosheid, voortgekomen uit het op succes gerichte lege yuppenbestaan waar het personage voor gekozen heeft. Door de vrouwen in zijn leven te verminken, verminkt het personage in feite ook zichzelf, teneinde weer te kunnen voelen dat hij wel degelijk leeft, een mens is. Zowel voor de Sade als Ellis betekent taal macht: de macht om in een verhaal de grootste gruwelen en verlangens te verenigen. Toch blijft een boek een boek, het geweld pure fictie. In tegenstelling tot de massamedia, die alomtegenwoordig zijn, ziet Uphoff, net als Isegawa, een roman als een op zichzelf staand organisme waarmee de lezer een actieve, bewuste verbintenis aangaat.
En juist de doelbewuste link die Ellis aanbrengt tussen fictie en werkelijkheid maakt zijn boeken zo gevaarlijk: de verlammende schok van herkenning die op elke bladzijde op de loer ligt, het besef dat de leegheid van zijn personages ons ook dagelijks omringt, de monsterachtige gruwelen ook in onze binnensten woeden. Het fileermes van de moordenaar Bateman is het fileermes van de schrijver Ellis, die de onderliggende werkingen van de maatschappij genadeloos blootlegt. Toch wordt dit gevaar alom geroemd als de waarde van zijn boeken. Hebben we dan inderdaad allemaal een verborgen masochistisch verlangen om onszelf daarmee te kwellen, en is de schrijver stiekem een sadist, zelfs voor zichzelf? Wie weet. Feit blijft dat de lezer omwille van zijn eigen veiligheid weliswaar een afspraak heeft met de schrijver (als ik het boek dichtsla is het gevaar geweken), maar niet met de wereld. Het echte gevaar komt niet van schrijvers die vechten voor hoop en verandering, maar schuilt in de nachtmerrie zonder exit, waar je alle hoop moet laten varen, het universum van Bret Easton Ellis.
Maarten Das
Alfred Schaffer tijdens Writing on the Edge