Passionate. Jaargang 12
(2005)– [tijdschrift] Passionate– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 40]
| |
Festival Mooie Woorden, voorstelling: Tam o'Shanter door Wee Stories Theatre 5 november, cultureel centrum Parnassos, UtrechtMooie woorden stonden centraal op het gelijknamige Utrechtse festival dat dit najaar (van 29 oktober t/m 6 november) zijn première beleefde. Werd Utrecht lange tijd gezien als een ondergeschoven kindje als het ging om literaire activiteiten, inmiddels kan men niet meer om de Domstad heen. Voor het eerst presenteerde heel literair Utrecht e.o. zich zij aan zij, en dat leverde een bonte keur aan evenementen op, die je allemaal dat echte festival-gevoel van kill your darlings gaven. Van poëzie tot verhalen, muziek tot cabaret, en zelfs een heuse schrijversbattle op de Sneaknacht (dé plek voor een ‘culturele snack’). Ook was er verteltheater, een kwijnend genre; weliswaar met een eigen festival in december, maar dat zal dit jaar voor het laatst te zien zijn. Het concept van verteltheater is kinderlijk eenvoudig: er is een verteller en er is publiek. Daar moet je het mee doen; de ultieme back to basics. Dat uit die beperkingen juist hele boeiende voorstellingen met een hoge mate van creativiteit kunnen voortkomen, bewees verteller Andy Cannon van het in eigen land bekroonde Wee Stories Theatre uit Schotland, in Tam o'Shanter, een bewerking tot verteltheater voor kinderen van het gelijknamige epische gedicht van Robert Burns. De achttiende-eeuwse Schotse dichter schreef een moralistisch sprookje over zijn eigen tijd, waarin vrouwenonderdrukking in de vorm van heksenvervolging veelvuldig voorkwam, met daarin elementen uit de Romantiek (de fascinatie voor het bovennatuurlijke). Dit maakt de tekst ideaal voor een voorstelling waar jong en oud beide evenveel plezier aan kunnen beleven, iets wat Cannon met verve en schijnbaar moeiteloos voor elkaar kreeg. Herhaling is een belangrijk onderdeel in het verhalen vertellen aan kinderen, zo ook in deze productie. Door het hierboven beschreven uitgangspunt te plaatsen in de context van een jeugdherinnering van Cannon aan een Halloweenfeest op zijn oude basisschool, waar Tam o'Shanter ooit is opgevoerd als toneelstuk, creëert hij de mogelijkheid om het verhaal maar liefst drie keer helemaal te vertellen, zonder dat je drie keer hetzelfde te zien krijgt. Ook interactie bleef niet uit, en dat was deze middag des te amusanter doordat er louter volwassenen in de zaal zaten, om als vrijwillige figurant in de grote finale op te treden. Gelukkig de mens in wie het kind nooit sterft, zou mijn vader zeggen. Des te schrijnender is het dan te bedenken dat deze basale vorm van vertelkunst, waarin zoveel ruimte wordt overgelaten aan onze eigen verbeelding, een kunst die kinderen nog het best verstaan, haar eigen festival kwijtraakt; koren op de molen voor cultuurpessimisten, die we in de verte al horen verzuchten dat de beeldbuis onherroepelijk de plek van hef kampvuur heeft ingenomen, waar men zich rond schaart om de eigentijdse mythen en verhalen te horen. Maar niet alleen de vorm van die mythen is veranderd, ook de inhoud. Tegenwoordig richt onze angst zich niet langer op heksen en levende doden, maar op fundamentalisten en het ter ziele gaan van de verzorgingsstaat. Angst en moraal zijn van alle tijden, maar net zo veranderlijk als de mens. Wil verteltheater overleven, zal het aansluiting moeten vinden met de wijze waarop wij nu dromen en verlangen en antwoorden zoeken op de universele vragen over leven en dood. We gaan naar het theater om de werkelijkheid te zien, om de werkelijkheid weer aan te kunnen. Juist verteltheater is door de inherente beperkingen zo intens - en daarmee vol potentie om aan deze taken te voldoen, om ons te louteren van angst. Het woord wint het nog altijd van het zwaard. Des te hoopvoller stemt het dan ook dat het Festival Mooie Woorden het licht heeft gezien, dat deels het stokje overneemt, en verteltheater een podium biedt, om zich - nu nog naast, maar wie weet in de toekomst ook mét andere disciplines van het mooie woord - te kunnen blijven presenteren. Het is te hopen dat dit festival zijn naam nog lang waar mag maken.
Maarten Das |
|