Ego
Het Marokkaanse PvdA-kamerlid Khadiezja Arib was in de Haagse Schouwburg komen kijken naar een muziektheatervoorstelling waarin ook ondergetekende speelde. De hele fractie van de sociaal-democraten was uitgenodigd. Een van de regisseurs van het stuk was namelijk John Leerdam, die op speciaal verzoek van Wouter Bos bij de PvdA werd gehaald. Veel coryfeeën waren komen kijken, maar Bos zag ik nergens.
Ik vroeg Khadiezja: ‘Klimt dat nou snel, zo'n kieslijst?’ Zij vroeg: ‘Wanneer komt je volgende boek uit?’ Het gesprek was vluchtig, zo goed kennen we mekaar niet.
Iets later zat ik in de auto te wachten tot een stoet lawaaierige PvdA'ers eindelijk klaar was met oversteken. Ze leken op die schaamteloze jongeren op vakantie in Lloret de Mar, vrij als ze zich daar voelen. Politici en ambtenaren, ook maar mensen, voelen zich vrif in Den Haag. Ineens zag ik iemand voor de auto ter aarde zinken: Khadiezja. De arme vrouw was door haar enkel gegaan en kwam met haar neus tegen de bumper van de auto aan. Het stak mij een prominente landgenote tegen de vlakte te zien gaan, haar gezicht met bloed besmeurd, terwijl iedereen toekeek en ‘och’ en ‘ach’ riep. In plaatsvervangende schaamte keek ik weg, verdrong grif het pijnlijke schouwspel.
In de Stadsschouwburg Amsterdam, een week later, ontmoette ik dan toch Wouter Bos. Ik werd door Leerdam aan hem voorgesteld met ‘deze jongen is eigenlijk schrijver’. Tja, wie als schrijver geen naam heeft, moet het doen met de naam van zijn gerespecteerde bezigheid. Tot mijn verbazing reageerde Bos als volgt: ‘Ja, dat heb ik gehoord van Khadiezja. El Haji, toch?’
Leuk, te horen dat hooggeplaatste lieden het over je ‘hebben’. Op zulke momenten ben je toch blij dat je een ego hebt dat zich laat strelen. Je zult maar een ego hebben dat zich niet laat strelen. Dan zul je van de mensen nog maar weinig complimenten krijgen. Een van de redenen dat mensen complimenten geven, is het voeden van eigendunk - je geeft iemand geen compliment als je weet dat het toch niet gewaardeerd wordt. Echter, wantrouwt de ego's die met complimenten strooien!
Er zijn mensen die hun hele leven bezig zijn hun ego uit te schakelen. Zij weten dat een mens in het leven veel te verliezen heeft. Gelijk hebben ze. Wie het tegendeel meent, (nog) geen tegenslag kent, is een ego. Ego's weten niet wat lijden is. Gedoemd tot mislukken zijn ze, het leven krijgt iedereen klein.
Veel mannen hebben grote ego's, ijdel als ze zijn in hun machismo.
Wouter Bos vroeg of ik mijn op het toneel vertoonde acrobatische kunsten speciaal voor het theaterstuk had geleerd of alreeds kon. Trots antwoordde ik dat ik van jongs af de aap uithing. ‘Ik wilde het liefst circusartiest worden,’ loog ik.
Toen kwam het, ineens begon ik over politiek te zwetsen. Soms denk ik er verstand van te hebben, maar dat beeld ik me alleen maar in. Ik wilde erover ophouden, maar de snob in mij bleef doorvragen. Over linkse politici die geen benul hebben van hoe hun idealen te verwezenlijken, over rechtse politici die het makkelijker hebben omdat ze niet met een gedroomde toekomst bezig zjjn maar genoegen nemen met ‘de werkelijkheid’, over de hypocriete ‘realpolitiek’ die het Westen in zijn greep houdt, en meer van dat soort quasi-intellectuele onzin. Toen ik zei ‘zonder praktische doelen heb je weinig aan idealen, maar zonder idealen heb je helemaal niets aan praktische doelen’ meende ik het zelfs beter te weten! Ik hoorde mezelf praten en dacht: Hou je bek, blaaskaak! Als ik mezelf niet al genoeg te kakken had gezet, deed ik dat wel toen hij vroeg of ik geïnteresseerd was in het politieke bedrijf. Op hoge toon antwoordde ik: ‘Jazeker, ik volg de kranten en zo!’ Het was maar goed dat een collega mij wegriep, anders hield ik geen eigenwaarde meer over. En nu ik de ontmoeting voor me zie, ruim een jaar later, bedenk ik me opeens dat ik helemaal vergeten ben via Bos Khadiezja de groeten te doen.
Moslims geloven niet in schuld. Vraag een moslim of hij wat dan ook gaat doen, en hij antwoordt: ‘Inshallah’ (Als God het wil). De moslim treft geen blaam, wel schaamte over een te betreuren gang van zaken, die door God voorbeschikt is. Ziedaar de anatomie van islamitische schaamte. De andere kant, tevens kern van dit verhaal: een gauw gestreeld maar nog sneller gekrenkt ego, angst voor gezichtsverlies, lange tenen. Al ben ik afvallige, de schaamte zit in mij. Gesteld dat ik in God geloofde, dan toog ik naar Jeruzalem en schold ik die hele klaagmuur vol, zoals joden dat doen.
In Nederland wordt laatdunkend gedaan over de eer- en schaamtecultuur van moslims. Alsof het achterhaald is, per definitie tot excessen leidt. Nederland is tenslotte de schaamte voorbij, en de druk tot conformisme is groot, Maar er is niets menswaardig aan eer- en schaamteloosheid, of aan de onverschilligheid die er het gevolg van is. Ik ben liever trots en ijdel, ik heb liever lange tenen dan geen. Achterhaald? Nou en! Excessief? Nee. Wat tot excessen leidt, steeds, is het schaamteloze opportunisme van ego's die niet willen deugen.
Said El Haji (1976) is schrijver.