Wakkerschrikking
De eenzame trams van Amsterdam
(het kreunen & het knarsen van)
waarin iedereen zich groter voordoet dan hij is,
tevens zich zo klein maakt als maar kan.
Het ijzer van de lege wielen, fluitend bijna
door stokoude bochten, verspreidt vrees;
wie wakker schrikt herinnert zich allicht
de nachten van weleer, de jacht op mensenvlees.
Kletterend sluiten de kralengordijnen.
Tranen, van de porseleinen zwanenhals
neerhangend tot ze lossen, zich
hernemend in breedsprakige fonteinen.
Daarnaar zullen wij niet dorsten.
Het besef van zulke grote, glasheldere druppels
rept zich van sterfbed naar sterfbed
omdat het daar soms nog een willig oor treft.
We zullen in glasheldere druppels verdwijnen
als we daarvan niet teveel vermorsten.
Hans Verhagen (1939), dichter-schilder-filmer-journalist. In 2003 verscheen Eeuwige vlam, Verzamelde gedichten 1958-2003. De reeks ‘Zuiveringswaan’ is het sluitstuk van Verhagens nieuwe bundel Moeder is een rover, die najaar 2004 uitkomt bij Nijgh & Van Ditmar.
foto Mark Kohn