Michael Douglas en Paul Verhoeven op de set van Basic instinct
Halverwege de jaren tachtig vertrok Paul Verhoeven naar Amerika omdat hij het gekanker van de critici en het oeverloze smeken om subsidies van het Productiefonds zat was. Nu, een kleine twintig jaar later keert hij terug. In het vlag- en vaandelwapperende Amerika van tegenwoordig is geen plaats meer voor films zoals Verhoeven die wil maken. En hier? De critici van weleer staan in de rij om hulde te brengen en ook het Productiefonds voelt zich waarschijnlijk vereerd om geld te mogen investeren in Neerlands meest succesvolle filmregisseur. Deze nieuwe, en vermoedelijk laatste fase in Verhoevens carrière, is de aanleiding voor Passionate om een themanummer te maken over zijn werk en zijn betekenis als filmmaker.
Waarom wijdt een literair tijdschrift als Passionate een heel nummer aan een filmregisseur, die naar eigen zeggen weinig met literatuur op heeft?
Verhoeven laat graag straatrumoer toe in zijn films en plaatst zijn scenario's bij voorkeur in een maatschappelijke context. Bijvoorbeeld aan de hand van een combinatie van feiten en fictie, actuele faction dus (de krantenknipsels en interviews die de basis vormden voor het scenario van zijn film Spetters), of verwerkt als historische of juist sciencefiction parabels (zoals RoboCop of Starship Troopers). Steeds keert dezelfde zwarte visie op de maatschappij en het menselijk tekort terug. Het amorele (en dus niet immorele) opportunisme waarmee zijn hoofdfiguren in het leven staan. De media als propagandamiddelen van de machthebbers. Verhoeven brengt de drijfveren van de mens: seks, ambitie, en onderdrukking steeds onverbloemd in beeld. Passionate voelt zich aangetrokken tot het extreme realisme van Verhoevens beeldtaal, waarmee hij de kijker dwingt stelling in te nemen. Jan de Bont, Verhoevens cameraman voor lange tijd, beweerde ooit: ‘Bij Pauls films wordt alles zo scherp gesteld, dat je als kijker geen moment rustig achterover kunt leunen. Feitelijk kun je er alleen maar JA of NEE tegen zeggen.’ Daardoor dragen de meeste van zijn films een noodzakelijkheid met zich mee, waaraan het de boeken en bundels van veel Nederlandse schrijvers nogal eens ontbreekt. Dat hangt ook samen met de haast gewelddadige passie waarmee Verhoeven zijn films realiseert. Die passie en die noodzaak ziet ook Passionate als elementaire brandstof voor goede literatuur.
Daarnaast hecht Verhoeven groot belang aan de wijze waarop het product, zij het een goed verhaal of een film, aan de man wordt gebracht. ‘Commercieel’ is geen vloek: het verhaal gaat voor de kunst. Passionate steunt Verhoeven in dit verzet tegen de high culture, de idee van een superieur, universeel kunstenaar en intellectueel die denkt lak te kunnen hebben aan zaken als helderheid, begrijpelijkheid en ambachtelijkheid. De films van Verhoeven zijn bij uitstek beeldrijk, spectaculair, overweldigend. Snelle montages en acceleraties nemen het publiek bij de hand. Meer dan welke Nederlandse schrijver is Paul Verhoeven voor Passionate het voorbeeld van hoe een verteller zijn verhaal dient te vertellen. Passionate nodigt schrijvers uit dat voorbeeld te volgen.
Bij geen van de film- en literaire fondsen die we voor deze special hebben aangeschreven kregen we gehoor. De eerste groep begreep niets van literaire tijdschriften, de tweede niets van film, zo leek het. Toch ziet Passionate Paul Verhoeven, vanwege zijn terugkerende artistieke visie en thematiek als een oeuvrebouwer, een filmauteur. En in dat genre is hij een vakman, die met woord en beeld op overtuigende, ja spectaculaire wijze een eigenzinnige levensvisie weet over te brengen. Die auteur staat in dit literaire tijdschrift centraal, met analyses van zijn werk, columns, en bijdragen van auteurs die zich door Verhoevens stijl en thematiek hebben laten inspireren.