Passionate. Jaargang 10
(2003)– [tijdschrift] Passionate– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 27]
| |
IndraOvergehaald door het joie de vivre van onstuimige leeftijdgenoten, moest ik er op dat zeldzaam snikhete weekend in augustus aan geloven. Gewapend met stretcher en Samsonite (onmisbare attributen voor een kamperende dertiger) begaf ik me naar Lowlands, het festival der festivals. Drie uur en twintig biertjes later had ik maling aan mijn heupcorrigerende ondergoed en sprong ten einde raad in de plaatselijke modderpoel om af te koelen. Er was geen enkele hanenkam, hacker en høker te vinden die niet minstens een paar uur gepoedeld had aan Brown Beach Biddinghuizen. Hoewel? Waren die spaarzame donkere hoekjes van het festivalterrein echt zo zwart van de schaduw? Of was daar iets anders te ontwaren? Bij nadere inspectie bleek daar inderdaad een bijzonder soort volk te zitten. Gekleed in het zwartste gewaad van dubbel gewatteerd fluweel, terwijl de kohl rondom hun ogen zweterige strepen trok op het wit geschminkte gelaat, en de zilverkleurige amuletten en andere ijzerwaren brandmerken maakten op een huid van bordkrijt, zat daar een heuse heksenkring van mensen die koel bleven onder de waardigheid van hun bestaan: goths. Een van mijn olijke concertgenoten had bij het zien van zulke ‘types’ de kinderachtige maar komische gewoonte om een Scooby Doo-achtige angstkreet te slaken. Ook nu liet hij van zich horen. Ik werd geprikkeld door deze engelen van de nacht. Eerst uit medelijden, maar al gauw wekten de in duisternis verkerende, ondanks de extreme hitte toch stijlvol uitgedoste schepselen, met hun stille arrogantie, vleermuisverering en hang naar satanische mystiek, nieuwsgierigheid op. Ik waagde me aan een bescheiden bestudering van de diverse uitdossingen. | |
[pagina 28]
| |
Al snel kwam ik tot de conclusie dat ook binnen de goths diverse subculturen bestaan. Er zijn bijvoorbeeld duidelijke klederdrachtverschillen tussen een middeleeuws geklede dame en een in spendex met leer gehulde versie. Beiden even ‘spooky’ en ‘zwart’, dat wel, maar van verschillende tijdperken. De eerstgenoemde behoort tot de ‘antiquiteit goth’, persoonlijk mijn favoriet. Deze stijl grijpt terug op het verleden. De dames dragen vaak fluwelen jurken in Victoriaanse stijl, compleet met korset en push ups. Veel linten en met kant of tule afgezette accessoires lichten de soberheid van de donkere kleuren iets op, evenals de indrukwekkende amuletten in de vorm van drakenvleugels of Keltische tekens met donkerrode halfedelstenen. Als hofdames worden deze sierlijke ‘heksen’ altijd begeleid door een bijpassend mannelijk exemplaar, die in weinig of niets onderdoet voor Johnny Depp in de film Sleepy Hollow. De mannen dragen een stropdasloos kostuum compleet met gillet en blouse met ruches, puntige schoenen met gespen of hoge rijglaarzen. Helaas moet bijpassende badkleding nog worden ontworpen, zelfs bij 34 graden Celsius liepen de gracieuze koppels nog rond in hun thermische uitmonsteringen. Dan had de zogenaamde ‘fetisj goth’ het wat dat betreft een stuk gemakkelijker. Deze subcultuur gedijt voornamelijk op ‘Wastelandparties’, maar ook op Lowlands is men niet vies van een beetje SM. Een fetisj goth draagt voornamelijk weinig, gemaakt van pvc, rubber en vinyl. Een strak lakkorsetje is een veel gedragen kledingstuk, maar ook worden er veel catsuits, jurkjes, rokken en schoenen van dit materiaal gedragen, met of zonder decoratief shirtje van visneten spinnenwebkant. Hoewel iedere goth schijnt te | |
[pagina 29]
| |
zweren bij grove amuletten met bijpassend zwart leren koordje, prefereert de fetisj goth metalen accessoires boven alles. Soms zijn zelfs de kledingstukken versierd met gespen, kettingen of zelfs spikes en studs. Ook ik moest soms een angstkreet onderdrukken als ik tijdens mijn nachtelijke zoektochten naar het Lowlandstoilet per ongeluk tegen een gespijkerd exemplaar aanliep. Na twee zinderende zwetende nachten was het tijd om afscheid te nemen van drie dagen muzikaal geweld en genot. Vreemd genoeg met enige weemoed trok ik de haringen uit de droge klei en begon aan de slopende uittocht over weiland en vuilnisbelt. Met mijn ongewassen haar, mijn broek stijf van het bier en god mag weten wat nog meer en de resten van drie dagen make-up in de diepste groeven van mijn ogen, probeerde ik zo goed en zo kwaad als het kon waardig langs nieuwsgierige groepen tenthangers te flaneren. Net toen ik dacht dat dat wel lukte, hoorde ik opeens een stil geritsel aan mijn linkerkant. Heel stil en statig werd ik ingehaald door een satanisch uitgedost gothic meisje met ‘shocking blue’ - geverfd haar, arm in arm met haar vampierenvriendje. De hoofden geheven, de gezichten smetteloos blank, de kanten jurk nauwelijks boven de grond alsof ze over het bonkige terrein zweefden. Als de koning en koningin van dit jonge muziekliefhebbende volk wierpen ze sierlijke blikken naar alle verabschiedende mede-Goths. Ik stopte even en keek een tijdje ademloos naar dit tafereel en werd opeens overmand door gevoelens van... afgunst. Hoe stijlvol, hoe eigen, hoe gracieus. Met een rood hoofd trok ik de Samsonite weer uit de greppel en vervolgde mijn gezwoeg. Dag mooie sprookjesmensen. Tijd om naar huis te gaan. |
|