Tussenruimte
Weet Laroui dan inderdaad en echt boven dit engagement en die tirannie uit te stijgen? Hij kan niet anders dan de dingen bij herhaling ondervragen - zoals de poëzielezer terug leest. En in bepaalde beelden blijft je blik haken.
Dat zijn de hond en het kruispunt.
De hond is hét dier van de Verbannen woorden.
Gedicht IX, ‘Het jaar van de hond’, opgedragen aan de slachtoffers van de afgelopen tien jaar noodtoestand in Algerije, eindigt met duizenden doden en het sterven van de hond aan het kruis.
In Algerije probeert men het woord ‘dichter’ te elimineren. De dichter wordt verbannen, wordt een zwerfhond die uit zijn omgeving is getrapt, verstoten en verjaagd. Daar is niets ergs aan voor een goedgelovige moslim, de Koran zegt immers dat de hond onrein is. Wel eens een Hakim met een hondje zien lopen? Dit dier zal je nooit of te nimmer aantreffen in het huis van Mohammed. Waar kan hij anders heen dan naar Jean, Jonathan, Pietje en Marietje die hem dolgraag verzorgen en knuffelen? Waar het om gaat voor die hond, staat precies in ‘Kruispunt van wegen’, gedicht X (!). Elke keer weer moet de schrijver bedenken dat hij gedwongen is een keus te maken, tussen ‘Hier’ en ‘Daar’, ‘tussen twee oevers’ en twee illusies misschien:
Iedere ochtend vraagt om een keus
Hondenspecialisten hebben me trouwens verteld dat zelfs de grootste schoft week raakt bij het zien van een puppy (en ja, het is waar, een buurman met Ajax-sympathieën die ik later tijdens een van die fantastische huldigingen op het Leidseplein als scanderende en stenengooiende baviaan terugzag op tv, was ooit helemaal wild geworden van mijn hondje van drie maanden) en dat ook de schattigste hond rabiaat kan worden, soms doordat hij te veel vertroeteld wordt. Daarom zou iedereen zich in gedachten wat vaker moeten begeven in de tussenruimte tussen ‘hond en wolf, hond en mens’, waar Laroui over dicht. Entre chien et loup verkeren wil zeggen in de schemering staan, het moment dat noch dag noch nacht is. Tussen ‘hond en wolf, hond en mens’ houdt het zo letterlijk en tegelijk dichterlijk als het Frans is, en dat is maar goed ook. Het is de crux in het werk van Laroui: de hond, hier verjaagd daar omhelsd, moet kiezen voor zijn identiteit.
Dit houdt ook het pijnlijke einde in, ‘Vreemdeling, tenslotte’:
Er is geen ontkomen aan. Voor de dichter, maar ook voor de mevrouw en het ‘Berbermeisje uit Casablanca’. Ze staat tussen Nike en henna in. Bestaat er voor haar wel een vrije wil? Ze is gedwongen te kiezen tussen twee extremen. Het enige exempel dat ze heeft (Henna, van grootmoeders op moeder op dochter overgeleverd) of Nike: het moderne Westen. Wat voor haar alleen maar kan betekenen dat ze achterop de motor van een zwijntje wegscheurt. Maar haar tragiek is uiteindelijk die van alle kinderen van alle tijden: hoe kom je los van je ouders, de Geschiedenis, zonder die te verloochenen noch jezelf te vertrappen? De hond en de profeet, zij blijven Januskoppen waar wij iets persoonlijks mee moeten willen. Willen we tenminste niet door de geschiedenis worden vermorzeld.
Primo Levi wilde terecht niet op één lijn geplaatst worden met alle Wijzen en alle Hakims. Het enige wat hij kon doen is dichten. Dat lijkt ook Fouad Laroui, zich ten volle bewust van de gevaren van vals profetisme, met zijn XXXIII teksten te willen laten zien: woorden die dáár verbannen zijn, kunnen wel hier bestaan. Dichten is nooit een gratuite onderneming. Met deze bundel wil Laroui de twijfelachtige effectiviteit van het mohammedaanse geloof tegenover de effectiviteit van de poëzie stellen. Humor en twijfel blijken voor hem onmisbare ingrediënten. En wat mij van onschatbare waarde lijkt: hij geeft ons een inmiddels uitgesleten woord terug, waar we niet zonder kunnen. Het laat 20e-eeuwse ‘moet-kunnen-individu’ wordt hier opzij gezet door de individu als de kern van de mens die naar voren springt door verschillende culturen heen.
Verbannen woorden verscheen in maart van dit jaar bij Vassallucci en werd genomineerd voor de C. Buddingh'-prijs. In Frankrijk wordt het werk van Fouad Laroui uitgegeven door Julliard. Het essay Vreemdeling: aangenaam, en de vertalingen door Frans van Woerden Judith en Jamal, Kijk uit voor parachutisten en De tanden van de topograaf verschenen bij Van Oorschot. Kijk uit voor parachutisten is tevens als Rainbow-pocket verkrijgbaar.