Passionate. Jaargang 9
(2002)– [tijdschrift] Passionate– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 20]
| |
[pagina 21]
| |
Het is voorjaar en je kijkt je huis rond alsof je het kunt betrappen op een leugen. Het is de eerste keer dat je zo rondkijkt sinds ze vertrok. Het is duidelijk: wat achterbleef is een trieste rommel. Brak er maar brand uit. Alles doet denken aan andere dingen. Een oud continent, dit huis, van monumenten en gedenktekens en maar een enkel ding van vreugde. Onder de balken klapwiekt oud zeer. Hier is de geschiedenis vastgelopen en wordt alleen nog maar herdacht. Een paar dagen nadat ze weg was, begon je systeem te zien in wat ze had meegenomen en wat niet. Er miste iets wat wezenlijker was dan alleen de helft van de huisraad. Opeens zag je het, het had met kleur te maken. Alles wat oranje was, was weg: de Römertopf, zeven tupperware-schaaltjes, de slacentrifuge en de neurotische kater in de kleur van een nieuwe deurmat. Blauwe dingen, waaronder het geëmailleerde vergiet, de wereldbol en twee glazen lampjes, waren er ook niet meer. Wat groen was had ze wel laten staan, evenals de bruine dingen: de valse piano, een kast en een rieten mat. Zij schreef Au revoir op de koelkast en liet een kattebelletje achter met daarop: You could grow a tree in my absence. Je gaat het huis uit, niet om een boom te planten maar om een moestuin te beginnen. Dit is er een goede dag voor. Donkere dingen telen; bieten, schorseneren en wortels, de nachtschades. Het is half mei, je weet helemaal niet of je nog wel groente kúnt poten nu, misschien ben je al veel te laat om hier nog iets tot leven te wekken. Toch zoom je een stuk land af, neemt de spade en begint te spitten. Je keert de aarde om in grote kluiten en haalt glanzende wormen boven en witte, geribbelde cocons die zich hopelijk nog tot iets anders zullen verpoppen. Verder restanten van mensenlevens - scherven, oortjes van kopjes, een aangevreten mes; archeologie in deze tuin ziet eruit als het gevolg van een noodlottige echtelijke ruzie. Op de golven van rancune hak je als een razende op de aarde in tot je moe en lusteloos bent en de spade nauwelijks meer in de grond krijgt. Twee fleslammeren en een kat met een scheve staart kijken zorgelijk naar je op. De dames Berkhemer, vijf achterbakse Barnevelders zonder haan, ritselen verderop met droge ogen door het gras. Nu de schemering achter ze opkruipt, bewegen ze zich langzaam in de richting van hun hok. Ook al groeit er nog niets in je tuin, je haat nu al de haveloze spreeuwen die rumoeren in de kastanjes. Je komt maar tot de helft vandaag, het blauwe uur is er al en de boerenzwaluwen vallen als papieren vliegtuigen uit de lucht. Je vreest de avond, wanneer het donker het huis bedekt en de ramen van je huis een spiegel worden met alleen jou erin. Gedeelde smart is dubbele smart en het is beter om de fles dicht te laten maar dat lukt je bijna nooit. Je steekt de spade voor het laatst in de grond, schopt de klei van je schoenen en sluit het kippenhok waarin de dames Berkhemer zacht kwaad over je spreken. |
|