Passionate. Jaargang 9
(2002)– [tijdschrift] Passionate– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 26]
| |
vertaling: Erik BrusDe zoon van de begrafenisondernemer
Zijn vader werkt met zijn mond
vertrokken in een wonder,
een rechte lijn die niet verandert
zelfs niet bij het bouwen van gezichten.
Soms brengt Ricky zijn huiswerk mee
en zit in een hoek van de rommelige kamer
die altijd te koud is geweest.
Hij luistert meer dan dat hij toekijkt
naar het grommen als zijn vader trekt aan
een hardnekkige driehoek vlees,
het militaire dreunen van zijn naaiwerk,
het zuchten wanneer hij stuit op
een puzzel met te veel stukjes.
Nooit heeft zijn vader
een woord gezegd,
een andere noodzaak gevoeld
dan van zijn handwerk
op het bevlekte oppervlak.
Benieuwd of hij ooit zou sterven,
klom Ricky eens de tafel op
en dwong zichzelf om, ogen dicht,
stokstijf te liggen. Hij was net zo lang
als Edmund Rodriguez, de jongen die
vorige week in Carlson Park was neergestoken.
Toen hij zijn ogen opende,
stond zijn vader daar,
zijn mond een volmaakte gruwelijke O,
starend naar zijn zoon, zijn eigen handen,
deze keer,
deze ene keer,
niet wetend waar te beginnen.
The undertaker's son
His father works with his mouth
set in a miracle,
a straight line that stays that way
even through the building of faces.
Sometimes Ricky brings his homework down
and sits in a corner of the cluttered room
that's always been too cold.
He listens more than he watches
to the grunts as his father tugs
at a stubborn triangle of flesh,
the military hum of his stitching,
the sighs when he is confronted
by a puzzle with too many pieces.
Never has his father
spoken a word,
seen a need for sentences
other than the one
laid on the soiled surface
for handiwork.
Wondering if he would ever die,
Ricky once climbed up on the table
and forced himself to stay, eyes closed,
stiff as he could. He was as tall
as Edmund Rodriguez, the kid
knifed in Carlson Park last week.
When he opened his eyes,
his father was standing there,
his mouth a perfect horrible O,
staring at his son, his own hands,
for once,
just once,
not knowing where to start.
Cryptisch commentaar
Uit een interview met een bendelid uit L.A., 1992 Als we niet schieten
op iemand,
kan niemand
ons zien.
CRIPtic comment
From an interview with an L.A. gang member, 1992 If we are not shooting
at someone,
then no one
can see us.
| |
[pagina 27]
| |
De man die morgen stierf
Je hebt jarenlang geen woord gesproken.
Je mond trilt alsof een rusteloze gedachte zich
naar buiten vechten wil, maar het enige gevolg
is dat je lippen samentrekken.
Dat is wat de forenzen 's ochtends zien -
het vertrekken van je lippen.
Je hebt formulieren ingevuld.
Allerlei stemmen strijden om ruimte
binnen je hoofd. Je gaat liggen op iets kouds.
Je hebt gesmeekt
om een plek om te slapen.
Een man die jou aantreft
in zijn voortuin
probeert je vingers open te wrikken.
Je recht je schouders.
Hij vindt niets in de zweterige palm.
Je mond trilt.
Je hebt voedsel gemaakt.
‘Marvin’ staat gekrabbeld op de rug
van je hand in groene inkt.
Het dient om je te helpen herinneren.
Het zal niet bij de dingen horen die je verloor.
Je had kinderen. Vier jongens, met vuur
in hun bewegingen.
Er zitten gebeden in de tassen die je draagt.
Er banen zich geen wegen door je haar.
Iemand genaamd Marvin
beweegt over de rug van je hand.
Je kunt je je vader niet herinneren. Zijn gezicht.
Alleen jij weet dat het eigenlijk God was
die je zag leuren met lichaamsolie en X caps
op Blue Hill. Alleen jij weet dat je beenderen
kunt horen, vooruit tikkend als de tijd.
Alleen jij weet dat het trillen
in je mond eigenlijk een lied is.
De woorden ontglippen je. Je wordt geëxcuseerd.
The man who died tomorrow
You haven't spoken a word for years.
Your mouth twitches as if some restless thought
is struggling to get out, but all that happens
is your lips get twisted.
That's what the morning commuters see -
your twisted lips.
You have filled out forms.
All manner of voices vie for space
inside your head. You lie down on something cold.
You have begged
for room to sleep.
A man who encounters you
on his front lawn
works hard to pry your fingers open.
You square your shoulders.
He finds nothing inside the sweaty palm.
Your mouth twitches.
You have created food.
‘Marvin’ is scrawled on the back
of your hand in green ink.
It is there to help you remember.
It will not be among the things you have lost.
You had children. Four boys, with fire
in their moving.
There are prayers in the bags you carry.
There are no pathways through your hair.
Someone named Marvin
rides the back of your hand.
You cannot remember your father. His face.
Only you know that it was really God
you saw peddling body oils and X caps
on Blue Hill. Ohly you know that bones
can be heard, ticking forward like time.
Only you know that the twitching
inside your mouth is actually a song.
The lyrics escape you. You are excused.
Patricia Smith neemt op 19 juni deel aan de Poetry Slam tijdens Poetry International in de Rotterdamse Schouwburg. Meer info over het festival: www.poetry.nl |
|