Passionate. Jaargang 8(2001)– [tijdschrift] Passionate– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 10] [p. 10] Jan de Bas vijf gedichten Het reisplan Dit, het plan te hebben om, het ten uitvoer willen brengen, het uitstellen vanwege, het bijstellen omdat. Je weet maar nooit. Het overboord gooien ergens halverwege, want er staat geschreven: ‘Wie veel leest, heeft veel gereisd.’ Hier een foto van maken in woorden de foto bekijken en dan denken: ‘Ja, kom, laten wij gaan reizen.’ It's raining Dit, het liggen in bed en je afvragen wat het verschil is tussen een kus & een zoen. Dit, het luisteren naar de regen en denken dat je niet de regen hoort, maar het tikken van. Dit, het weten dat het water iemand tot de lippen kan stijgen omdat. [pagina 11] [p. 11] Ode aan de dieren achterin de dierentuin Vraag: ‘Noemt u eens een dier of tien,’ niemand noemt zijn naam. Onbekend maakt onbemind. Zo zit hij achteraf gevangen in een kooitje. Zelfs voor de dichter is het lastig een vers aan hem te wijden. Alsof de woorden zich verstoppen achterin de dierentuin van zijn gedachten. Elke eigenschap van hem zit opgesloten achter tralies. Dit onbeminde dier, beeld van alle mensen die ergens anoniem een vers zitten te schrijven. En elke keer als men hen vraagt: ‘Noemt u eens een dichter,’ zichzelf niet durven noemen. Onder de thee van God We praten over ditjes, over datjes. Dan begin je over God en dat wanneer Hij zou bestaan Hij dit & dat en zus & zo. Je neemt een slokje thee en zucht: ‘Best lekker zeg, zo zonder suiker.’ En ik weet dat je het meent. En ergens daar boven roert iemand in zijn thee en Hij knikt. De stem van God Dit is het vertrouwde beeld. Boven op de preekstoel staat een man. De handen vroom gevouwen, het hoofd gebogen als een boog, waaruit de pijl snel schieten kan: ‘Gij zult niet dit, Gij zult niet dat!’ Soms zwaait hij even met zijn hand. Naar God? Nee, nee, die is ver weg en laat zich zelden zien. Hij zoekt zijn microfoontje. Vorige Volgende