Passionate. Jaargang 8(2001)– [tijdschrift] Passionate– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 22] [p. 22] Robinsonische beelden All day the phone rings. It could be Robinson Calling. It never rings when he is here. Weldon Kees 1. Wie over mij vertelt, maakt mij tot wat bleef; een stuk of wat verhalen, elkaar overlappend, aanvullend, tegensprekend, afbrekend. Ondertussen speel ik verstoppertje in dat landschap van mijn geboorteplaats met haar tuintjes, de oranje maan en het portaallicht. De slopers hebben het overgenomen hier. De wind trekt inmiddels in mijn slaapkamer het behang van de muren. Over enkele dagen worden ze geslecht. De deuren zijn al weg. Zoek je me daar nog? Dan zul je me niet vinden. Ik ben veranderd in een beeld dat je bijbleef: een hemel van meeuwen wellicht, een vuurtoren, zwart tegen de lucht. Of zie je dit toch anders? 2. Ik zou graag antwoord geven maar het heeft weinig zin te spreken tegen een portret, een lege spiegel zo je wilt. Ik herinner me hoe eens, terwijl ik in de kamer zat, de deur openging en er niemand binnenkwam. Toch snoof ik die bekende geur die zo zielsveel jou aankondigde. Voor de vorm had je er van mij mogen zijn. Ik moest me tevredenstellen met die foto achter glas waarop jij zo opvallend afwezig in de camera keek. [pagina 23] [p. 23] 3. Als de telefoon niet gaat dan moet je weten, ik ben het, altijd aanwezig nog, vanuit een oord dat niet te bereiken is, niet eens te traceren. Maar neem de hoorn eens op en luister naar het geluid van de geestdodende sirene, dat monotone alarm dat klinkt als jij het wilt. Hoor dat er woorden ruisen tussen de tonen, onduidelijk gefluister op een andere lijn. Wie zouden dat kunnen zijn, moet je denken. Dat wij dat zijn moet je denken, sprekend van geluk en over waar dat te vinden. Een van ons heeft een suggestie. Ik dan maar, als jij dat wilt. Ik hield me aan mijn woord, sprak door, nadat jij voor de laatste maal ons gesprek had afgebroken. Ronald Ohlsen Vorige Volgende