Passionate. Jaargang 7
(2000)– [tijdschrift] Passionate– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 44]
| |
Rapdichters?
| |
[pagina 45]
| |
Double Talk Too rolde van de persen. Met ditmaal drie gedichten en verder enkel rapteksten. Ondanks het lovende voorwoord van Komrij, die nooit dat voorwoord geschreven zou hebben als hij op de hoogte was geweest van de volledige inhoud van Double Talk Too, een boek dat al snel in de ramsj belandde, en terecht: het aantal typeen grammatica-fouten is zo hemeltergend groot dat zelfs een basisscholier er zich voor zou schamen. Maar het onheil was geschied: het onderwijzend personeel, altijd op zoek naar literatuur die hun leerlingen zou kunnen aanspreken, had zich massaal door de media laten voorliegen en ging in vele gevallen over tot het behandelen van rapteksten binnen de schaarse tijd die het huidig onderwijs besteedt aan Nederlandstalige literatuur. Als dat zou plaatsvinden binnen het muziekonderricht zou ik er geen bezwaar tegen hebben: Nederlandstalige rapteksten zijn muziekteksten. Maar door de idiote rap-fixatie geraakte de aandacht voor oorspronkelijke poëzie nog verder in het verdomhoekje.
Er wordt gesteld dat rappers in tegenstelling tot dichters aandacht besteden aan prostitutie, criminaliteit, betonnen buitenwijken, werkloosheid, racisme en dergelijke. Het doet me verdriet dit te lezen in een Rotterdams literair blad, waar al in de jaren dertig het arbeiders/ schrijvers-collectief ‘Links Richten’ zich met dergelijke zaken bezig hield. Maar ook nadien hebben talloze dichters, ook op rauwe, directe manieren, zich met deze onderwerpen beziggehouden: Jan Arends, Gust Gils, J.A. Deelder, Piet Gerbrandy, Bart Chabot, Tom Lanoye, Arjan Witte, Menno Wigman, Ruben van Gogh en vele, vele anderen. Het is jammer en ook dwaas dat de schrijfsters van ‘Rappoëzie redt de dichtkunst’ geen andere bronnen hebben geraadpleegd dan de bronnen die ze aanvoeren. Want daardoor schetsen ze een te eenzijdig beeld van wat werkelijk gaande is en negeren daarbij de dichters die zich door middel van het geven van boeiende optredens en het schrijven van sterke gedichten inzetten voor de verbreding en popularisering van de poëzie. Bertolt Brecht schreef eens: ‘Die Befreiung der Arbeiterklasse kann nur das Werk der Arbeiter sein.’ Dit geldt ook voor de poëzie: alleen dichters kunnen deze redden.
Bart FM Droog Groningen
Bart FM Droog (1966) is dichter. Met Tjitse Hofman oprichter van De Dichters uit Epibreren en het poëzietijdschrift De Rottend Staal Nieuwsbrief (1995). In 1998 verscheen zijn debuutbundel Deze dagen (Passage). In het najaar van 2000 verschijnt zijn volgende bundel Benzine bij Passage. Werkt momenteel aan Dichters 1900/2000, een encyclopedie over Nederlandstalige dichters uit de 20ste eeuw. |
|