Geweldig feest (zonder noten)
‘Vermaak jij je ook wel?’
Dennis ging naast me zitten.
‘Ik vermaak me prima,’ loog ik. Ik had zin om de boel hier flink te slopen. ‘Alleen...’
‘Alleen wat?’
‘Alleen de muziek kan beter. Maar met muziek kun je nooit iedereen tevreden stellen, dus ik neem het je niet kwalijk.’ Wat zat ik te ijlen?
‘Okay,’ zei Dennis. Hij stond weer op. ‘Dit is een geweldig feest,’ schreeuwde hij.
Veel geweld had ik nog niet gezien. Dat zou misschien nog komen. Op verzoek van drie hockeymeisjes die hun stem niet wilden forceren, werd de stereotoren zachter gezet. Kon mij niet schelen. Will Smith, Venga Boys, R. Kelly, Britney Spears, Five. 't Was kutmuziek. Toch stond de cd nog zo hard dat niemand de bel hoorde gaan. Ik zei niets. Het zouden wel weer onbekende sukkels zijn. Niemand kende ik hier, behalve Dennis.
Ik bekeek het meisje in het zwarte t-shirt met een groene draak erop. Haar borsten waren ieder nog geen hand vol. Hormonen nodig. Ze was de vriendin van Arno.
‘Volgens mij heeft Frank het niet zo naar zijn zin.’ Ze wees naar een jongen helemaal aan de andere kant van de kamer. ‘Hij zit al een uur met een glas cola voor zich uit te staren.’
‘Gooi wat rum in zijn cola,’ zei ik tegen haar, ‘dan komt hij wel los.’
‘Frank drinkt toch niet?’ vroeg ze aan Arno.
‘Frank drinkt niet,’ zei Arno.
‘Frank drinkt niet,’ meldde het drakenshirt mij onnodig.
‘Maar wij drinken wel,’ zei Arno. We tikten onze bierflesjes tegen elkaar en dronken ze leeg. Arno leek me wel een gezellige gozer, maar zijn vriendin kon de zweep krijgen. En tepelklemmen.
Ze boog haar hoofd naar me toe. ‘Jij studeert, is 't niet?’
Een vraag om het gesprek op gang te brengen. Als een auto die aangeduwd moest worden. Maar er was geen motor.
‘Biologie,’ antwoordde ik. ‘En ik doe er nog wat psychologie bij.’ Ik keek haar aan. ‘Wat vind je eigenlijk belangrijker, lichaam of geest?’
Het meisje dacht even na. ‘G... geest,’ zei ze aarzelend. ‘Is dat goed?’ Ze glimlachte als iemand die net een slok pis gedronken heeft en niets wil laten merken.
‘Uitstekend,’ zei ik. ‘Geest is het goede antwoord.’ Alsof er van een goed antwoord sprake kon zijn.
Arno pakte mijn lege bierflesje en liep weg.
‘Waar ken jij Dennis eigenlijk van?’ vroeg het meisje.
‘Dennis?’ zei ik. ‘Dennis? Van tennis!’
Ik wist niet eens, waar ik Dennis van kende. Van de golfclub, van de zangvereniging, van de masturbatiegroep. Jezus! Je ként elkaar gewoon.
‘Tennist Dennis?’ Ze struikelde bijna over haar woorden.
Ik haalde mijn schouders op. ‘Jij zit zeker bij hem in de klas,’ zei ik, ‘zoals iedereen hier. Allemaal geslaagd voor het VWO examen.’
Ze speurde de kamer rond. ‘Inderdaad. Allemaal klasgenoten. Dat was me nog niet eens opgevallen.’ Ze lachte haar onnozelheid weg. Hihi! Haar borsten trilden vrolijk mee.
‘Mij valt altijd heel veel op. Dat jij best gezellige tieten hebt bijvoorbeeld.’
De laatste zin werd overstemd door Dennis. ‘Hoera, nog meer mensen!’ schreeuwde hij boven alles uit en danste met wilde bewegingen naar de deur. Hij had de bel dus eindelijk gehoord.
Ik bekeek haar borsten. Net tennisballen. Haar shirt zat er strak omheen. De tepels waren hard en prikten naar voren. Misschien had ze me daarnet toch verstaan.
Arno kwam terug met vijf bier. Hij hield er zelf één en deelde de rest rond. De eerste gaf hij aan mij. ‘Proost,’ zei hij toen hij zat.
Dennis kwam binnen. Hij begeleidde een jongen met een gipsen poot en een meisje. ‘Zijn er nog twee stoelen naast elkaar vrij?’
Naast mij was een lege stoel. Gewoonlijk verdom ik het om op te staan voor