Passionate. Jaargang 6
(1999)– [tijdschrift] Passionate– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 28]
| |
[pagina 29]
| |
Het werk van Manon Uphoff bezorgt mij de kriebels. Ook in mijn onderbuik. Wat is er in godsnaam met mij aan de hand?Schallend rode bloemen, een rode streep, een rode branderige afdruk, het karmozijnrode tapijt, rode leren mapjes, rode vlekken op haar wangen, een rood potlood, vlammend rood, rode lak, een gezonde rode kleur, dunne maar hele rode lippen, roodgerande woorden, het rode jurkje, een rode Chinese lampion, een rode gloed, een vurig rode vlek, het rode licht, een restje rode vloeistof, rode vlekjes en bultjes, een streep die zich rood vult, vlammend rood, een rode bank, rood van kwaadheid, een vuurrood oog, rode landbouwwerktuigen, rood als een biet, twee kleine rode lampjes, een rode versleten divan, een rood hoofd... Deze zinsneden uit Gemis tonen het zonneklaar aan: als een onvervalste vamp manipuleert Manon Uphoff er op los! Rood is immers niet alleen de kleur van bloemen, strepen, landbouwwerktuigen en wat dies meer zij. Neen, vóór alles is rood de kleur van hartstocht. Onmiskenbaar: hartstocht. Met uitschieters tot lust. Mogelijk zelfs met buien van ongebreidelde geilheid. Tegen wil en dank natuurlijk! Door een ordinaire kunstgreep van een dito dame. Want laten we wel wezen: op zichzelf beschouwd is het werk van Uphoff natuurlijk niet iets waar je op slag van in vervoering raakt. In literair opzicht al helemaal niet. Het steeds maar weer gebruiken van hetzelfde woord is hier uiteraard debet aan. Alsof er geen synoniemen van rood bestaan. Kennelijk is Uphoff op dit manco geattendeerd, want haar laatste boek is volmaakt kleurloos. Wat niet wil zeggen dat er niet meer wordt gemanipuleerd! Integendeel. Het begint al bij de titel: De fluwelen machine. Suggestief! En daarbij: deze titel lijkt verdacht veel op een titel van William S. Burroughs: The soft machine. Met dien verstande dat ‘soft’ aanzienlijk sterker is dan het werkelijk tot op de draad versleten kitsch-cliché ‘fluweel’. Maar anders dan het woord ‘soft’, schijnt fluweel aan allerlei duistere driften te appelleren: gedenk bijvoorbeeld het boek The velvet underground van Michael Leigh, of de film Blue velvet. En hier is het Uphoff nu precies om te doen. Het tekstje op het achterplat spreekt boekdelen: ‘Nieuw proza vol passie, pijn en genot...’ Passie, pijn en genot! Dit is geen manipuleren meer, dit is aperte porno! Sadomasochisme! Wat onvermijdelijk tot kranke zinnen leidt, zoals: ‘De man rookt langzaam, alsof hij geen grammetje teer wil mislopen...’ (1e druk, blz. 144) Hele grammen teer in één sigaret? De vurige wens van een fatale vrouw! Manon Uphoff brengt de gezondheid ernstige schade toe.
Frans H. Venema |
|