Passionate. Jaargang 5
(1998)– [tijdschrift] Passionate– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 64]
| |
[pagina 65]
| |
De afgelopen dertien weken nam ik een televisieserie op waarvan de strekking als politiek-incorrect moet worden aangemerkt. Dat ‘politiek-incorrect’ klinkt deftiger dan bedoeld; waar 't om gaat is dat de allochtone medemens serieus wordt genomen en dus even belachelijk gemaakt als autochtonen. De serie heet Au! en zal om 23:30 uur worden uitgezonden, opdat geen tere kinderziel het gif van de nihilistische gemeente zal hoeven proeven. De serie is opgenomen met digicam-cameraatjes van ƒ9000,- het stuk, veredelde amateurapparatuur dus die voor een optimaal resultaat zorgt. Nooit is de revolutie die Coppolla predikte in de documentaire Heart of darkness - ‘ik droom van een meisje van dertien in Cincinatti Ohio dat met de nieuwe goedkope spullen haar eigen speelfilm kan draaien en een Mozart zal blijken’ - zo dichtbij geweest. Een hele generatie van zich ‘professionals’ noemende zal aan de gedachte moeten wennen dat de goedkoopste apparatuur het medium toegankelijk maakt voor iedere boerenlul met twee linkerhanden. Het enige wat hetzelfde blijft, is de vraag: ‘Wat heb ik eigenlijk te vertellen?’ Voor mij is het maken van een film altijd weer een hele opluchting. Ik kan er m'n hart in kwijt. Omdat mijn gevoelsleven sinds, pak 'm beet, m'n dertiende niet meer veranderd is, krijg ik vaak te horen dat mijn werk ‘kinderachtig’ is. 't Zij zo. Toen ik dertien werd en begon te merken dat de Liefde een tranendal was, is en zal zijn, besloot ik m'n leven te wijden aan het uitdragen van die boodschap. De scherven in je ziel verbeeldt men in een gedicht of op het witte doek. Omdat ik wel kan rijmen maar niet dichten, moest 't dan maar met een camera. Daar heb ik nooit spijt van gehad. Als mensen me vertellen dat de hedendaagse cinema te gewelddadig is, haal ik m'n schouders op; niemand dwingt een ander om het cynisme van Pulp fiction als zoete broodjes te nuttigen en hoewel ik persoonlijk meer van de school ben die geweld serieus neemt, is de ijskoude douche van Nouvelle Violence misschien wel zo effectief, als moraalridder gesproken. Als mensen me vertellen dat televisie alles ‘stuk’ maakt, haal ik m'n schouders op; zonder TV geen Heimat, geen Mike Leigh, geen l'Appartement, enfin, geen Europese cinema zoals ik denk dat ‘ie gemaakt moet worden; persoonlijk, elitair en tegen de mode van de tijd. Televisie is een zegen voor de mensheid en de filmmaker in het bijzonder. Als mensen me vertellen dat film een medium is voor hoofdzakelijk jonge mensen, hebben ze gelijk; maar dat is dan eigen schuld/dikke bult van de ouderen. Er is in Amsterdam en omstreken een keur van uitgelezen filmhuizen waar de projectie goed blijft, de films bijzonder zijn en waar in rust en aandacht het gebodene door het publiek tot zich genomen wordt. Samengevat: de cinema staat er beter voor dan ooit en er is geen reden voor cultuurpessimistische beschouwingen. Nu ik tot m'n eigen verbazing de veertig heb gehaald, bekruipt me het gevoel dan mijn leven als filmer nu pas gaat beginnen. Het geweld in mijn films bestaat uit emotionele chantage en komt altijd voort uit de eeuwige oorlog tussen mannen en vrouwen waarom jij de bril omhoog doet en zij niet, als er geplast moet worden. Mijn films zullen altijd voor een klein publiek zijn. Dat is de prijs die ik voor mijn vrijheid betaal. 't Liefst draaide ik vier films per jaar. Zulks zit er niet in. Maar overigens waan ik me holle bolle Gijs in Luilekkerland.
Theo van Gogh |
|