Passionate. Jaargang 4
(1997)– [tijdschrift] Passionate– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 48]
| |
[pagina 49]
| |
Stortemelk
Koud buitengaats wakkert de wind,
verdwijnt de zon achter de golven
waardoor het schip, bijna bedolven,
zijn koers stampend en dreunend vindt.
De ouwe zet de automaat
op noord-noordwest, terwijl zijn beter
ik (sinds anderhalve week) de ether
afstroopt op zoek naar haar piraat...
Ik bid dat niemand mij herkent
van het beknopt signalement
dat elk half uur wordt afgegeven:
verstekeling / geheim agent /
alles is hem om het even /
het gaat om geld en goed en leven
| |
[pagina 50]
| |
Leith Harbour
Kleums staan ze op de lege kade
in de avondluwte van de loods,
drie geile engelen des doods,
hun lichaamstaal laat niets te raden.
‘Wordt weer een lange, wilde nacht,’
grinnikt de kok, die nauwelijks even
zijn hand ten groet heeft opgeheven
en naast mij aan de railing wacht:
‘De dames is het nooit te laat
voor real Dutch gin en zeemanszaad.’
Je zult nog heel wat moeten leren
eer je je rol van buiten kent,
vol twijfel of ooit alles went,
met haast geen kont meer om te keren.
Dunnet Head
Na deze nacht vol drank en seks
(kan ik dus niet zo goed meer tegen)
rijst in een dicht gordijn van regen
mystiek een vuurtoren-complex,
een laag en krijtwit om de noord
gelegen godvergeten oord
boven een grauwe oceaan,
lokatie voor een kille moord.
Het wordt mij ijselijk te moede,
koortsachtig tracht ik na te gaan --
waar kom ik ook al weer vandaan,
wie zegt dat ik in koelen bloede?
Dan grijp ik in een angstreflex
het script dat ik heb meegekregen...
| |
[pagina 51]
| |
Kyleakin
Veilig haventje, precies op maat,
schoongespoeld en opgewreven,
met niet meer dan een stuk of zeven
antieke vissersschuiten. Hier gaat
en komt het veer naar Skye, ‘The misty
Isle’. De kade is omzoomd
met fish 'n chips en overstroomd
door bergbeklimmende toeristen.
Huiverend in de avondkou
bid ik dat ik hier mag blijven
(mijn afspraak aan de overkant --
Jezus, dit loopt uit de hand)
zie ik topzware bergen drijven
dwars door een mist van pruisisch blauw.
Pub in Portree
Grote vazen lekbier drinken
aan de ongelikte bar,
mee-eten van een portie schar
die anders toch maar staat te stinken.
't Is hier eenvoudig maar okee,
niks om je over te verbazen --
de vettig aangeslagen glazen,
het overlopen van de plee
achter de deur, het slome praten
over de visvangst en het weer,
Celtic, de Rangers en oud zeer.
Dus sein ik simpelweg in code:
houd alles voor u in de gaten /
was getekend X / uw bode
| |
[pagina 52]
| |
Yorkshire Dales (1)
Beneden in de diepste dalen
ligt het dorpje Halton Hill,
gehucht als men dat liever wil,
voor niemand valt hier iets te halen.
De afspraak was tegen half acht,
een veld vol Keltische idolen
en onbewoonde vosseholen --
al uren dat ik op hem wacht.
Op afstand trekt een kudde schapen
verwijten blatend mij voorbij,
tegen mijn koude rechter dij
voel ik het dodelijke wapen.
Mist kruipt traag de heuvel op,
dit kost of mij of hem de kop.
Yorkshire Dales (2)
Nu zit ik even met een kater:
een ex-majoor met snor die wipt
zo weggelopen uit het script,
een slappe hoed, een donkere bril,
maar voor de rest beleefd en stil --
te weinig storm voor een glas water.
Argwanend tuurt hij op de kaart
als hij mij, half en half verscholen
tussen twee Keltische idolen,
ten langen leste heeft ontwaard.
‘You're not on here,’ zegt hij bezwaard,
alsof men hem daar had bestolen;
waarna hij mij heeft aanbevolen
me te voorzien van snor en baard.
| |
[pagina 53]
| |
Zigeunermeisje in Northumbria
Adieu vermomming om den brode,
weg met het slopende gewacht
op inhoudloos bericht in code.
Zie hoe de hemel openlacht
tussen de grauwe stapelwolken --
de adel gaat op vossenjacht,
de boer verzorgt zijn bijenvolken,
(heel in de verte klinkt een schot)
de koeien worden straks gemolken.
Recht voor mij uit een donkere god
die meterslange vlammentongen
brutaal de lucht inslingert tot
waar een kleine, tengere jongen
slim jonglerend een hele rij
toverballen heeft rondgezongen
en daarnaast bloemenplukkend zij,
het duizendmaal gekopieerde
meisje van het schilderij...
Prince, ik wou dat u mij leerde
de gratie waarmee zij zich bukt
(de eeuwen dat ik haar begeerde!)
telkens als ze een klaproos plukt.
| |
[pagina 54]
| |
Schutten in Goole
Buiten op de rivier glinstert het licht
loom op het doodgelopen tij. Twee klonen
van Big Brother, je reinste epigonen,
houden hun wapen strak op mij gericht
Maar ik duik onder in dit laatst gedicht --
voor de chicanes van contactpersonen,
noch voor gedonder van privé demonen
ben ik op deze Engeland-reis gezwicht.
De deuren van de sluiskolk eindelijk dicht,
begint de wereld zich opnieuw te tonen,
daar staan de huizen waar de mensen wonen.
Hallo, ik krijg een Jaguar in 't gezicht
waarin twee blonde poezen onheil spellen.
Nou en, ze kunnen mij nog meer vertellen.
Klaas de Wit |
|