Passionate. Jaargang 4
(1997)– [tijdschrift] Passionate– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 12]
| |
Ter introductie: Petr BorkovecNa in het vorige nummer de Slowaak Ivan Štrpka aan u te hebben voorgesteld, introduceert Passionate deze keer een jonge Tsjechische dichter. Opnieuw zorgde Jana Beranová voor de vertaling. Zij is ook verantwoordelijk voor de onderstaande introductie.
Petr Borkovec (1970) studeert filosofie aan de Karelsuniversiteit in Praag. Hij vertaalt moderne Russische dichters, onder andere Chodasevitj. Met zijn debuut in 1990 trok Borkovec onmiddellijk veel aandacht. Hij verraste door compacte, ritmische verzen, wars van clichés en modieuze paden. Deze volwassen poëzie wortelt op geheel eigen wijze in de Europese poëtische traditie. Jan SkácelGa naar voetnoot1 met zijn ingenieuze kwatrijnen kijkt mee over zijn schouder. Volgens de Oostenrijkse literator Ludwig Hartinger staat Trakl dichtbij. Maar Borkovec heeft van het begin af aan zijn eigen markante stem gehad. Hij heeft ook een sterk gevoel voor continuïteit. Regelmatig bevat elke nieuwe bundel - hij heeft er tot nu toe vier geschreven - varianten van reeds gepubliceerde gedichten. De verzen intrigeren, er blijft telkens iets ongezegd. De auteur blijft trouw aan zijn beknopte toon, maar last dialoogfragmenten in, spreekt zijn gedachten hardop uit; zijn taal is soms weerbarstig, onvervangbaar. In een subtiele observatie komt ineens een ommekeer. In 1995 kreeg Borkovec de prestigieuze Ortenprijs voor poëzie, en van de Oostenrijkse staat een stipendium in Ottensheim an der Donau. Daar is een deel van zijn nieuwste werk ontstaan, dat door Buchwerkstatt Thanhäuser in het Duits is uitgegeven in de vertaling van Christa Rothmeier. De hier gepubliceerde gedichten komen uit zijn jongste, vierde dichtbundel Mezi oknem, stolem a postelí (Tussen venster. tafel en bed) uit 1996. De teksten doen denken aan momentopnamen, toevallig gevonden of opnieuw beleefd. Je bladert door een persoonlijk album. Plotseling dringt kleur zich op en beheerst sommige gedichten. Het is alsof je met geschreven schilderijen geconfronteerd wordt. | |
[pagina 13]
| |
Nachtwandelaar
Bewolkte nacht, hemel vol zwarte tinten.
Landschap getroffen door onverwachte orde,
alles klopt. De cirkel van het dorp sluit zich -
een zegel.
Een brief, zo eenvoudig, beknopt,
leesbaar handschrift, zuinige haal... Hij weet, begrijpt...
Toch opeens een andere drang, stem, een ander accent,
een toon, haast kinderlijk: ‘Hier niet.’
Noční chodec
Noc pod mrakem, desítky černí po nebi.
Krajinu jíma nečekaný řád,
všechno si patří. Kruh vsi se uzavírá -
pečet'.
Dopis tak prostý, soustředěny,
čitelné písmo, strohý sklon... Ví, rozumí...
Náhle však jiný svor, hlas, jiný přízvuk,tón
skoro dětský: - Zde ne. -
| |
[pagina 14]
| |
Vogel verschrikt in de nacht -
het leek wel heiligschennis.
Ze was opgestaan en kwam me vragen:
‘Ben je nog op?’
‘Ja. En het is allicht doodzonde
er te zitten na middernacht, alleen met steen.’
‘Bederf je ogen niet,’ zei ze tegen me.
Maar ik hoorde: ‘Ga mee!’
Do noci vytřeštil se pták -
bylo to jako rouhání.
Vstala a přišla se mě ptát:
- Ještě jsi vzhůru? -
- Ano. A jistě je to hřích
sedět tu přes půlnoc, sám s kamenem. -
- Nekaž si oči. -, řekla mi.
Ale já slyšel: - Půjdeme! -
| |
[pagina 15]
| |
Okergele kerk. Punten van thuja's.
Populieren, omstreeks mijn leeftijd.
Gele bosflank. Doodlopende weg.
Twee roofvogelkruisen in het blauw.
Naar de vaalwitte wilde kersenbloesem
schuift een vierhoekige schaduw.
Het hart is een oog. Violet
in de tanende late zonnestralen.
Okrový kostel. Hroty tújí.
Topoly, tak v mém stáří.
Žlutý bok lesa. Slepá cesta.
Dva křížky dravců v modři.
K bělobným květům planých třešní
sune se čtvercovitý stín.
Srdce je oko. Fialoví
v slábnoucích, pozdních paprscích.
Petr Borkovec vertaald door Jana Beranová |
|